NieuwsOnderwijs
Onze leerlingen zijn amper beter dan die uit Albanië of Cyprus: ‘dramatische’ cijfers op begrijpend lezen
Heel wat Vlaamse tienjarigen hebben moeite met begrijpend lezen. Meer dan vroeger het geval was, zo blijkt uit een nieuwe vergelijkende, internationale studie. Zes procent haalt zelfs het laagste niveau voor begrijpend lezen niet.
Vier maanden. Dat is de leerachterstand van de leerlingen uit het vierde leerjaar die in 2021 deelnamen aan het vijfjaarlijkse internationaal vergelijkende PIRLS-onderzoek tegenover de leerlingen die in 2016 meededen. Vergelijken we met de leerlingen die de test in 2006 aflegden, dan is dat zelfs tien maanden achterstand. We verloren in vijftien jaar tijd met andere woorden bijna een volledig schooljaar aan kennis.
De dalende tendens voor (begrijpend) lezen is onmiskenbaar. Behaalde in 2006 nog 7 procent van de Vlaamse leerlingen een gevorderd niveau voor lezen en 49 procent een hoog niveau, dan was dat in 2021 respectievelijk 3 procent en 29 procent.
Lees ook:
Analyse. Ja, onze leerlingen worden slechter in lezen. Neen, we moeten nu niet plots alles omgooien.
Bart Eeckhout: ‘Mijn grote vrees is dat er nu een vorm van defaitisme over het onderwijs neerdaalt’
“Al zijn het vooral de zwakste leerlingen die het zwaarst in de klappen delen”, zegt PIRLS-onderzoekscoördinator Katrijn Denies (KU Leuven). Maar liefst 6 procent van de Vlaamse leerlingen haalt zelfs het laagste niveau voor begrijpend lezen niet. Dat was in 2006 nog slechts 1 procent. “Deze leerlingen slagen er meestal niet in om feiten die letterlijk in een tekst staan eruit te halen”, zegt Denies. “Dat vormt een bedreiging voor hun verdere ontplooiing, op school en daarbuiten.”
Corona
De PIRLS-testen werden afgenomen bij 6.700 leerlingen in 189 scholen in Vlaanderen. Dat gebeurde in volle pandemie, met moeilijke omstandigheden om les te geven als gevolg. Die hebben een impact gehad op de resultaten (net zoals het lerarentekort geen goed gedaan zal hebben). Van alle vergelijkbare landen ging de ruime meerderheid (21 van de 32 landen) erop achteruit.
Toch is de daling in Vlaanderen niet louter aan corona te wijten, menen de onderzoekers. Ze wijzen op twee zaken. Eerst en vooral bleef de score van Wallonië, dat vergelijkbare coronamaatregelen nam, min of meer stabiel. Daarnaast behoort Vlaanderen samen met Finland en Nederland tot de sterkste dalers. We doen het in Vlaanderen nog steeds beter dan Wallonië, maar moeten ons voor de rest vooral vergelijken met landen als Albanië en Cyprus.
Wat de daling dan wel moet verklaren, blijft voorlopig gissen. Al zien de onderzoekers wel enkele opvallende tendensen die samenhangen met de daling. Zo is het aandeel leerlingen dat thuis nooit of soms Nederlands spreken niet alleen gestegen tegenover 2016, het is ook veel tegenover de rest van Europa. De Vlaamse huiskamer lijkt ook minder aan te zetten tot lezen. In vergelijking met de rest van Europa hebben minder ouders boeken in huis, zeggen ze minder graag te lezen en doen ze het minst van heel Europa aan ‘vroege geletterdheidsactiviteiten’ zoals boeken lezen (9 procent) of spelen met letters (30 procent). Dat zijn allemaal zaken waarvan we weten dat ze een goede voorspeller zijn voor hoe goed kinderen later kunnen lezen.
Nog opmerkelijk: 43 procent van de Vlaamse leerlingen zegt met honger aan te komen op school. Dat was vijf jaar voordien nog 19 procent. Enkel Italië doet slechter. “We weten dat dat negatief samenhangt met schoolprestaties”, zegt Denies. Het onderzoek kan niet uitleggen vanwaar die honger komt, maar allicht gaat het om een combinatie van factoren zoals tijdgebrek om ’s ochtends goed te ontbijten en armoede.
Sancties
“Deze resultaten zijn alarmerend en dramatisch”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “Spijtig genoeg zijn ze ook weinig verrassend. Dit is een evolutie die al meer dan twintig jaar aan de gang is.” Weyts wijst op de vele initiatieven die sinds 2016 - toen PIRLS een eerste keer slecht nieuws bracht - genomen werden om het tij te keren.
Hij wordt daarin bijgetreden door de onderzoekers. Er gebeurt sinds enkele jaren heel wat om leesonderwijs in de school beter te maken. Het is nog te vroeg om daar de effecten van te zien. Maar ze waarschuwen er ook voor om niet alle eieren in het mandje van het onderwijs te leggen. “Scholen kunnen dit niet alleen oplossen”, zegt Denies. “We moeten ook investeren in een goede ondersteuning van scholen en gezinnen, denk bijvoorbeeld aan een nauwere samenwerking met bibliotheken om boeken te ontlenen of ouders nog meer aansporen om samen met hun kinderen boekjes te lezen voor ze naar het eerste leerjaar gaan.”
Weyts gaat nog een stap verder. “We moeten het debat durven starten over sancties voor ouders die hun verantwoordelijkheid niet nakomen.” Concreet denkt hij dan bijvoorbeeld aan het tornen aan de schooltoelage van ouders die zelf geen Nederlands spreken en hun kinderen niet in contact laten komen met Nederlands buiten de schoolpoort.