Wellesnietes
Moet België zich verontschuldigen bij Afrika en de Congolezen over zijn koloniale verleden?
Een voor- en een tegenstander gaan in duel over een hot issue. Vandaag: moet België zijn excuses aanbieden voor de misstanden in de koloniale periode? Modi Ntambwe en Herman De Croo kruisen de degens.
Modi Ntambwe
“Excuses zijn een opstapje naar een échte confrontatie met ons verleden in Centraal-Afrika”, zegt Modi Ntambwe. “De mentaliteit van Leopold II zit hier vandaag nog altijd ingebakken.”
Als bestuurder bij het Minderhedenforum en belangenverenigingen voor mensen van Afrikaanse afkomst, overlegde Modi Ntambwe (53) met de expertengroep van de Verenigde Naties die België de afgelopen week opriep om zich te verontschuldigen voor het koloniale verleden. “Als de staat de fouten van het koloniale bestuur zou erkennen, is dat een eerste stap.
“De mentaliteit van het beleid van koning Leopold II en de koloniale administratie zit vandaag nog steeds ingebakken in het Belgische systeem. Belgen met Afrikaanse wortels zijn nog altijd dagelijks slachtoffers van discriminatie. Het probleem begint in onze scholen. Van het lager onderwijs tot de universiteit wordt er te weinig aandacht besteed aan de negatieve effecten van de kolonisatie. Er is een dramatische historische kennisarmoede over deze periode. België vormt een elite die beïnvloed is door de systematische dynamiek van rassenscheiding tijdens het koloniale tijdperk. Dit is vandaag nog altijd onderhuids aanwezig in onze samenleving.
“Bekijk de Belgavox-reportages over Belgisch Congo. Er waren promotiefilmpjes te zien over ‘hoe je het beste een Congolese huishoudhulp kon opleiden’. Of er werd positieve aandacht besteed aan de évolués, de Congolezen die volgens de kolonisatoren zogezegd zozeer ‘geëvolueerd’ waren dat ze – beperkte – studies mochten doen. In de praktijk kregen ze enkel onderbetaalde bediendejobs onder een strikte blanke hiërarchie.
“Ook nu worden hier in België veel Afrikaanse kinderen al te vaak en te snel gedirigeerd naar het beroepsonderwijs, ook al zouden ze, zoals andere kinderen, hun schoolcarrière kunnen voortzetten in het algemeen vormend onderwijs. Hun keuzevrijheid wordt dus al op jonge leeftijd beperkt.
“Kijk naar de situatie van de Afrikaanse vrouw in België vandaag. Zelfs als ze diploma’s heeft, wordt zij er door uitzendbureaus toe aangespoord om te gaan werken in de sector van de dienstencheques. Zelfs als ze een cv indient met PhD’s, wordt er altijd nog eerst gevraagd ‘waar ze vandaan komt’, en ‘of ze plannen heeft om ooit terug te gaan naar haar land’.
“Weet je, als je geboren werd met de Belgische zon in de ogen, voelt zoiets telkens aan als een klap in het gezicht. Dan voel je je verworpen door een wereld waarvan je dacht dat hij de jouwe was.
“Er bestaat nog altijd een collectief onderbewustzijn waarin de koloniale gedachte is verankerd dat ‘de zwarten niet veel hebben gestudeerd’. Zo kom je tot situaties zoals in Elsene, waar een groot deel van de Congolese gemeenschap hoogopgeleid is maar er in de praktijk veel werkloosheid heerst. Deze minachting leidt tot echte drama’s. Er zijn jongeren met Afrikaanse wortels die zelfmoord hebben gepleegd omdat ze de raciale vooroordelen niet meer aankonden.
“Anderen zitten thuis met een depressie, waarvan de oorzaak wortelt in angstaanvallen door racisme op de werkvloer. Zij hebben geen medisch maar een juridisch probleem, omdat het racisme werd genegeerd.
“Daarover moeten we praten. We hebben een ideologische deconstructie nodig, die een einde maakt aan stereotypes waarvan de oorsprong in de kolonisering ligt. Het mag dan wel geen gezondheidswandeling van pakweg tien dagen worden. Er zullen pijnlijke gesprekken moeten worden gevoerd.”
Herman De Croo
Minister van Staat Herman De Croo (Open Vld) is een groot Congo-liefhebber sinds hij er decennia geleden zakelijke en culturele banden mee aanknoopte. “We moeten nu naar de toekomst kijken.”
‘We gaan toch geen oude wonden openrijten om daarna nog eens twintig jaar te palaveren en tijd te verliezen om goed samen te werken met Centraal-Afrika?’ Herman De Croo (81) vindt aandacht voor de demografische druk op Congo belangrijker dan excuses. ‘Ons nu verontschuldigen vind ik een modetrend.’
“De Vrijstaat Congo onder koning Leopold II duurde 23 jaar, de Belgische kolonie bestond 52 jaar en de onafhankelijkheid is nu al bijna 60 jaar geleden. We zijn nu drie, bijna vier, generaties verder. Verontschuldigingen zijn nu boter aan de galg. De meeste Congolezen vandaag zijn opgegroeid onder Mobutu of de Kabila’s. Er woedt nu al jaren oorlog, waarbij 120 milities elkaar uitmoordden. Daartussen is geen blanke te vinden. Nu gaan insinueren dat dit een gevolg is van een democratie die wij in 1960 te vluchtig tot stand zouden hebben gebracht, is een brug te ver.
“Het is evident dat er onder het koloniale regime overdrijvingen zijn gebeurd, maar als men dat vergelijkt met de recente oorlog die rechtstreeks en onrechtstreeks miljoenen levens eiste, is er geen sprake van een parallel.
“De kritiek op mensenrechtenschendingen in Congo Vrijstaat (1885-1908) onder Leopold II, was ook een techniek in de toenmalige wereldpolitiek. De Britten hoopten hun koloniale imperium uit te breiden. Ze uitten pas kritiek toen ze doorhadden dat de ‘sluwe vos’ Leopold II hen gerold had, omdat hij het rubber uit de plantages wist te verhandelen.
“Men vergeet ook snel dat heel wat andere landen, het VK, Nederland, Frankrijk, actief deelgenomen hadden aan slavenhandel, maar België nooit. Er zijn in Congo Vrijstaat inderdaad veel Congolezen gestorven, maar aan het einde van de 19de eeuw werd Centraal-Afrika geplaagd door enorm veel dodelijke ziekten, echte plagen in de bijbelse zin van het woord. België begon daarna uit een humanitaire en economische reflex met het indijken daarvan. Wij waren toen en ook vandaag nog koplopers in de tropische geneeskunde. Dat hielp en helpt de Congolese bevolking.
“Natuurlijk, ook tijdens ‘Belgisch Congo’ (1908-’60) zijn er fouten gemaakt. Zo was het koloniaal-katholieke regime te autoritair. Maar toen we vertrokken, stonden het basisonderwijs, de gezondheidssector en de infrastructuur voor die tijd wel op een hoog niveau. Als je kijkt naar de uitbuiting van vandaag, van zwarten tegenover zwarten, met betrokkenheid van westerse en Aziatische haviken, kun je dat nog moeilijk aan die tijd wijten.
“We moeten naar de toekomst kijken. De demografische druk op zwart Afrika is enorm. In 150 jaar is er daar een echte bevolkingsexplosie geweest, van 100 miljoen inwoners naar bijna 2 miljard. Tijdens mijn eerste bezoek aan Kinshasa in 1966 woonden er een half miljoen mensen in die stad, nu zijn dat er bijna 19 miljoen. De gemiddelde leeftijd is er 19 jaar. Dat zet een enorme druk op de natuur. Honderd kilometer rond Kinshasa is er geen boom meer te vinden. Het tropische regenwoud wordt in ijltempo gekapt om van de bomen houtskool te maken. Dat is rampzalig voor mens, dier en milieu – ook voor ons, want dat woud is een belangrijke opslagplaats voor CO2 in de strijd tegen klimaatverandering.
“Ons nu verontschuldigen voor ons koloniale verleden vind ik een modetrend. Zullen excuses de Congolese jongeren helpen? Nee, ze zijn contraproductief, nu we samen moeten nadenken hoe we ons klimaat gaan redden en zullen omgaan met de migratiestromen die van daaruit nog gaan komen. Ons lot is aan elkaar verbonden.”