Waarom in godsnaam wil de Vlaamse regering nu zo plots de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen afschaffen? Internationale voorbeelden leren dat dat weinig problemen oplost en nieuwe creëert.
Nu we ons lot toch in handen van experts leggen, moeten we misschien eens het oordeel van een glazenmaker vragen. Want was het nu een vensterraam, een schuifraam of iets daartussen waarlangs de topministers van de Vlaamse regering vorige week poogden te ontkomen aan lastige journalistenvragen?
Niet alleen omwille van de corona-actualiteit was het vreemd dat de regering-Jambon na haar laatste ministerraad voor de vakantie geen persbriefing organiseerde. Inmiddels is gebleken dat op die vergadering immers behoorlijk wat hoogst interessante beleidsinitiatieven goedgekeurd werden. Zo zit er een centrale toets aan het einde van het secundair onderwijs aan te komen – een kleine revolutie toch in het qua revoluties al behoorlijk verwende Vlaamse onderwijs.
Ook de opkomstplicht bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen moet op de schop, een zo mogelijk nóg ingrijpender hervorming. Beide belangrijke plannen werden als banale primeurnieuwtjes rondgestrooid in de media, als betrof het een subsidie voor boscoaches.
Vervelende vragen
Zeker over die afschaffing van de kiesplicht (de Vlaamse overheid heeft enkel iets te zeggen over de spelregels voor lokale verkiezingen) vallen ook wel wat vervelende vragen te stellen.
Zoals bijvoorbeeld: waarom is dit nodig? Er valt immers geen dringend probleem met de organisatie van de lokale verkiezingen te ontdekken. Men zou kunnen aanvoeren dat het politieke wantrouwen groeit, al valt dat juist op het lokale niveau nog wel mee. Bovendien groeit dezelfde kloof tussen vele burgers en hun politieke vertegenwoordiging minstens even kloek in andere landen zónder stemplicht.
Als er al een probleem is, lost de afschaffing van de opkomstplicht dat dus zeker niet op. Eens te meer blijkt naleving van het eenvoudige maatschappelijke principe ‘Als het niet kapot is, hoef je het niet te repareren’ te veel gevraagd van hervormingslustige politici als Bart Somers (Open Vld), de bevoegde Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur.
De reden waarom die afschaffing op tafel komt, ligt elders. In de oppositie. Daar zitten het Vlaams Belang en ook de PVDA weer vervaarlijk te groeien. Officieel wordt uiteraard ontkend dat de radicalisering van het stemgedrag de hervorming inspireert. Omdat dat neerkomt op de regeringsmeerderheid die de spelregels in het eigen voordeel probeert om te buigen. Wat het eigenlijk ook is. Het idee om de stemplicht af te schaffen duikt al op sinds Zwarte Zondag in 1991 toen het Vlaams Blok voor het eerst landelijk doorbrak.
Afschaffing van de stemplicht als middel om de radicalisering af te remmen is in historisch opzicht best ironisch. De stemplicht werd in 1893 (!) juist mede ingevoerd omdat een veralgemeende stembusgang de plotse opstoot van radicale, revolutionaire krachten zou kunnen milderen.
Dat opruiende, haatdragende VB
De redenering vandaag is dat extreemrechts teert op stemmen van mensen die eigenlijk niks van de politiek willen weten, en dat we die mensen een plezier doen door hen te verlossen van stemplicht. Zijn we meteen ook van dat opruiende, haatdragende VB vanaf, ha!
In die gedachtegang zitten een paar stevige gaten. Het klinkt dan wel logisch dat partijen als VB of PVDA flink zullen verliezen als de stemplicht wegvalt, maar wetenschappelijk bewijs dat dat ook echt gaat gebeuren, is er niet. Een bevraging van een team politicologen, gepubliceerd in het boek De kiezer ontcijferd - Over stemgedrag en stemmotivaties (Lannoo, 2015), leert dat er vrij weinig zou verschuiven als al wie zegt dat hij zou thuisblijven ook echt thuisblijft.
Dat zou weleens kunnen kloppen omdat er over die zogenaamd ‘antipolitieke’ VB-kiezer een misverstand bestaat. In die groep zitten ook best wel burgers die uiterst gemotiveerd stemmen, weliswaar tegen het huidige beleid. Hun ideeën zijn niet per se de meest constructieve en verdraagzame, maar ze zijn wel ‘politiek’. Goed mogelijk dat juist zij wel degelijk naar de stembus blijven komen, ook als het niet verplicht is.
Als het plan is om de radicale partijen te decimeren door de stemplicht af te schaffen, dan is het dus een slecht plan. Het grootste en meest fundamentele bezwaar tegen de afschaffing van de stemplicht is evenwel dat het wel degelijk aantoonbaar bepaalde groepen burgers zijn die in ruime mate afhaken. Zoals de al genoemde studie uit 2015 van Min Reuchamps (UCL) en anderen het definieert: “De lager geschoolde en de politiek minst actieve burgers zouden geen kiezers meer zijn.” Ook lagere inkomensklassen zouden vaker wegblijven.
Dat is nogal wat. Het heet natuurlijk zo niet, maar de facto wordt zo het cijnskiesstelsel weer ingevoerd. Alleen wie slim of rijk genoeg is om voor zijn eigen belangen op te komen, zal dat ook doen.
Dat zal ook impact hebben op het lokale beleid. Waar ga je investeren als gemeentebestuur dat hoopt op herverkiezing? In een buurt waar je kan verwachten dat 3 op de 10 gaan stemmen, of in een wijk waar 9 op de 10 dat doen? België is een van de landen met de hoogste inkomensgelijkheid. Zou dat er ook mee te maken kunnen hebben dat wij een van de weinige landen zijn waar iedereen nog moet deelnemen aan het politieke proces en iedereen dus evenveel meetelt?
Donald Trump
Buitenlandse voorbeelden leren dat er nog wel meer argumenten zijn om sceptisch tegenover de afschaffingsplannen te staan. Zo zou de aard van een kiescampagne helemaal kunnen veranderen. Veel moeite moet geïnvesteerd worden in het naar de stembus lokken van mensen.
Het omgekeerde kan ook: dat moeite wordt gedaan om mensen thuis te laten blijven door een grotere afkeer van politiek op te wekken. Die strategie heeft Donald Trump mede naar het Witte Huis geleid en ten dele het Verenigd Koninkrijk naar de brexit. Ook in de huidige Belgische context zou je je kunnen voorstellen dat nogal wat burgers zo gedegouteerd raken van politiek dat ze de verkiezingen overslaan. En zoals ze in Frankrijk weten: si tous les dégoûtés s’en vont, il n’y a que les dégoûtants qui restent.
Het hoeft niet zo te lopen, maar het is een risico dat je met het bestaande systeem wel niet hebt. Daarom dit radicale idee voor minister Somers. Een keertje gewoon niks doen en alles bij het oude laten, zou dat geen geweldig plan kunnen zijn?