AnalyseVerkiezingen 2024
PS-voorzitter Paul Magnette schendt met aankondiging premier-kandidatuur een gouden regel in de Wetstraat
PS-voorzitter Paul Magnette opent de strijd om het premierschap. De hoop van Alexander De Croo om zichzelf op te volgen als regeringsleider krijgt zo weer een knauw. Al komt de grootste concurrentie voor Magnette misschien wel uit de eigen familie.
Niemand valt er steil van achterover, maar het interview van PS-voorzitter Paul Magnette in Le Soir kaapt wel om meerdere redenen de aandacht in de Wetstraat. Niet het minst omdat Magnette zich voor het eerst opwerpt als toekomstig premier van het land. “Het is de logica zelve dat het premierschap na de verkiezingen van 2024 opnieuw in handen komt van de grootste partij van de grootste politieke familie. Als dat de PS wordt, dan zal ik die verantwoordelijkheid niet afwijzen.”
Magnette wenst duidelijk geen herhaling van de regeringsvorming in 2020, toen hij het premierschap uit strategische overwegingen afstond aan huidig regeringsleider Alexander De Croo (Open Vld). De centrumlinkse Vivaldi-regering had geen meerderheid langs Vlaamse kant en mocht zich aan stevig weerwerk verwachten van de Vlaamse oppositiepartijen N-VA en Vlaams Belang. Een Franstalige socialist als premier daarbovenop, dat leek Magnette te veel van het goede.
Dat hij spijt heeft van die beslissing, liet de PS’er al meermaals verstaan. Het belangrijkste nieuws zit hem dan ook niet in zijn kandidatuur an sich, maar wel in de timing en de forsheid waarmee hij die poneert. Anderhalf jaar voor de verkiezingen is echt wel vroeg, zeker nu de Vivaldi-regering nog maar ruim twee jaar aan de knoppen zit. En zeker nu die regering nog een aantal lastige knopen moet doorhakken, onder andere over de pensioenen en de fiscaliteit.
In de Wetstraat geldt een gouden regel: wie te vroeg zijn kandidatuur aankondigt voor deze of gene topfunctie, krijgt ze gegarandeerd niet. Magnette zondigt tegen deze wet, maar weet waar hij aan begint. Zoals de peilingen nu aangeven, worden de socialisten in 2024 duidelijk de grootste politieke familie van het land, en wordt de PS de grootste partij binnen deze familie. De kans dat hij zijn claim hard kan maken, is dus best groot. Wie hem van het premierschap wil houden, zal sterke kaarten op tafel moeten leggen.
Strijd met PTB
De inzet van het premierschap is een handig wapen voor Magnette in de strijd met de PTB. Een stem op de PS is nu niet alleen een stem voor een socialist, maar ook voor een linkse Franstalige premier die een dam kan opwerpen tegen het centrumrechtse geweld uit Vlaanderen. Die beeldvorming kan straks vruchten afwerpen tijdens de kiescampagne, zeker nu er onvermijdelijke saneringen op de Belgische staat afkomen. Samen regeren met de PTB sluit Magnette uit.
Met de outing van Magnette wordt het rijtje kandidaat-premiers wel lang. De Croo kondigde vorige zomer al aan dat hij zichzelf wil opvolgen. Ook MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez maakt er geen geheim van dat hij het land wil regeren. Al wordt er meer en meer rekening gehouden met Vooruit-voorzitter Conner Rousseau. Als het premierschap in de schoot van de socialisten valt en Magnette onverteerbaar blijkt voor de Vlamingen, dan is Rousseau misschien een logische keuze.
De Vlaamse socialist liet al vaker uitschijnen dat hij zwaarder wil wegen. In het VRT-programma Het huis zei hij in 2021 dat hij ooit graag premier wil worden, “maar enkel als ik echt iets te zeggen heb”. Hij zou de jongste bewoner ooit zijn in de Wetstraat 16.
Versnippering
Vier kandidaat-premiers is behoorlijk ongezien, zegt politicoloog Carl Devos (UGent). Volgens hem zegt dit veel over de versnippering binnen de Vivaldi-regering. “Mocht de regering goed werk leveren, dan zou de premier boven zichzelf uitstijgen en zou het haast als een daad van inciviek gedrag worden beschouwd als iemand anders zijn of haar kandidatuur voor het premierschap aankondigt. Nu passeert het gewoon.”
Binnen Open Vld zorgt de concurrentie voor irritatie. “Ze zijn er allemaal zeer vroeg bij met hun campagnestrategieën”, merkt een partijtopper op. “We hebben nog meer dan een jaar te regeren.” Magnette haalde al meermaals uit naar de werkmethode van De Croo, zoals onlangs nog in december. De beslissing om een eigen pensioenvoorstel op tafel te gooien, zonder overleg met de bevoegde PS-minister, noemde hij toen “compleet incorrect”. Met zijn kandidatuur lijkt hij nu opnieuw te suggereren dat hij het beter zou doen.
En De Wever?
Wie het straks wordt, hangt af van de samenstelling van de regering. Zelf zou Magnette niet neen zeggen tegen een heruitgave van Vivaldi, weliswaar zonder MR. En liefst zo progressief mogelijk. “Ik zal er alles aan doen om N-VA en het confederalisme te vermijden”, zegt hij in Le Soir. Mocht N-VA inderdaad niet in de regering belanden, dan is de kans reëel dat een Vlaming opnieuw premier wordt om de Vlaamse oppositie te counteren. “Dan wordt het wellicht een strijd tussen De Croo en Rousseau”, merkt een liberaal op. Anders is een Franstalige niet onlogisch. Maar iedere piste blijft een gok.
De dans der tenoren roept trouwens nog een interessante vraag op: wat met N-VA-kopman Bart De Wever? Hij heeft intussen twee termijnen achter de rug als Antwerps burgemeester en nam nog nooit een Vlaams of federaal mandaat op. In 2019 stuurde hij Jan Jambon uit als kandidaat-premier. Maar de enige N-VA’er die nu geloofwaardig kan opstaan als kandidaat, lijkt hijzelf.
Komt hij dit keer wel uit zijn kot? Een antwoord op die vraag komt er voorlopig niet. Over de kandidatuur van Magnette is De Wever dan weer wel duidelijk: “Dat is een dikke vette nee.”