De Amerikaanse president Donald Trump heeft volgens de Amerikaanse Rekenkamer vorig jaar de wet overtreden door Oekraïne militaire steun te onthouden die al door het Congres was goedgekeurd. Daarmee zijn de manoeuvres, die Trump als derde president in de geschiedenis een impeachment hebben opgeleverd, voor het eerst formeel onrechtmatig verklaard.
Donderdag begon, na goedkeuring van een opvolger van het Amerikaanse handelsakkoord Nafta, de tweede fase van Trumps afzettingsprocedure. Na het aanhoren van de twee aanklachten tegen Trump (machtsmisbruik en obstructie van het Congres) zwoeren honderd senatoren aan opperrechter John Roberts dat ze ‘onpartijdig recht zullen spreken’. Als 67 van hen Trump schuldig achten, wordt hij afgezet. Maar terwijl dat proces al loopt, worden er nog steeds nieuwe conclusies getrokken en nieuwe feiten ontdekt die relevant zijn voor de waarheidsvinding.
Een daarvan was een rapport van de General Accounting Office donderdag, de gezaghebbende Rekenkamer. Daarin oordeelt het bureau dat het Witte Huis miljoenen dollars aan militaire steun voor Oekraïne afgelopen zomer onrechtmatig heeft tegengehouden. ‘De wet staat niet toe dat de President de besluiten van het Congres vervangt door zijn eigen beleidsprioriteiten’, luidt de conclusie.
Het is een echo van een van de officiële aanklachten: dat Trump zijn macht heeft misbruikt. In de procedure werd dat echter niet vertaald in een wetsovertreding (dat hoeft ook niet), wat door Trump en Republikeinse medestanders werd aangegrepen om te kunnen zeggen dat de president ‘niets verkeerd heeft gedaan’ en dat daarom de hele impeachment onrechtmatig is. Dat is nu lastiger geloofwaardig vol te houden. In een reactie zei het Witte Huis dat de Rekenkamer ‘zich te belangrijk maakt’ en ‘probeert zich in de mediacontroverse van de dag’ te mengen.
Geen juridische consequenties
Het Rekenkameroordeel heeft geen juridische consequenties. Alleen als het geld nog steeds zou zijn achtergehouden, zou het bureau naar de rechter kunnen stappen. Maar de regering-Trump maakte de miljoenen in september alsnog over, nadat een klokkenluider alarm had geslagen dat Trump de Oekraïense president Volodymir Zelenski onder druk had gezet om een onderzoek aan te kondigen naar zijn Democratische rivaal Joe Biden, om hem zo politiek te beschadigen.
Hoewel meerdere diplomaten daarover hebben getuigd en een meerderheid van het Huis van Afgevaardigden in december oordeelde dat er genoeg aanleiding is om Trump aan te klagen, komen er nog steeds details over de precieze gang van zaken en betrokkenheid van Trumps kabinetsleden naar buiten.
Woensdagavond zei Lev Parnas, de fixer die voor Trumps advocaat Rudy Giuliani de klussen in Oekraïne opknapte, in een interview met tv-zender NBC dat zowel Trump als vicepresident Mike Pence als justitieminister Bill Barr weet had van de operatie. Zij ontkennen dat.
Onbekende Trump-fanaat
Ook zei Parnas dat Devin Nunes, de volksvertegenwoordiger die namens de Republikeinen in de Inlichtingencommissie de verdediging van Trump aanvoerde, zelf betrokken was bij de Oekraïense zoektocht naar vuiligheid over Biden. Dat zou betekenen dat hij onderzoek heeft gedaan naar zaken waarbij hij zelf betrokken was. Nunes, die in december nog ontkende dat hij ooit met Parnas heeft gesproken, herinnerde zich dat woensdag ineens wel.
Een dag eerder bleek dat een tot dusver onbekende Republikeinse Trump-fanaat, Robert Hyde, in maart vorig jaar aan Parnas had bericht dat hij de Amerikaanse ambassadeur in Oekraïne in de gaten liet houden door ‘een bewakingsteam’. Omdat deze Marie Yovanovitch het besmeuren van Biden in de weg zat, wilde Giuliani haar weg hebben. Ze werd in april ‘wegens haar veiligheid’ door het Witte Huis teruggeroepen.
Woensdag zei Parnas dat hij de berichten van Hyde niet serieus nam, omdat de man ‘altijd dronken was’. Maar donderdag werd het huis van Hyde in Connecticut door de FBI doorzocht. Oekraïne kondigde een strafrechtelijk onderzoek aan naar de mogelijke surveillance van Yovanovitch. ‘We kunnen deze illegale activiteiten op ons grondgebied niet toestaan’, aldus een verklaring van het ministerie van Binnenlandse Zaken.