Woensdag 22/03/2023
null

Interview

Patrick Janssens: ‘De liefde is uit tussen Antwerpen en mij’

Beeld Diego Franssens

Tien jaar lang was hij burgemeester van Antwerpen, zijn moeilijk lief dat hem van de ene op de andere dag liet zitten. Patrick Janssens (57) zocht en vond intussen een nieuwe liefde. Al steekt het nog wel eens. ‘Ik heb eens gelezen dat liefdesverdriet twee jaar duurt. Die twee jaar is nog niet voorbij.’

Sofie Mulders en Jeroen De Preter

Vrijdagochtend, ergens op de E17. Achter ons ligt een intense avond in de tuin van een toprestaurant, voor ons ligt Antwerpen te blinken in de zon. Terugblikkend op ons gesprek vertelt Patrick Janssens dat hij het bij momenten confronterend vond. “Toen jullie me vroegen wat ik nog wilde realiseren, merkte ik dat het moeilijk was om daar een eerlijk antwoord op te geven.”

Het eerlijke antwoord komt alsnog een dag later, per mail. Daarin schrijft Janssens dat hij er altijd al van gedroomd heeft om een groot mediabedrijf te leiden, "de VRT of een krant, al is dat niet evident na een politieke loopbaan. En ik zou ook ooit wel een voetbalploeg willen leiden - zij het niet eender welke. In België zijn de ploegen met een project waar ik me achter kan scharen en die ook nog een hoog niveau halen, op de vingers van één hand te tellen.”

Terug naar die mooie zomerse avond in Dranouter. Ook hier had Janssens ons al over zijn toekomstplannen verteld. Over zijn zopas opgerichte Centrum voor Stadsontwikkeling bijvoorbeeld, een plan dat eerdere plannen om te doctoreren aan de London School of Economics inmiddels heeft doorkruist.

“Mijn plan was om een doctoraat te maken over de invloed van stadsontwikkeling op de samenleving. Maar ik kreeg al heel snel door dat dit een veel te alomvattend onderwerp was. Bovendien zou ik onvermijdelijk bij mijn ervaringen in Antwerpen uitkomen. Terwijl ik daar net afstand van moet nemen.

“De plannen om te doctoreren heb ik nog niet opgeborgen. Ik ben me op dit moment aan het verdiepen in een thema waarover nauwelijks onderzoek bestaat: de publieke ruimte, en hoe die sociaal wordt verdeeld. Ik ben ervan overtuigd dat daar grote mattheuseffecten spelen. Waarom ligt het Nachtegalenpark op een plek waar de huizen al de grootste tuinen hebben? Als ik nog een doctoraat maak, zal het in die richting gaan.

“Maar voorlopig gaat mijn aandacht naar ons Centrum. Op dit vlak ben ik de zoon van een beenhouwer gebleven: klanten gaan altijd voor.”

Misschien bent u wel meer een man van de daad dan van de academische reflectie?

“Dat zou kunnen. Wat ik vooral mis, is samen met een groep mensen een project realiseren.”

Een eigen adviesbureau voor stadsontwikkeling is wel een antwoord op dat gemis?

“Ik hoop het. Ik heb me in elk geval al snel gerealiseerd dat ik, wilde ik het zwarte gat vermijden, zelf een project uit de grond moest stampen. Ik wil immers niet afhankelijk zijn van wat anderen verwachten wat ik doe.

“Ik had na mijn burgemeesterschap natuurlijk ook in het parlement kunnen blijven zitten, maar dat is nooit een serieuze overweging geweest. Ik zou geen goed parlementslid zijn en ik voel me mentaal ook nog veel te jong om al aan uitbollen te denken. Ik heb een jong gezin, met jonge kinderen. Ik wil nog minstens vijftien jaar economisch actief zijn.”

U woont nog altijd in Antwerpen. Met evenveel goesting als vroeger?

“Nee, dat kan ik niet zeggen. Ik kan mijn relatie met de stad niet beter omschrijven dan als een gebroken liefdesrelatie. Het is af tussen ons. En zij heeft het afgemaakt.”

Liefdesverdriet gaat over, zegt men.

“Ik heb wel eens gelezen dat het twee jaar duurt. Die twee jaar is nog niet voorbij.”

Hoe uit zich dat verdriet?

“Onder meer in kleine ergernissen. Over wat er vandaag in het publieke domein gebeurt, bijvoorbeeld. Dat zijn vaak kleine dingen, maar ze vertellen wel iets over de prioriteiten van het nieuwe stadsbestuur.

“Zo ergert het mij dat er bij het opstellen van bouwwerven tegenwoordig geen rekening wordt gehouden met de voetgangers. Overal zie ik plots bouwwerven opduiken die de doorgang van voetgangers belemmeren. Het probleem wordt dan 'opgelost' met een bordje 'Voetgangers hier oversteken'. Als ik zoiets zag als burgemeester, telefoneerde ik even met de politie en was het probleem de volgende dag al opgelost. Vandaag kan ik niets anders doen dan me eraan ergeren. Zoals iemand zich ergert aan het gedrag van zijn ex en haar nieuw lief.”

Misschien komt ze nog wel terug, dat lief.

“Nee, dat denk ik niet. Ik geloof ook niet in comebacks. Dat zijn zelden mooie verhalen.”

null Beeld Diego Franssens
Beeld Diego Franssens

Zou het helpen als u uw ex niet elke dag opnieuw tegen het lijf liep? Brussel heeft ook zijn charmes.

“Brussel is een fantastische stad, veel internationaler dan Antwerpen, ook al omdat er op het vlak van stadsontwikkeling nog erg veel te doen is en de geesten er rijp voor zijn. Ik zou het een voorrecht vinden als we met ons centrum voor Brussel zouden kunnen werken.”

Zou u er ook willen wonen?

“Waarom niet? Vroeger kon ik me niet voorstellen dat ik in een andere Belgische stad zou wonen. Vandaag wel. We hebben al wel eens huizen bekeken op vastgoedsites. Ook huizen in Brussel. Maar echt concreet is het nooit geworden.”

Omdat u deep down nog altijd veel van Antwerpen houdt?

“Mijn vrouw zegt dat ik Antwerpen nooit zou kunnen verlaten. Ik weet niet of ze gelijk heeft.”

Tunnelvisie

Op tafel verschijnt een eerste gerecht. De chef verrast met een combinatie van noordzeekrab en gefermenteerde wortelen, onze gast doet dat niet veel later met een antwoord. Wat hij vandaag zijn grootste realisatie als burgemeester vindt? “Ik heb ervoor gezorgd dat de metalen noodbrug op de leien na dertig jaar eindelijk is weggeraakt.”

Met permissie, maar is dat geen detail?

(lacht) God is in the details. Ik vind het zelf zo'n belangrijke realisatie omdat ze ook een grote symboliek in zich draagt. Dertig jaar lang stond er in het hart van Antwerpen een brug die geen enkele andere functie had dan het autoverkeer van en naar de stad zo makkelijk mogelijk te maken. Dat de omgeving erdoor verloederde, namen we er maar bij.

“Wij zijn erin geslaagd om die brug weg te krijgen. Het zegt iets over een nieuwe visie die we hebben geïmplementeerd. Misschien wordt die visie op dit ogenblik weer tenietgedaan, maar dan nog: die brug gaan ze daar niet terugzetten. En ik hoop dat ze de tijdelijke bruggen op de singel niet gaan terugzetten. Die waren ook niet makkelijk weg te krijgen.”

U bent er ook in geslaagd om de bouw van de Lange Wapperbrug te verhinderen. Helaas voor u zult u in dit dossier vooral herinnerd worden als de man van de bocht. Eerst voorstander van de brug, dan heftige tegenstander.

“Het lot dat ik in dit dossier moet dragen is dat ik aan beide kanten van het spectrum word gezien als de man ben die het foute standpunt heeft ingenomen.

“Kris Peeters zal ongetwijfeld vinden dat ik in deze een onbetrouwbare partner was omdat ik - weliswaar op basis van onderzoek dat door de Vlaamse overheid was besteld - mijn standpunt heb veranderd. Door de actiegroepen word ik dan weer gezien als iemand die niet het onderste uit de kan heeft gehaald.

“De grote fout heb ik hier gemaakt toen ik nog partijvoorzitter was en de eerste beslissingen in dit dossier werden genomen. Als partijvoorzitter was ik bezig met de organisatie en de vernieuwing van de partij, en niet met de inhoud van de politieke dossiers. Dat leek mij, als nieuwkomer in de politiek, ook niet meer dan logisch.

“Toen ik even later burgemeester werd, ben ik lang, té lang allicht, blijven denken dat dit project niet meer tegen te houden was. Daar heb ik me op miskeken. Uiteindelijk hebben we nog een compromis uit de brand kunnen slepen. Als we hier geen compromisbereidheid hadden getoond, was de regering gevallen, en zou men de Lange Wapper misschien al aan het bouwen zijn. Dat is de politieke realiteit, maar ik begrijp dat de mensen van de actiegroepen daar anders naar kijken. Dat is ook hun rol.”

Heeft dit dossier een grote rol gespeeld bij uw verkiezingsnederlaag in 2012?

“We hebben de verkiezingen in de eerste plaats verloren door een kartel te smeden met de CD&V. Dat zorgde ervoor dat de conservatieve CD&V-kiezers naar de N-VA gelopen zijn. Als CD&V en sp.a apart naar de verkiezingen waren gegaan, waren die conservatieve stemmen gewoon bij de CD&V gebleven.”

Hoe kan een strateeg als u zo'n fout maken?

“Tunnelvisie? Er te dicht op zitten? Mijn redenering was dat we door een kartel met CD&V een klein beetje zouden verliezen op links, maar veel stemmen zouden vasthouden in het centrum. Eigenlijk had ik al veel vroeger kunnen zien dat dat een inschattingsfout was. Toen we bekendmaakten dat we met de Stadslijst naar de verkiezingen zouden gaan, zijn de peilingen onmiddellijk omgeslagen.”

Op de avond van de verkiezingen toonde u iets dat u nooit eerder publiek had getoond. Grote emoties. Tranen.

“Dat was ook nooit gebeurd als Gene (Bervoets, JdP/SMU) er niet bij was geweest. Gene is een goeie vriend - iemand met wie ik veel gedeelde affiniteiten heb. Toen hij die avond plots voor me stond, kwamen al mijn gevoelens van dat ogenblik los. Het was voor een deel opluchting, maar vooral veel verdriet. Hier kwam plots het besef dat er een einde was gekomen aan een mooie periode in mijn leven. Een definitief einde, dat wist ik meteen. Ik ben Gene dankbaar voor die troostende schouder.”

Bij de jongste verkiezingen bent u zelfs niet meer opgekomen. Hebt u dat nog overwogen?

“Monica De Coninck, Kathleen Van Brempt en Yasmine Kherbache hebben me de vraag gesteld. Uiteindelijk heb ik nee gezegd omdat het niet te combineren is met de toekomst die ik voor mezelf zie.”

Hans Bonte noemde die keuze in Knack ‘crapuleus’.

“Het is uiteraard niet leuk om zoiets te lezen. Ik vond het ook niet terecht. Al was het maar omdat ik de partij al een paar keer op deze manier heb geholpen. Ik heb het na die uitspraak van Hans even opgezocht. In het verleden heb ik drie keer de Kamerlijst getrokken waarna iemand anders kon binnenkomen omdat ik het mandaat niet opnam of uitdeed.

“Bon. Ik heb er ondertussen met Hans over gesproken. Hem uitgelegd waarom het voor mij dit keer niet mogelijk was. Ik denk dat hij me inmiddels wel begrijpt.”

Zegt zo’n uitspraak van Bonte niet iets over de wanhoop binnen de sp.a?

“Sta mij toe om daar niks over te zeggen. Niemand wordt daar beter van. Ik niet, de partij niet, de voorzitter niet, niemand.”

Tweede klasse

Het komt ons voor dat u minder moeite hebt om de sp.a los te laten dan de stad Antwerpen.

“Ik denk dat dat waar is, ja. Ik ben een geboren Antwerpenaar, ik ben niet geboren als sp.a’er.

“Het heeft er ook mee te maken dat ik tien jaar burgemeester van Antwerpen ben geweest, en maar vier jaar voorzitter van de partij. Bovendien zijn dat twee jobs die een totaal andere impact hebben op een mens. Ik ga niet zeggen dat ik dat voorzitterschap tegen mijn zin heb gedaan - ik heb er heel veel geleerd - maar het is wel een geweldig ondankbare job. Het kost ontzettend veel energie en je krijgt er in de regel weinig voor terug.”

Misschien bent u ook geen raspoliticus?

“Deze vraag impliceert dat ik blij ben dat mijn burgemeesterschap voorbij is. Dat is niet zo. Het kost me wel degelijk moeite om het einde ervan te accepteren. Ik durf me op dat vlak aan Jan Mulder te spiegelen. Dat was ooit een zeer degelijke voetballer, maar hij is moeten stoppen vanwege een knieblessure. Om toch nog bezig te blijven met wat hij graag deed, is hij over zijn sport gaan schrijven. Dat doet hij bijzonder goed, maar als hij mocht kiezen, stond hij morgen weer op het plein.”

Er is een wezenlijk verschil. Jan Mulder móést stoppen, u niet.

“Ik begrijp dat jullie dat zo zien, maar het is niet hoe ik het heb ervaren. Oké, ik had ook in de tweede klasse kunnen gaan voetballen, maar dat heb ik nooit als een echte optie gezien.”

Voelt u zich nog een socialist?

“Dat vind ik een rare, irrelevante vraag.”

Waarom?

“Omdat ik socialisme een hol begrip vind. Ik geloof in gelijke kansen, solidariteit, emancipatie. Maar als socialisme betekent dat de staat alles moet doen, dan ben ik geen socialist.

“Ik heb altijd gezegd dat ik meer een sociaaldemocraat dan een socialist ben. Maar is dat belangrijk? Gaan we de rest van de avond discussiëren over het verschil tussen twee etiketten? Etiketten interesseren mij niet. Ze zijn achterhaald. De werkelijkheid van vandaag is niet te vatten in etiketten en ik wil er ook niet in opgesloten worden.”

Maar de politieke werkelijkheid zit toch nog altijd zo in elkaar?

“Ja, en ik heb me, op mijn manier, ook altijd een beetje tegen die werkelijkheid verzet. Zo ben ik heel lang geen lid geweest van de partij. Als mensen me daarover aanspraken, zei ik dat ik niet verplicht wilde worden om te denken wat de partij denkt. Ik wilde autonoom blijven denken.”

Zo werkt het toch niet in een politieke partij?

(lacht smakelijk) Zo werkt het wel als je in een leidinggevende positie zit. Een partijvoorzitter of burgemeester mag autonoom denken.”

U werd voorzitter in 1999. Mogen we stellen dat dat, hoewel nog maar vijftien jaar geleden, een totaal ander tijdperk was?

“Dat was het absoluut. Om maar iets te noemen: op dat ogenblik was er in West-Europa nog een ongebreideld geloof in de markt, ook aan sociaaldemocratische kant. Het waren de hoogdagen van paars, New Labour. Mijn intentieverklaring als voorzitter zat ook helemaal in de sfeer van die periode.

“Door de financiële crisis van 2008 heeft dat heilige geloof in de markt een stevige knauw gekregen. Vandaag mogen en moeten we opnieuw nadenken over de rol van een regelgevende overheid.”

De Vlaamse grondstroom gaat, getuige de laatste verkiezingsuitslag, niet die kant op.

“Ik zou een verkiezingsuitslag toch niet zomaar interpreteren als een vraag om de rol van de overheid verder in te perken. Zodra je begint te peilen naar zaken die mensen rechtstreeks aanbelangen, blijken ze vaak net veel meer overheidsingrepen te willen. Of ze bereid zijn om ervoor te betalen, is natuurlijk een andere vraag.”

Hoe moet je de verkiezingsuitslag dan wel begrijpen?

“Bij het interpreteren van de verkiezingsuitslag mag je ook niet vergeten dat we voor het eerst sinds lang een verkiezing hebben gehad waarin bijna 100 procent van de markt vertegenwoordigd was. Door het cordon sanitaire had je heel lang een situatie waarin een kwart van de stemmen niet echt meetelde. Ondertussen zijn die stemmen opnieuw op de markt. Dat verklaart ook hoe het komt dat iedereen zich na de vorige verkiezing een winnaar kon noemen.

“Het is heel legitiem van de N-VA om die overwinning te claimen, maar de regering-Di Rupo kan met evenveel reden hetzelfde doen. Normaal gesproken gaat een regering die sterker uit de verkiezingen is gekomen, gewoon door. Nu ligt dat veel moeilijker, omdat ook de grootste oppositiepartij gewonnen heeft. In normale omstandigheden is dat statistisch onmogelijk, maar dit keer dus niet.”

null Beeld Diego Franssens
Beeld Diego Franssens

Hoe los je zoiets op?

“Ik stel voor dat de man die de grote overwinning claimt premier wordt.”

Vanuit zijn logica is het begrijpelijk dat hij dat niet wil.

“Ik vind het zeer onlogisch dat men zijn logica zomaar accepteert. De lijsttrekker in Antwerpen vertelt een verhaal waarmee hij een ongezien verkiezingsresultaat haalt, en vervolgens accepteert iedereen met wie hij onderhandelt dat hij geen premier wil worden. Ik begrijp dat niet. Laat hem toch premier worden, en aan zijn kiezers bewijzen hoe simpel het allemaal op te lossen is.”

Hoe verklaart u het blijvende succes van De Wever?

“Het heeft er ongetwijfeld mee te maken dat hij zijn rol magistraal speelt. Ik kan hem daar zelfs voor bewonderen. En ik ben ook wel de laatste aan wie je moet vragen hoe je hem verslaat. Dat heb ik namelijk niet gekund.

“Ongetwijfeld speelt hier ook de tijdgeest mee. Dit zijn onzekere tijden. Onlangs las ik De wereld van gisteren van Stefan Zweig. Hij schrijft onder meer over de periode die voorafging aan WO I. Dat is meer dan honderd jaar geleden, maar het lijkt soms alsof het over vandaag gaat. Zo schrijft Zweig over het onderwijs, en hoe het gezag van leerkrachten tanende is, over hoeveel sneller de nieuwe media het nieuws tot bij ons brengen.

“Hij schrijft ook over opkomend nationalisme, over mensen die zekerheid zoeken in onzekere tijden door anderen te culpabiliseren. Blijkbaar is dat een mechanisme van alle tijden. Als mensen bang zijn dat hun levenskwaliteit erop achteruit zal gaan, gaan ze op zoek naar een externe schuldige.”

Kunt u daar begrip voor opbrengen?

“Zeker. Ik ben opgegroeid op het Kiel, een volksbuurt. Mijn ouders hadden er een beenhouwerij die op een bepaald ogenblik, net als veel handelszaken in de buurt, steeds minder goed ging draaien. Die achteruitgang liep samen met een grote instroom van migranten. Het is fout maar wel menselijk om die twee evoluties met elkaar te verbinden.

“De opkomst van het Vlaams Belang heb ik vanaf de eerste dag heel goed begrepen. Dat heb ik ook al gezegd toen ik in de politiek zat. Het is gemakkelijker om antiracist te zijn in Brasschaat dan op het Kiel of in Antwerpen Noord. Ik heb een grote afschuw van het discours van het Vlaams Belang, maar ik heb wel begrip voor mensen die erop stemden.”

Hoe komt het dat de socialistische partij hier nooit een sterk verhaal tegenover heeft kunnen zetten?

“Ik denk niet dat je zulke verhalen countert met een ideologie. Het enige wat je als politicus kunt doen is ervoor zorgen dat niemand zich vandaag zo onzeker voelt dat hij de schuld voor die onzekerheid gaat zoeken bij een andere bevolkingsgroep. Dat is absoluut geen gemakkelijke opdracht.

“Ik weet niet of de helft van de mensen vandaag denkt dat het even goed zal blijven. De schrik voor wat gaat komen is heel groot. En de valse belofte dat het allemaal beter zal zijn als je maar van iemand anders af bent, is een heel sterk wapen.”

U kijkt wel heel erg somber naar de wereld.

“Dat valt doorgaans wel mee hoor. Het is ook niet omdat er vreselijke dingen op deze wereld gebeuren dat dit een vreselijke wereld is. Er is gelukkig ook nog de creativiteit, de kunst, lekker eten, het contact met mensen, de liefde, kinderen...”

U hebt er zopas nog twee nieuwe op de wereld gezet. Hebt u daar lang over moeten nadenken?

“Nee. Ik snap dat die vraag gesteld wordt, maar voor mijn vrouw en mij was het een vanzelfsprekendheid. Het is nooit een issue geweest.”

Je moet er maar zin in hebben, om als vijftiger nog eens door de pampers te gaan.

“Mensen vragen me dat vaak. Of het nu niet moeilijker is dan dertig jaar geleden? Dat is niet zo. Het is precies hetzelfde. Alleen was het al zo lang geleden dat ik vergeten was hoe het is. Mijn twee jongsten zijn nu 1,5 en 2,5 jaar oud. (lacht) Ik heb onlangs eens uitgerekend dat ze in 2030 op het WK voetbal zullen spelen, en dat ik dan 74 zal zijn. Aangezien we altijd maar ouder worden is de kans groot dat ik dat nog zal mogen meemaken.

“Zeker in één opzicht zijn de twee jongsten ook beter af dan hun oudere broers. Zij moeten niet opgroeien met een vader die burgemeester is. Toen ik burgemeester werd, zaten de twee oudsten in de laatste jaren van het middelbaar onderwijs. Ze hebben het geluk gehad dat ze Janssens heten, en niet Vande Lanotte, maar toch, voor hen was dat zeker geen cadeau om een vader te hebben die bekend geworden was.

“Ik ben blij dat dit mijn jongsten bespaard zal blijven. In het beste geval zullen zij later op zolder een bundel met krantenknipsels vinden, en verbaasd opkijken als ze zien dat het in de knipsels over hun vader gaat.”

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234