NieuwsNoord-Ierland
Pro-Britse Paul Givan leidt nieuwe regering Noord-Ierland
Noord-Ierland heeft een nieuwe leiding van de regioregering. De conservatieve pro-Britse Paul Givan is geïnstalleerd als eerste minister en de republikeinse Michelle O’Neill is opnieuw bevestigd als vicepremier.
De 44-jarige O’Neil was al vicepremier sinds 2020, maar trad volgens de Noord-Ierse spelregels automatisch af toen de vorige eerste minister, Arlene Foster, door haar Democratische Unionistische Partij (DUP) werd gedwongen af te treden. Foster raakte in eigen gelederen in ongenade na het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De DUP schoof de 39-jarige Givan als vervanger naar voren.
De DUP is nipt de grootste partij in de regio en om de regeringscoalitie weer op gang te krijgen, moest de republikeinse Sinn Féin van O’Neil instemmen. Dat ging bijna niet door, toen Sinn Féin eisen op tafel legde over de bevordering van de oud-Keltische Ierse taal (Gaelic) in het regionale onderwijs. De twist is in de nacht van woensdag op donderdag voorlopig bijgelegd en Givan kan aan het werk als eerste minister.
De politiek in dit Britse deel van Ierland wordt bepaald door verkiezingen en door een vredesakkoord uit 1998. Daarbij werd de strijd gestaakt tussen de pro-Britse unionisten en de republikeinse tegenstanders van nauwe banden met Groot-Brittannië. De republikeinen of nationalisten willen bij de republiek Ierland horen, de unionisten of loyalisten willen dat juist niet.
De republikeinen zien in de brexit een uitgelezen kans om het noorden van Ierland bij de republiek te voegen. De positie van Noord-Ierland als integraal onderdeel van het koninkrijk is ondermijnd. Het gebied heeft een aparte regeling gekregen om geen grensposten met de republiek te hoeven opzetten. Velen in de DUP verwijten Foster dat ze dit heeft laten gebeuren.