Raad van State vernietigt wet die havenarbeid regelt

De Raad van State heeft in een nieuw arrest het koninklijke besluit vernietigd dat de erkenning van havenarbeiders regelt. Die regeling, die bekend staat als de wet-Major, bepaalt dat in het havengebied enkel arbeiders met een speciale erkenning aan de slag kunnen.

De wet kwam jaren geleden in het vizier van Europa, omdat ze mogelijk botste met het vrije verkeer van werknemers. Uiteindelijk werkte toenmalig minister van Werk Kris Peeters in 2016 een nieuwe regeling uit. Europa ging er ook mee akkoord dat voor havenarbeiders een erkenning gevraagd moest worden, zij het onder voorwaarden.

Die voorwaarden zijn vandaag niet ingevuld, oordeelt de Raad van State. Zo zijn er grote vragen bij de onpartijdigheid van de commissies die beslissen over de erkenningen en is niet duidelijk wat bepaalde criteria te maken hebben met de veiligheid in de haven. Nochtans was dat voor Europa erg belangrijk: de erkenning moet de veiligheid van het werk in de haven bevorderen.

De Raad van State kon daarom niet anders dan het koninklijk besluit te vernietigen. Strikt genomen ligt er geen bom onder de hele wet-Major: het principe van de erkenning voor havenarbeiders staat niet ter discussie. Het gaat veeleer om de manier waarop de erkenningsvoorwaarden worden toegepast.

Het dossier van de havenarbeid is politiek erg beladen. Toch komt het volgens bevoegd minister Pierre-Yves Dermagne (PS) niet tot een confrontatie binnen de federale coalitie. “De wet-Major blijft overeind. Het koninklijke besluit is vernietigd, maar niet de noodzaak om een erkenning te hebben.” Het dossier komt volgens Dermagne niet op tafel van de regering, maar moet opgelost worden met de sociale partners – de werkgevers en werknemers dus.