AnalyseBart Eeckhout
Zand in de machine: Groen maakt het verschil niet meer
Een gezondheidsschandaal zou voor een groene partij een vanzelfsprekend kassucces moeten zijn. Toch worstelt Groen om in de PFOS-affaire het verschil te maken. Hoe kan dat? Hoofdredacteur Bart Eeckhout analyseert de politieke week.
Alweer twee weken geleden was Groen-volksvertegenwoordiger Imade Annouri via videoverbinding te gast in De zevende dag. Achteraf postte hij het filmpje van de interventie op zijn sociale mediakanalen. De reactie van Antwerps N-VA-burgemeester Bart De Wever, die in de studio zat, was netjes weggeknipt. Geen toeval: Annouri was boos omdat hij niet had kunnen reageren op de uithaal van De Wever naar Groen, en met name naar de groene burgemeester van Zwijndrecht, André Van de Vyver. Het Zwijndrechtse bestuur zou, volgens De Wever, al jarenlang op de hoogte zijn van de gezondheidsrisico’s in de omgeving van de 3M-fabriek.
Of De Wever inhoudelijk gelijk heeft, valt op dit moment niet uit te maken. Dat PFOS via afvalwater het grondwater in de buurt vervuilde, is al langer bekend. Crucialer is dat PFOS ook via de bodem verspreid raakt, wat het risico voor de volksgezondheid aanzienlijk groter maakt. Die informatie duikt pas voor het eerst op in het inmiddels beruchte onderzoek van Oosterweel-bouwheer Lantis, dat in 2017 gedeeld is met alle mogelijke instanties van de Vlaamse overheid. Ook met de gemeente Zwijndrecht? Volgens De Wever wel, het gemeentebestuur zelf kan het zich niet herinneren.
Wie wat wanneer wist, wordt de cruciale kwestie in de onderzoekscommissie die afgelopen week in het Vlaams Parlement uit de startblokken is geschoten. Het zou wel erg sneu zijn mocht de zwartepiet uiteindelijk bij de kleine gemeente Zwijndrecht terechtkomen. In een vlammende Facebook-post poogde voorzitter Meyrem Almaci vorige week alvast haar lokale bestuurders uit de wind te zetten: “Hoe meer De Wever ‘own your shit’ zegt, hoe meer hij shit in het rond strooit. Ervan uitgaande dat er van die ‘shit’ altijd wel ergens iets bij die anderen zal blijven plakken.”
Dat neemt niet weg dat de N-VA (en de Vlaamse regering) een eerste slag in de perceptieoorlog al gewonnen lijkt te hebben tegen de groene oppositie, door hen, via Zwijndrecht, mee het bad in te sleuren. Dat frustreert Groen begrijpelijkerwijs, maar een moment van introspectie is daarbij op zijn plaats. Zeg van De Wever wat je wilt, maar op een moment van crisis komt de man wel gewapend en getraind als een gladiator naar de publieke arena. Telkens weer laten tegenstrevers zich daardoor verrassen. Dreunde Annouri in De zevende dag braafjes de debatfiches over volksgezondheid af, dan kwam De Wever met een gerichte aanval. En ja, dat is belangrijk in de ruwe maar vreedzame strijd die politiek is.
Dan zwijgen we nog over het Humo-interview met burgemeester Van de Vyver. A trainwreck, zoals dat in het Engels heet, een totale catastrofe. “Ik hou me niet bezig met de cijfertjes, ik heb niet doorgeleerd voor wetenschapper”, zegt de burgervader onder meer. Groen is N-VA niet, maar de partij moet toch voldoende middelen hebben om haar oppositieleider in Antwerpen en haar burgemeester in Zwijndrecht inhoudelijk beter te wapenen?
Bij een gezondheidsschandaal van deze envergure zou je verwachten dat Groen als vanzelf de debatten domineert. Zo ging het in 1999 met, toen nog, Agalev dat een verkiezingscampagne in het teken van het dioxineschandaal kon afsluiten met een recordaantal stemmen (11 procent voor de Kamer). Ditmaal zet Groen een aardige duit propagandageld in om haar PFOS-standpunt te verspreiden via Facebook-advertenties. Daarnaast heeft de partij met milieu-experte Mieke Schauvliege een belangrijke stem in het dossier, in het spoor van partijgrootheden Johan Malcorps of Vera Dua. Toch lijkt er iets te schorten.
Gelijk krijgen
Ten dele heeft dat met het dossier te maken. Op de Antwerpse Linkeroever leeft men al decennia met een stilzwijgende uitruil tussen industriële ontwikkeling en gezondheid. Iedereen weet dat niet alles pluis is te land, te water en in de lucht in de havenregio, maar de tewerkstelling en het vele bedrijfsbelastinggeld maakt het leven én het besturen zoet. Die ‘polderconsensus’ wordt door bijna niemand in vraag gesteld. Dat maakt het, zelfs voor Groen, lastig om nu hard van stapel te lopen.
Maar er is meer. Niet voor het eerst ondervinden de Vlaamse groenen het in de politiek cruciale verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen. Groen is minder moreel hooghartig als het kritische clichébeeld wil, maar dat ecologisten alvast van zichzelf vinden dat ze vaak gelijk hebben, klopt wel. Gelijk krijgen van de burger/kiezer is nog wat anders. Zo meende de partij iets te makkelijk dat ze in 2019 naar een grote stembuszege kon surfen op de golven van de wereldwijde klimaatactie. De campagne viel plat toen Kristof Calvo & co. niet over een deugdelijk doorgerekend klimaatplan bleken te beschikken, waardoor de partij de kritiek niet kon ontzenuwen dat haar ideeën duur zouden uitvallen.
Hetzelfde gebrek aan winnaarsmentaliteit breekt Groen nu weer op. Sinds de tegenvallende stembusresultaten van ’19 blijft de partij het moeilijk hebben om onder stoom te komen. Niet dat de groenen in existentiële crisis verkeren, maar er zit wat zand in de machine. De beslissing van de partijtop om na de teleurstellende campagne toch alles bij het oude te laten, dreigt er nu toe te leiden dat de inhoudelijke vernieuwing slabakt.
Het kan anders, om het met de eigen partijslogan te zeggen. In Duitsland mag boegbeeld Annalena Baerbock nog altijd stilletjes hopen dat ze in september de eerste groene bondskanselier ooit wordt. In de peilingen koersen Die Grünen stabiel boven de 20 procent, terwijl de klassieke partijen CDU en SPD met aderverkalking het post-Merkel-tijdperk ingaan. De Duitse groenen hebben hun aantrekkingskracht te danken aan de combinatie van geloofwaardige nieuwe kopstukken, een breed groen-links programma en een pragmatische centrumkoers, die coalities met iedereen behalve radicaal-rechts mogelijk maakt.
Aan zoveel openheid is Groen nog niet toe. Daarbij moet wel gezegd worden dat ook de Grünen pas een ruk aan het roer gaven toen de partij een flinke pandoering opliep. Misschien is dat wel het probleem van Groen: de ‘overwinningsnederlaag’ van 2019 was niet ontgoochelend genoeg om echt door te pakken.