Interview
Tom Meeuws (sp.a): "PVDA heeft dogma’s waar ik erg van schrik"
Een burgerbeweging? En daarvoor gesprekken aanknopen met PVDA+ en Groen? Antwerps sp.a-voorzitter Tom Meeuws (46) kreeg de wind van voren toen hij deze week zijn idee lanceerde. Hij is niet onder de indruk: "Peter Mertens mag me altijd bellen."
Buiten Antwerpen had tot voor begin deze week nog niemand gehoord van Tom Meeuws. Maar toen hij in deze krant aankondigde dat hij wel met een burgerbeweging naar de kiezer wil trekken in 2018 en daarvoor met Groen en PVDA+ gaat praten, was plots het kot te klein. De ‘echte’ burgerbewegingen voelen zich getorpedeerd en gerecupereerd. Academici zoals Maarten Boudry verslikten zich in een mogelijke samenwerking met stalinisten en maoïsten. Het bracht Meeuws niet van zijn stuk. Hij mag dan nog maar net in de politieke etalage staan, snel onder de indruk is hij niet. “Dank om mijn kerstweek op te fleuren”, grijnst hij zelfverzekerd bij binnenkomst in een koffiebar in de Antwerpse stationsbuurt.
Meeuws: “Ik heb geen gram spijt van wat ik gezegd heb. Mijn oproep is: laten we rustig kijken of we de expertise van kleine en grote burgergroeperingen beter kunnen benutten. Tegelijkertijd gaan we gesprekken voeren met de partijen die een progressief stadsbestuur willen, ook al kan de achterban daar wat allergisch op reageren. Ik begrijp dat, hier spelen allerlei sentimenten en ressentimenten. Met Groen is de band inniger, we hebben meer overeenkomsten dan verschillen. Met PVDA+, om maar meteen de olifant in de kamer te noemen, is er tot nu toe nog geen enkel gesprek geweest. Ondanks de vele aankondigingen in de media van Peter Mertens.”
Hij zegt dat er informeel wel al contacten zijn.
“Dan liegt hij. Het woord van het jaar blijkt nu ‘post-truth’, alsof het een nieuw gegeven is. De feitenloze politiek maakt wel meer en meer opgang, leugens regeren dit land. Het is gewoon een vaststaand feit dat ik nog geen telefoon van PVDA+ heb gekregen. Punt. Anders dan PVDA aanvaarden wij de vrije markt. Met sociale correcties en een grote rol voor sociaal overleg, uiteraard. Mochten we nu, zonder enig grondig gesprek, samen in het bootje stappen, dan is dat een gedwongen huwelijk of een schijnhuwelijk. Dat gaan we dus niet doen.”
Is PVDA+ minder erg dan Vlaams Belang?
“Bij mijn weten schiet het Vlaams Belang geregeld de mensenrechten aan flarden en is het gegroeid uit een racistische partij. Dat gaat niet op voor PVDA+.”
Stalin heeft meer doden op zijn geweten dan Hitler, en Peter Mertens en co. hebben hem nooit expliciet afgezworen.
“Als Peter belt, zal ik opnemen en met hem praten. Maar het klopt, dat geef ik toe, ze hebben een aantal dogma’s waar ik heel erg van schrik. Ik ken hun voorliefde voor autoritaire regimes, die ik in elk geval niet steun.”
Is PVDA voor u het klein, gevaarlijk afval van Vlaanderen, zoals Bart De Wever (N-VA) beweert?
“Het is alle fatsoen voorbij om mensen als 'afval' te bestempelen. Ongeacht hun overtuiging, dat doe je gewoon niet. Er is een tijd geweest dat politici hun tegenstanders mestkevers en kakkerlakken noemden, nu gaan de nationalisten veel verder. Waar is de elementaire beleefdheid?”
Als u wilt praten met Peter Mertens, is dat toch uit pure electorale kansberekening?
“Wij hebben momenteel 28 procent van de stemmen in de Antwerpse gemeenteraad. Dat is een hemelsbreed verschil met hun 8 procent.”
U gaat hem niet zelf bellen?
“Neen, want ik ben niet degene die luidkeels heeft aangekondigd dat ik dat zou doen.”
Waarom wilt u een linkse beweging? Is de vlag van sp.a te klein geworden?
“Heel wat mensen zeggen me: Tom, het is heel fijn dat je in de politiek stapt, maar zie dat je niet besmet raakt. Nochtans zijn dat mensen die zonder het te beseffen aan politiek doen. Ik ben voorzitter van de meest gekleurde basketbalclub van Europa, in Borgerhout. Wel, wij doen aan politiek door het inschrijvingsgeld heel laag te houden, door ouders te betrekken. Zo doe je aan opvoeding, zo doe je aan disciplinering.
“Nog een voorbeeld. Een van die eerder genoemde actiegroepen met veel expertise strijdt tegen de komst van een monstrueuze woontoren aan het Tolhuis. Zij boksen op tegen dit stadsbestuur en worden steeds kwader en kwader. Zij willen niet in één zak gestoken worden met de politici, maar eigenlijk doen zij aan politiek.
“Het is aan die burgers om te zeggen hoe ze met de politiek willen samenwerken. Ik ben heel optimistisch, ik geloof dat we met één linkse beweging naar de verkiezingen kunnen gaan, maar laat het organisch groeien. Er zijn er die al lijsttrekker zijn nog voor ze hier wonen en die nu zot gestresseerd een huis zoeken. Wij léven hier, wij weten wat er schort.”
U hebt het over Kris Peeters (CD&V). Zult u niet volledig verdwijnen in de tweestrijd Peeters-De Wever? U bent de man die niemand kent.
“Wees gerust, ik ken de risico’s, ik besef dat mijn begin meteen mijn einde kan zijn. Maar moet je bekend zijn om in de politiek te stappen? Ik ben bijna voltijds bezig met de stad. De grote namen die in de arena willen stappen, hebben daar geen tijd voor. Zij zijn druk doende in Brussel, zij geven niet om de Antwerpenaar.
“Tegenover het huidige brouwsel van non-oplossingen wil ik een alternatief zetten. Uit de laatste bevraging van de stad blijkt dat er meer mensen de auto nemen, meer Antwerpenaren vinden hun straat vuil. Hoewel de criminaliteitscijfers dalen, voelen mensen zich vaak of altijd onveilig.”
Kent u Thomas Goorden? Hij wil een burgerlijst beginnen. Van hem mogen jullie meedoen, maar dan moet jullie programma door de versnipperaar.
“Aha, de man van de Piratenpartij. Het zou een heel slecht idee zijn om aan progressieve kant met nog meer lijsten naar de kiezer te trekken. Ik ga niemand tegenhouden, maar de nood is echt hoog. We moeten samenwerken. Ik zou ook niet weten welk hoofdstuk van ons programma door de versnipperaar moet. Dat over de stad die een emancipatiemachine moet zijn?"
Eens verkozen, hoe moet zo’n burgerbeweging functioneren? Het principe van de Flatpack Democracy, de uitklapdemocratie, is dat ideologie en traditionele partijpolitiek er niet toedoen. Ziet u dat zitten?
“Een ideologische ruggengraat is essentieel. Akkoord, er zijn geen honderd manieren om een stad te besturen, maar wel minstens twee. Ons verhaal staat bijvoorbeeld diametraal tegenover dat van de nationalisten. Vandaag organiseren nationalisten inspraak als volgt: ze komen zeggen dat ze een blok gaan bouwen van negentig meter hoog en ze verdwijnen na vijf minuten wanneer het een beetje rumoerig wordt. Daarbovenop maken ze actiegroepen totaal verdacht door te zoeken wie er allemaal in zit. Als er één iemand een link heeft met een politieke vijand, maken ze die hele groep uit voor rotte vis.”
De Antwerpse sp.a-afdeling heeft intern zwaar gevochten over de hoofddoek. Mogen ambtenaren die van u dragen achter het loket?
“Het hoofddoekenverbod was een vergissing. We zaten toen volop in het laïciteitsdenken en gingen toen meer lekenstaat worden dan Frankrijk. Nu zijn we daar glashelder in: het gaat er niet om wat mensen dragen, wel om wat ze doen. Ik wil wel door iedereen correct behandeld worden. Deze zomer was ik met enkele agenten aan het praten en ineens begonnen ze te klagen dat ze door Borgerokko moesten rijden om naar huis te gaan. Zo’n taalgebruik doet mij huiveren, zeker omdat er twee Marokkaanse vrienden naast mij stonden.
“Begrijp me niet verkeerd, ik ben absoluut voor law-and-order. Onder Patrick Janssens heb ik een streng maar rechtvaardig veiligheidsbeleid mee vormgegeven. Ik ben de vader van de GAS-boetes in deze stad.”
Bent u even flinks als uw voorzitter?
“Als voormalig directeur veiligheidsbeleid zit ik al jaren op die lijn. Als je een overtreding begaat, moet je de gevolgen dragen. Agenten mogen dat pedagogische moment niet verloren laten gaan. Ze mogen niet ‘vliegend schrijven’, zoals ik dat noem. Ze moeten uitleggen waarom ze iemand verbaliseren. Dat staat in schril contrast met hoe sommige agenten of chauffeurs nu met bepaalde groepen omgaan. Toen ik directeur was bij De Lijn, had ik chauffeurs die niet door bepaalde straten wilden rijden omdat daar ‘makakken’ woonden. Eentje heb ik na meerdere gesprekken zelfs ontslagen omdat hij racist was. Daarom zeg ik: we hebben een stadscodex nodig, we moeten weer met elkaar leren omgaan. Roep eens ‘salam aleikum’ hier in Antwerpen en je zult versteld staan van de reacties. Durf terug te zwanzen. Dat klinkt softer dan het is, want het kan een harde confrontatie opleveren. Dat is stadspedagogie: elkaar vertrouwen, ook al ken je elkaar niet.
“Onze burgemeester beweerde onlangs dat we terug in de Gouden Eeuw zullen belanden. Wat een belachelijk gezwollen taalgebruik. Hij zei er wel bij dat – helaas – de helft van de Antwerpenaren daar niet van zal kunnen profiteren. Dat hij dat ook niet zal kunnen verhelpen. Hoe durft een burgemeester zoiets te aanvaarden? Mijn DNA zit helemaal anders in elkaar. In onze basketbalclub mag iedereen, ook zij die niet goed kunnen basketten, een tijdlang meedoen en daar plezier uit puren. Een van onze Marokkaanse refs heeft bijvoorbeeld veel gestolen vroeger, kon niet te goed basketten, was – sorry Soufian – een beetje te dik, maar nu is hij de eerste Marokkaanse ref die overal in het Antwerpse fluit. Tussen allemaal witte scheidsrechters.”
John Crombez is hard voor de Marokkaanse jongeren. Terecht?
“Eén bevolkingsgroep of subcultuur kan niet de wet stellen in een stad met 173 nationaliteiten. Daarom het belang van die stadscodex. We spuwen niet op de grond, laten geen afval achter, we stoppen niet in het midden van de weg om even te tetteren met een maat. Mijn oudste zoon is onlangs betrapt op wildplassen. Dan vind ik het maar normaal dat hij daarvoor boet.”
Hoe staat u tegenover het stemrecht voor migranten? Wilt u dat verder uitbreiden?
“We hebben ervoor gevochten op lokaal niveau, op nationaal vlak kan dat voor mijn part ook. Ik ben voor een grondstad. Hoe verschillend we allemaal zijn, we delen die grond. Wie op die grond woont, put daar maximale rechten uit, maar heeft zich ook aan plichten te houden. Het is het hele pakket. Tegenwoordig zijn er velen voor een frontstad. Je hoort niet anders dan war on dit en war on dat. We worden geïnvaseerd en noem maar op. Dat is niet mijn taal. Dan eindig je met allemaal tribale nomadengroepen binnen één stad.”
Volgens partijcoryfee Freddy Willockx hebben jullie te lang jullie oude achterban verwaarloosd.
“Een 85-jarige die heel zijn leven in Antwerpen woont, die verdient een standbeeld. Je omgeving zo hard zien veranderen, op zo’n korte tijd, ga er maar eens aan staan. Ik weet niet of ik dat zou aankunnen.
“Natuurlijk zijn er problemen. Ik heb al veel mensen door zien verhuizen. Als ik thuiskom in de Seefhoek, dan zitten er vaak jongeren noten te eten op mijn dorpel en moet ik vragen om binnen te mogen in mijn eigen huis. Dat kan natuurlijk niet. We moeten elkaar daarop durven aanspreken, desnoods met humor. Dus ja, we moeten het debat over samenleven durven voeren zonder enig taboe. Maar hebben we dat te veel verwaarloosd? In de jaren 90 misschien, maar we zijn ondertussen 2017, hè.
"Ik heb nooit anders geweten dan dat wij de laatste 15 jaar onder socialisten de dingen onder ogen zagen. Ik durf ook te zeggen dat ik heel bezorgd ben met drie opgroeiende kinderen in huis. De war on drugs is de facto een war on cannabis geworden. Daardoor wordt de cannabis niet meer op straat verhandeld, maar ondergronds. De kwaliteit van het product is er zeker niet op vooruitgegaan. En intussen valt de cocaïne als manna uit de hemel.
“Wat we nu hebben, is een soort veiligheidstheater. De strijd tegen terreur heeft ons 160 politiemensen gekost. Ik dacht dat De Wever in Brussel op tafel ging kloppen? Maar hij krijgt dat niet gefikst. In Antwerpen stellen we het met 160 mensen minder, waardoor de wijkkantoren worden gesloten. Wie aangifte wil doen van huiselijk geweld, toch een gigantisch probleem, die moet daarvoor naar een buitenwijk. Dat zijn, alweer, de pure feiten.”
Stel: straks bent u burgemeester. Wat is uw eerste beleidsdaad?
“Een stad moet een emancipatiemachine zijn. Ik wil dat scholen meer macht krijgen. Nu vermalen we onze kinderen. Het probleem van ons onderwijs is dat het de ongelijkheid aan de start van de schoolloopbaan nog verder vergroot. Daarvoor ben ik zo ongelooflijk kwaad op de Vlaamse minister-president. Hij beweert dat herkomst en afkomst niet bepalend zijn voor schoolprestaties. Sorry hoor. Dat is opnieuw pure feitenloze politiek. Er is verdorie een rechtstreeks verband! Zeg me het diploma van uw moeder en ik voorspel uw hele schoolcarrière.
"Ten tweede zou ik het mobiliteitsbeleid terugdraaien. Mensen van buiten Antwerpen zijn zeer welkom in de stad, maar ze moeten hun auto aan de rand achterlaten. En een aantal tramsporen moet dringend een verlenging krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat er binnen vijftien jaar rechtszaken worden aangespannen door burgers tegen politici, omdat zij niets gedaan hebben voor onze luchtkwaliteit.”
Wat is uw grootste ambitie?
“Ik ben een onthecht man.”
Dat zeggen ze allemaal. En de meest ambitieuzen als eerste.
“Uiteraard willen wij opnieuw besturen. Wat ik zelf wil bereiken, is daar ondergeschikt aan. Ik ben drummer bij een groepje, Brasserie Croque-Notes, we spelen het repertoire van Georges Brassens. Ik kan er bijzonder van genieten om op de achtergrond mijn ding te doen, zodat de zanger kan schitteren.”
Hebt u al samen gespeeld met uw voorzitter?
“Neenee, die maakt te veel lawaai.” (lacht) (John Crombez speelt in een rockgroepje, red.)
Waarom zou u een goede burgemeester zijn?
“Ik geloof dat ik een goede motivator ben. Die rol gaat mij ook goed af op het voorplan. Dat ik me kandidaat gesteld heb voor het voorzitterschap is vooral ingegeven door woede. Elke keer dat sociaal-democraten geframed werden als dé potverteerders en alleenheersers van de afgelopen eeuw, werd ik kwader en kwader.”
Komt u uit een rood nest?
“Ik ben een product van het ACW. Mijn vader was een eenvoudige schrijnwerker, mijn moeder een bediende in Beveren, een klein dorp in West-Vlaanderen. Ik heb het geluk gehad dat zij me al jong heeft ingeschreven heeft in de harmonie, nadat ik vijf jaar na elkaar een drumstelletje gekregen had van Sinterklaas. Ik heb ouders die me gelukkig naar de KSA gestuurd hebben. Ik heb een echte Vlaamse katholieke jeugd beleefd. Strijdliederen inclusief.” (lacht) “Ik denk dat ik ze beter ken dan veel nationalisten.”
Waarom bent u geen CD&V’er geworden?
“De sociaal-democratie komt beter overeen met mijn DNA. Ik woon nu twintig jaar in Antwerpen. Mijn wijk, de Seefhoek, heeft mij alles geleerd: hoe je omgaat met stedelijkheid, met anderen. Ik woon naast een transithuis en heb alle migratiegolven zijn voorbijkomen: Oost-Europeanen, Irakezen, Afghanen, Syriërs. We zijn hier komen wonen omdat mijn lief, nu is zij mijn vrouw, hier kwam studeren. Met Antwerpen ’93 ben ik verliefd geworden op de stad en we zijn niet meer vertrokken.” (Antwerpen was toen de culturele hoofdstad van Europa, red.)
In uw nieuwe thuisstad bent u bij de Groenen begonnen, als kabinetschef van schepen Chantal Pauwels in de jaren 90.
“Dat waren harde jaren. Chantal heeft de Visa-crisis moeten doorstaan. Daarna heb ik jarenlang geen partijkaart meer gehad, van niemand. Ik ben toen erg geschrokken van de wijze waarop partijen met hun personeel omgaan. Hoe er offers gebracht moesten worden, ook weer feitenloos. Ik was honderd procent zeker dat Chantal recht in haar schoenen stond.”
Geen fan van Patrick Janssens dus, de grote regisseur van de coup op toenmalig burgemeester Leona Detiège?
“Laten we zeggen dat ik toen met verwondering heb gezien hoe de politiek werkt. Het positieve is dat ik er veel uit geleerd heb. Het verklaart waarom ik nu zo onthecht in de politiek sta.”
Helpt die onthechtheid om de vetes binnen de Antwerpse sp.a te beslechten?
“De plooien zijn gladgestreken, en dat is een van mijn grootste vreugdes. Nu ik voorzitter ben, moet iedereen van mij goede schoenen kopen. We moeten meer buiten komen en onze ideologie uitdragen.”
Hoeveel procent wilt u halen bij de gemeenteraadsverkiezingen?
“Dat zal ervan afhangen in welke constellatie we naar de kiezer gaan. Maar het doel is duidelijk: een nieuw progressief stadsbestuur.”
Zien uw ouders hun zoon al op het Schoon Verdiep?
“Ze zijn trots, maar vooral ook erg bezorgd. Dat zijn ze al sinds ik in Antwerpen woon. Mijn ouders hebben geholpen mijn huis te renoveren. Al het materiaal van mijn vader is gestolen, dat was al een goed begin.” (lacht) “Ze hebben vijftien jaar gehoopt dat ik zou terugkeren naar West-Vlaanderen, bij deze is die hoop ook over. (gespeeld formeel) Ik verhuis – in tegenstelling tot sommige anderen – niet. De burgemeester van Roeselare mag gerust zijn.”