Bijna geruisloos keurde de Kamer het wetsontwerp van binnenlandminister Jan Jambon (N-VA) goed dat digitale vingerafdrukken toevoegt aan de identiteitskaart. Filosofe Tinneke Beeckman spreekt van een achteruitgang die onvermijdelijk is, maar nog gevaarlijker wordt als onze waakzaamheid inzake privacy zo slap blijft.
Advertentie
Lees ook
Matthias Dobbelaere-Welvaert trekt naar Grondwettelijk Hof tegen de vingerafdruk op de e-ID. “Wij willen de vingerafdrukwet definitief kelderen.”
Licht op groen voor vingerafdrukken op ID-kaart: hoe is het zover gekomen?
“Als je vandaag je vingerafdruk afgeeft, waarom zou je je dan morgen verzetten tegen een databank?”, vraagt hoofdredacteur Bart Eeckhout zich af.
Wie in april 2019 een nieuwe identiteitskaart aanvraagt, zal vooraf een digitaal beeld moeten afstaan van de afdrukken van de rechter- en linkerwijsvinger. Voorlopig is het niet de bedoeling om de vingerafdrukken in databanken op te slaan. Tinneke Beeckman beschouwt dit als een onvermijdelijke evolutie in een realiteit waarin privacy het moet afleggen tegen andere prioriteiten.
“Het gaat de verkeerde kant uit met onze privacy, maar in tijden van globalisering en technologische omwentelingen kun je moeilijk vermijden dat het de verkeerde kant uitgaat.