AnalyseBart Eeckhout
Veel zieltjes zal Groen niet winnen met de kernuitstap
De exit uit kernenergie moet de grote trofee worden van de groenen in de federale regering. Juist die afhankelijkheid van één succes maakt Groen en Ecolo kwetsbaar. Hoofdredacteur Bart Eeckhout analyseert de politieke week.
Officieel blijft de koers ongewijzigd. De regering “kiest resoluut voor de herbevestiging van de kernuitstap”, zoals het in het regeerakkoord staat. Federaal energieminister Tinne Van der Straeten (Groen), zelf een nogal overtuigde exit-apologeet, gaat ervan uit dat het doorslaggevende rapport over de vervanging van de nucleaire capaciteit, dat verwacht wordt in november, geen problemen met de bevoorradingszekerheid zal blootleggen. In dat geval gaat de deur in 2025 definitief op slot in de zeven reactoren in Doel en Tihange.
Maar in het regeerakkoord staat ook dat als “blijkt dat er een onverwacht probleem is met de bevoorradingszekerheid, de regering gepaste maatregelen zal nemen”. Wat dus wil zeggen dat er dan alsnog twee reactoren langer open kunnen blijven. Het ontging niemand in de Wetstraat dat Groen-voorzitter Meyrem Almaci zelf afgelopen weekend op Radio 1 nogal expliciet naar dat ‘plan B’ verwees, overigens tot verbazing van de eigen energieminister. Zeggen dat Groen een bocht neemt, is overdreven. Maar de weg vrijmaken om straks eventueel die bocht mogelijk te maken, ja, dat is het wel.
Door de verwachtingen wat te temperen, hoopt Almaci de prijs voor het binnenhalen van de kernuitstap (of het mislukken daarvan) wat te drukken. Van parel aan de kroon van de groene regeringsdeelname is de exit een kiezel in de schoen geworden. De kernuitstap is een makkelijk symbool, waartegen het makkelijk mobiliseren is. Met het infame dossier ‘B-H-V’ (de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde die regeringen verlamde en deed vallen) heeft de kwestie gemeen dat de aandacht die ernaar gaat niet in verhouding staat met het belang ervan. Kerncentrales sluiten is geen bagatel, maar in de energieomslag waar dit land voor staat, is het een relatief beperkt hoofdstuk.
Het zijn natuurlijk de groenen zelf die die overdreven symboolwaarde aan de nucleaire exit hebben gehecht. Die gaat terug op de eerste regering-Verhofstadt (1999-2003), toen de groene regeringspartijen een ‘papieren’ kernuitstapwet buitmaakten, zonder veel garanties op realisatie. De groenen kregen vervolgens een vreselijke oplawaai aan de stembus en de uitvoering van de wet ging van uitstel naar uitstel. Nu Groen en Ecolo weer in de meerderheid zitten, voelt de verankering dan ook aan als het herstel van een oud onrecht.
Het is ook een ideologische princiepskwestie. Samen met de vredes- en de Noord-Zuidbeweging is de antinucleaire milieubeweging een van de historische hoekstenen van ecologisme als politieke beweging. Denk maar aan de vrolijke geel-rode ‘Kernenergie, nee bedankt!’-stickers van weleer of de jarenlange campagnes van Greenpeace op en tegen kerncentrales. Vragen aan Groen om het verzet tegen kernenergie op te geven, klinkt dan ook alsof je van de N-VA eist om de droom van een onafhankelijk Vlaanderen los te laten.
Voor Ecolo was de definitieve kernuitstap een noodzakelijke voorwaarde voor regeringsdeelname. Maar juist die focus op die ene realisatie maakt de groene partijen kwetsbaar. Er zijn namelijk ook wel wat zinvolle argumenten tegen een kernuitstap. Het belangrijkste is dat kernenergie op zich nul CO2 uitstoot en dus vanuit klimaatoogpunt veruit te verkiezen is boven de fossiele alternatieven, zoals gas. Toch zullen het juist gascentrales zijn die mee de binnenlandse bevoorradingszekerheid moeten garanderen in het postnucleaire tijdperk... samen met de vaak nucleair opgewekte stroomimport uit het buitenland.
Wankel argument
Vanuit groene hoek wordt gepoogd om dat pijnpunt weg te nuanceren: de nood aan gas valt wel mee, tegen 2050 moeten gascentrales klimaatneutraal zijn... Echt soepel lopen die redeneringen niet. Daarbij komt nu dat een van de hoofdargumenten aan het wankelen gaat. De exit, zo luidt het, zou voor het klimaat niets uitmaken of zelfs positief uitpakken, omdat de meeruitstoot via gas elders in de EU gecompenseerd wordt. Dat kan dankzij de handel in emissierechten. Simpel gezegd: wie hier zo’n recht gebruikt om CO2 uit te stoten, zorgt ervoor dat er elders minder uitgestoten kan worden. Maar dat, waarschuwen experts nu, klopt niet helemaal meer. De markt voor emissierechten is oververzadigd, het is dus erg onzeker of extra CO2-uitstoot wel elders gecompenseerd moet of zal worden.
En zo wordt het voor de groenen steeds moeilijker om de kernuitstap als een triomf te verpakken. De intellectuele strijd met de ecomodernisten, die al langer vinden dat kernenergie om reden van klimaatzorg juist omarmd moet worden, is nog de minste van de zorgen van Almaci & co. Vervelender is het politieke gevecht. De onverkwikkelijke gascentralehistorie maakt het Groen moeilijk om voluit te strijden. De concurrentie ruikt dat. Met name N-VA schept er een duivels plezier in om de groenen op hun klimaatinconsequentie te wijzen. Terwijl de Vlaamse energieminister Zuhal Demir (N-VA) zelf voor een reusachtige taak staat om Vlaanderen op klimaatneutrale weg te krijgen, volstaat ze in haar mediaoptredens vaak met het duwen tegen het zere, nucleaire been. Uiteraard is niet Groen het echte mikpunt van de nationalisten, wel de stabiliteit in de regering.
Maar de lastigste strijd is die om de volksgunst. Veel zieltjes vallen er met een kernexit niet te winnen. Integendeel, de gaskwestie vreet aan de groene geloofwaardigheid. Hoe overtuig je nog mensen om minder met de auto te rijden, minder rood vlees te eten of die gezellige vuurkorf gedoofd te laten, als je jezelf toestaat om gascentrales te bouwen? Dat emotionele aspect van politiek wordt door de vaak hoogopgeleide groene kaderleden weleens veronachtzaamd. Het leidt ertoe dat het de groenen in de Wetstraat momenteel aan een gunfactor ontbreekt. Er wordt hen weinig gegund, mede omdat ze vaak moreel streng zijn (of lijken) voor anderen.
En zo zit er aan die hele kernuitstap stilaan geen goede kant meer voor Groen. Zetten ze door, dan nemen ze een trofee in ontvangst die meer rammelt dan blinkt. Nemen ze, excuus voor de woordspeling, gas terug, dan dreigen ze met lege handen te eindigen. Het ene scenario is electoraal nog verontrustender dan het andere.