AnalyseLopende zaken
Wat De Croo meest zorgen moet baren, is het gedrag van zijn liberale broeder Georges-Louis Bouchez
Met eendracht hoopt premier Alexander De Croo (Open Vld) het geteisterde politieke vertrouwen van de burger te herstellen. Een verstandige gok. Maar wel een gok, met de nu al nerveuze MR en Ecolo in één ploeg.
Ophef! Het leek wel alsof er een collectieve zucht van verlichting ontsnapte aan de politici, verslaggevers en politicologen die de Wetstraat bevolken. Eindelijk leek de bonte federale coalitie de voorspelling van chaos en tegenspraak waar te gaan maken. Eindelijk ‘gekibbel’, eindelijk leek alles weer normaal.
Onderwerp van de ophef is, alweer, de mogelijke versoepeling van de abortuswet. “Voor Ecolo kunnen de parlementaire werkzaamheden over het abortusdossier hernemen, zoals het regeerakkoord voorziet”, stelde Kamerlid Sévérine de Laveleye. CD&V-voorzitter Joachim Coens reageerde fluks: “Het regeerakkoord is duidelijk. Eerst: ‘een onafhankelijk multidisciplinair wetenschappelijk onderzoek door experts’. Daarna debat en consensus zoeken. Hangende wetsvoorstellen worden niet gestemd.” Ophef, kortom!
Of... toch niet? Wie nauwkeuriger kijkt, ziet dat zowel Ecolo als CD&V zich gewoon aan het regeerakkoord houdt. Dat zegt niet dat de hangende abortusvoorstellen ‘nooit’ gestemd zullen worden, wel dat het aangewezen is “om dit verder te bestuderen binnen de commissie justitie van de Kamer”. Gestemd kan er pas worden als er eerst consensus wordt gezocht. Ecolo en CD&V zeggen hetzelfde, maar met een andere klemtoon, waar hun achterban die het liefste hoort. Meer dan een schermutseling voor de galerij is het niet.
Oppositie en sommige volgers pompen elke rimpeling op tot een vloedgolf van tegenspraak. In sommige media gebeurt dat ook uit gewoonte, omdat interne spanningen nu eenmaal tot onze politieke cultuur zijn gaan behoren, met alle gevolgen van dien. In werkelijkheid blijkt er – voorlopig – weinig aan de hand.
Over de vermogensbijdrage bijvoorbeeld werd een homerische strijd voorspeld tussen de linkse en de rechtse flank van de regering. Na een maandje kreeg minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) in alle rust een compromis op tafel. Ook over de verhoging van de minimumpensioenen werd bij aanvang heibel verwacht, maar de discussie gaat eigenlijk enkel over details. Zelfs de koolstoftaks waar Ecolo-minister Zakia Khattabi mee zwaait, staat in het regeerakkoord, zij het omzwachteld als een ‘budgetneutraal fiscaal sturend instrument’.
Treffend is de manier waarop over het kernuitstapdebat bericht wordt. Toen premier De Croo vorige week in De zevende dag naar waarheid stelde dat de kernuitstap “enkel zal worden uitgevoerd als die haalbaar en betaalbaar is”, werd dat meteen geduid als een desavouering van minister voor Energie Tinne Van der Straeten (Groen). Ophef, alweer! In feite citeerde de premier alleen maar uit zijn regeerakkoord. Niks ophef.
Het is voor sommigen duidelijk wat wennen, maar tot nader order lijkt de eendracht in de regering-De Croo verrassend goed stand te houden. Dat is geen bijkomstigheid. Het uitstralen van eenheid staat centraal in de strategie van De Croo om van zijn uit nood geboren regering toch een succes te maken. “De voorbije jaren hebben we gezien hoe ruwheid en hardheid ook het politieke debat hebben overgenomen”, zei de premier daarover in de Kamer. “Maar wat heeft het ons bijgebracht, behalve meer tegenstellingen, polarisering en wederzijds onbegrip.”
Volleybalmatch
Terecht meent De Croo dat de partijen die in 2014 nog eensgezind de regering-Michel vormden, vijf jaar later zwaar zijn afgestraft omdat ze al te vaak profilering voorrang gaven op goed bestuur. Paradoxaal genoeg biedt de coronacrisis de kans om het anders te doen.
In het beheer van de gezondheidscrisis lijkt premier De Croo zichzelf in de rol van coach boven het gewoel te willen houden. Bewust treedt hij niet in concurrentie met zijn alomtegenwoordige ‘vice’, Frank Vandenbroucke (sp.a). Met herwonnen gezag wil de regering ook de relance in vliegen. Als ergens in 2021 het leven weer normaler wordt, kan ze de vruchten plukken van een opleving waar ze zelf niet eens enorm veel moeite voor zal moeten doen.
Dat is het plan. Of het ook gerealiseerd raakt valt af te wachten. De politieke actualiteit lijkt wat op een volleybalmatch. Genadeloos wordt de bal telkens weer gericht op de meest kwetsbare schakel in de ploeg: Ecolo. De Franstalige groenen hebben dat ook wat aan zichzelf te danken. Het is geen ramp om een erg omstreden steunmaatregel als de gratis treinkaart weer op tafel te leggen, zoals Ecolo-minister Georges Gilkinet deed, maar tactisch handig is het ook niet. Het is illustratief voor Ecolo, soms onvoorspelbaar in de dogmatiek.
Onhandig is stilaan zowat het hele beleid van de Brusselse Ecolo-excellentie Alain Maron, maar dat zit de federale regering niet noodzakelijk in de weg. Dergelijke strapatsen motiveren de oppositie, met N-VA op kop, wel om Ecolo te blijven uitdagen in de hoop op een faux pas. Net zoals in de paars-groene regering Verhofstadt I gebeurde, toen Ecolo vlak voor de finish na een conflict over de nachtvluchten uit de coalitie gezwierd werd. Ecolo, maar ook Agalev (nu Groen) betaalden daar toen een zware electorale prijs voor.
Ook voor de premier is het voortdurende rumoer rondom Ecolo een verklikkerlampje. De N-VA beukt niet zomaar in op de groene flank. De partij doet dat om via een carambole de liberalen in verlegenheid te brengen.
Wat De Croo het meeste zorgen moet baren, is het gedrag van zijn liberale broeder Georges-Louis Bouchez. De MR-voorzitter is wel vatbaar voor de provocaties. Hij zet zich openlijk af tegen Ecolo en is de enige die het destructieve spel van permanente campagne blijft spelen. Voorlopig worden zijn jennerige tweets met schouderophalen ontvangen, maar de verbale wapenwedloop met de ideologische tegenpool Ecolo kan snel ontbranden, zodra ‘corona’ niet meer alle aandacht opeist.
Het is een zoveelste ironische speling van het Belgische politieke lot: het grootste risico voor de eendracht zou weleens van de meest overtuigde belgicist in de meerderheid kunnen komen.