NieuwsPolitiek
‘Liever geen hervorming dan een slap afkooksel’: hoop op snel en groot pensioenakkoord verdampt
Zevende keer, goede keer? Optimisten denken vanavond - of desnoods wat later deze week - met een pensioendeal te landen, maar binnen de regering zijn ze stilaan in de minderheid. De premier houdt vast aan 21 juli als streefdoel, maar hier en daar worden zelfs daar vragen bij gesteld. ‘Toch als het een stevige hervorming moet zijn.’
Met het rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing mee onder de arm buigen de topministers zich vanavond weer over een eventuele pensioenhervorming. Naar jaarlijkse gewoonte benadrukte die commissie nogmaals dat de vergrijzingskost nog is toegenomen. Vooral MR hoopt daarmee de druk op PS en Ecolo te verhogen.
Maar de echte deadline lijkt stilaan verschoven naar 21 juli. “We zetten grote stappen vooruit, dus ik heb groot vertrouwen dat we tegen dan kunnen landen”, zei premier Alexander De Croo (Open Vld) gisteren voor de camera’s van ‘VTM Nieuws’. Ook de groenen koesteren de hoop om voor de nationale feestdag te landen. “Als het niet lukt, dan krijgen we het pensioendossier in september weer op ons bord. Exact een jaar nadat Lalieux haar plan heeft gelanceerd. Het zou toch onaanvaardbaar zijn dat we een jaar later nog steeds nergens staan?”, vindt vicepremier Petra De Sutter (Groen). Maar bij cd&v en MR sluipt de twijfel binnen, want over de fundamenten van de hervorming verlopen de gesprekken nog steeds moeizaam.
Werkloosheid
De moeilijkste knoop is en blijft de voorwaarde van een minimumaantal effectief gewerkte jaren als toegangsvoorwaarde voor het minimumpensioen. De PS is nu bereid om mee te gaan in de toegangsvoorwaarde van twintig effectief gewerkte jaren voor mensen met een loopbaan van dertig jaar. Dat komt neer op in totaal 4.160 effectief gewerkte dagen.
Maar dat klinkt spectaculairder dan het is, want in de nota die minister van Pensioenen Karine Lalieux (PS) zondag neerlegde en die onze redactie kon inkijken, staat dat ook periodes van arbeidsongeschiktheid, tijdskrediet, tijdelijke werkloosheid en moederschapsverlof blijven meetellen als effectief gewerkte dagen. Alleen periodes van volledige werkloosheid laat ze weg.
Bovendien moeten alle jaren voor 2014 voor Lalieux sowieso als gewerkt meetellen, om mensen niet voor voldongen feiten te plaatsen. Voor mensen - vaak vrouwen - die vrijwillig deeltijds werkten en een andere toegangsregeling hebben tot het minimumpensioen wil de PS niets veranderen. Voor cd&v en de liberalen gaan al die voorstellen niet ver genoeg. Bij cd&v klinkt: hoe meer gelijkgestelde periodes toch gaan meetellen, hoe hoger het aantal dagen moet liggen.
Erfenis van Michel
Daarnaast wil De Croo ook de voorwaarden voor het vervroegd pensioen verstrengen. Aanleiding is het feit dat het voor zowel PS als Vooruit belangrijk is dat mensen die op hun 18 jaar zijn beginnen te werken, al na een loopbaan van 42 jaar kunnen afzwaaien - op hun 60ste dus. Vandaag kan dat pas op hun 63ste. Voor de MR ligt dat moeilijk, omdat dat zou neerkomen op het terugdraaien van een verwezenlijking van de regering-Michel. De Croo gaat daar in zijn nota wel in mee, maar hangt er enkele voorwaarden aan vast. Zo stelt hij voor dat die groep wel 35 jaar - van 208 dagen - effectief gewerkt moeten hebben.
Ook voor alle andere Belgen stelt De Croo voor om de toegang tot het vervroegd pensioen aan te scherpen, met een extra voorwaarde van dertig jaar van 208 effectief gewerkte dagen. Er komt wel een overgangsperiode. Wie 58 of 59 jaar is op 1 januari 2024 en met vervroegd pensioen, zou maximaal twee jaar extra moeten werken. Ook voor het ‘rijdend’ personeel van de NMBS en defensie wil hij de pensioenleeftijd over een periode van tien jaar geleidelijk optrekken naar de wettelijke pensioenleeftijd. Daar wil Lalieux niet van weten.
Verschillende vicepremiers twijfelen eraan of dat alles er wel kan worden bij gesleurd als men tegen 21 juli wil landen. Meer en meer valt te horen: liever geen hervorming dan een slap afkooksel.
Lees ook
Bart Eeckhout: ‘Het pensioendebat verdient ernst, focus en toewijding, geen politiek theater’
Rapport bewijst: kosten voor pensioenen lopen fors op