InterviewKristof Calvo
Kristof Calvo (Groen): ‘De droom van een groene volkspartij, die is er nog altijd. Ook al gaat het nu wat minder’
Wat heeft Kristof Calvo – niet zo lang geleden nog de ongekroonde koning van zijn partij – te vertellen over de toekomst van Groen? Veel. ‘Ik word hoe langer hoe linkser.’
Toen Kristof Calvo dinsdag toezegde voor dit interview, had hij nog geen flauw benul dat Meyrem Almaci een dag later haar afscheid als voorzitter zou aankondigen.
Calvo: “Ze heeft me verrast, ja. (lacht) Maar dat is normaal. Zo’n beslissing komt alleen Meyrem zelf toe. En ook al hebben we onze meningsverschillen gehad, dat is geen geheim, ik vind de manier waarop ze afscheid heeft genomen knap.
“Je voelde ook wel opluchting bij haar. Als je weet hoeveel die job van je vraagt, dan kan je alleen bewondering hebben.”
Volgens Almaci was ‘de rek eruit’.
“Acht jaar voorzitter zijn, dat is een eeuwigheid hè. En het is in de politiek ook gewoon gezond om af en toe het stokje door te geven.”
Waarom gebeurde dat niet na de zwakke verkiezingen in 2019?
“Na die verkiezingen namen we binnen de partij te weinig tijd voor een grondige evaluatie. Dat klopt. Maar dat was ook mede mijn verantwoordelijkheid. Ik lees nu overal: Almaci is te lang blijven zitten. Een gemakkelijke analyse. De ene dag ben je een ster, de volgende kan je zogezegd niets meer.
“Ik werk ook bij GroenLinks in Nederland. De ochtend van de lokale verkiezingen vorige week kopte De Telegraaf: ‘Dit is de laatste dag van Jesse Klaver’. Hij werd de winnaar.”
Ook de partijtop stelde vast: het ging niet meer met Almaci.
“Het probleem is niet één persoon en de oplossing zal dat ook niet zijn. Dat klinkt ontwijkend, maar voor mij is het zo. Wat ik merk, is dat we – politici en journalisten – de factor ‘poppetjes’ zwáár overschatten. De Belgische politiek moet oppassen met die personalisering van alles. Ik had daar vroeger ook last van.”
De dramatische ministerkeuze voor de Vivaldi-regering, waarbij u gepasseerd werd, wordt vaak aanzien als de druppel voor Almaci.
“Voor mij is die pagina al lang omgeslagen. Echt waar. Ik bekijk mezelf niet als een ‘voormalige kandidaat-minister’ maar als ‘Kamerlid met veel ideeën’.
“Die ministerkeuze, dat zijn een paar moeilijke dagen geweest, ja. Zou ik achteraf gezien opnieuw mijn ontgoocheling hebben getoond? Wellicht niet. Maar je komt uit die nachtelijke onderhandelingen... Ik ben nu heel gelukkig.”
Hier zit geen kandidaat-voorzitter?
(aarzelt) “Die vraag is de reden waarom ik getwijfeld heb om dit interview nog te geven. Ik kan er gewoon geen goed antwoord op geven. Want dan ben ik niet consequent met wat ik belangrijk vind: dat personen van de tweede orde zijn. En omdat we in de partij hebben afgesproken dat niemand hier voorbarige statements over zou maken.
“Zoals iedereen weet, heb ik wel een duidelijke mening over voorzitters: afschaffen. Of hen toch een heel andere rol geven. Ons model met de voorzitters als de spil van de macht is ronduit ondemocratisch.”
Dus hier zit geen kandidaat-voorzitter?
“Mijn persoonlijke ambities zijn veel kleiner dan vroeger. Absoluut. Maar ik wil de mensen ook niet te veel geruststellen: mijn inhoudelijke ambities zijn nog groter. (lacht) De droom om Groen uit te bouwen tot een progressieve volkspartij, die is er nog altijd. Ook al gaat het nu wat minder.”
Een groene volkspartij, dat kan tellen.
“Ik heb vier voorzitters gekend: Vera Dua – donkergroen en deskundig in onze corebusiness: bossen, proper water, gezond voedsel. Mieke Vogels – iemand die focust op het immateriële: de onthaasting. Wouter Van Besien, hij heeft de partij sociaal-economisch verbreed. En de assertiviteit van Meyrem, met haar hartstochtelijke hekel aan elke vorm van onrecht. Leg dat samen en je bent er bijna.
“Daarom ook dat ik zeg: één iemand gaat het niet oplossen. Trouwens: als ik Groen vergelijk met andere partijen, dan kunnen we een heel sterke ploeg opstellen. Neem alleen al Petra De Sutter. Even deskundig als Frank Vandenbroucke (Vooruit), maar nog sympathieker.” (lacht)
Volgens een anonieme partijtopper is er nog ‘veel werk’ richting de verkiezingen in 2024.
“Als je de lat hoog legt, is dat de correcte analyse. Daarom is het ook die van mij.
“Wat ik hoop, is dat we ons bij deze voorzitterswissel niet laten opdelen in realo’s en fundi’s. Niet zozeer omdat er geen discussie mag zijn. We hebben nood aan een ideeënstrijd. Maar mijn overtuiging is dat we als groenen allemaal realo’s én fundi’s moeten zijn. Sterk en pragmatisch aan de onderhandelingstafel, met scherpe idealen. We zijn na 40 jaar niet meer de rebellen van de klas, maar we mogen ook geen middenpartij worden.”
Waarom blijft Vivaldi sputteren?
“Vivaldi is tot nu toe vooral een crisisregering. De boel bij elkaar houden. Maar Vivaldi moet ook een hervormingsregering worden. Het goede nieuws is: we moeten niets uitvinden. Als we al eens zouden beginnen met het regeerakkoord uit te voeren, dan kan het perfect lukken. Ik ben een Vivaldist van het eerste uur. Ik geloof dat die partijen de beste ideeën samenbrengen.”
‘Teamwork wins championships’ is ver weg.
“Er is meer ambitie nodig. Het komende jaar kunnen we bijvoorbeeld geschiedenis schrijven met een grote fiscale hervorming. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) staat te popelen om er werk van te maken. Ook voor de socialisten en voor ons is dit belangrijk.
“Ik nodig de liberale collega’s uit om hun reserves te laten varen. Wie zich blijft verzetten tegen het afschaffen van de fiscale voordelen voor het voetbal en voor de tweede woonst... allez, sorry. Het is nu beter om te rentenieren dan om te travakken. Is dat liberaal?”
Ook uw stokpaardje, democratische vernieuwing, blijft op stal.
“Ik had gedroomd van een ‘Zaal F’ voor Vivaldi. Een plek waar – zoals destijds met Guy Verhofstadt (Open Vld) in de Senaat – gelijkgestemden samenkwamen rond democratische vernieuwing. Het is er nog niet van gekomen. Het belang is nochtans enorm. Want hoe onze politiek functioneert, is niet alleen een kwestie van talent. Het is in grote mate een kwestie van spelregels. Die spelregels, ik ben erdoor geobsedeerd.
“Sinds kort heb ik een politiek idool: Hans van Mierlo. Hij was de oprichter van het Nederlandse D66, maar tegelijk iemand die de partijpolitiek altijd te star vond. Of zijn foto op mijn nachtkastje staat? Neen, dat mag niet van Jessika (Soors, zijn vriendin en oud-Kamerlid, red.).” (lacht)
Voelde uw tijd in Nederland als een tocht door de woestijn?
“Helemaal niet. Ik ben trouwens maar enkele dagen per maand in Den Haag hè. De meeste tijd breng ik door in Brussel, in de commissie Grondwet. (denkt) Van Mierlo zei bij zijn afscheid: ‘Het denken en het spreken hielden geen gelijke tred meer.’ Dat gevoel had ik ook wel al even. Eigenlijk al sinds de verkiezingen.”
En toen moest Conner Rousseau nog uit een konijnenpak springen.
(lacht) “Twee jaar geleden kwamen die programmamakers ook bij mij langs. Je moet weten: ik kan niet zingen – ik heb nog altijd trauma’s van de muziekles op school. Ik kan niet dansen – ik heb drie pasjes. En ik haat verkleden. Die mensen zijn vier minuten op mijn bureau gebleven.”
Een slecht idee dus?
“Ik ga daar niet over oordelen. Elke politicus maakt zijn keuzes.
“Ik heb Twitter van mijn telefoon gegooid. Als je wat afstand neemt, merk je: de hitsige nieuwsversnelling aangedreven door sociale media, dat is alleen iets voor de mensen die er tijd voor hebben. Een buschauffeur, die zit niet de hele dag te scrollen. En wat nefast is: zo ontstaat er een bubbel met eigen prioriteiten.
“Er is al veel inkt gevloeid over de afstand tussen de Wetstraat en de Dorpsstraat. Maar dé kloof is die tussen Twitter en de werkvloer. Neem bedrijfswagens. De waanzinnige focus op dat dossier in de kiescampagne van 2019 is een uiting van deze kloof. Veel mensen hebben geen bedrijfswagen, hoor. Voor mij is vandaag de conclusie: het Vlaamse midden is rechts.”
Hoe bedoelt u?
“Kijk naar het debat over de leeflonen voor Oekraïners. In oorlogstijd moet je als politicus boven jezelf uitstijgen. Maar onze minister-president Jan Jambon (N-VA) komt dan vertellen: mij zal je niet ‘Wir schaffen das’ horen zeggen! (opgewonden) Wir schaffen das is toch geen linkse kreet? Dat is een uiting van menselijkheid.
“Ik vind het opvallend dat het geen twee weken geduurd heeft vooraleer die Oekraïense vluchtelingen een ‘kostenpost’ zijn.”
Het stoort u duidelijk mateloos.
“Ik trek hier drie conclusies uit. Eén: de Wetstraat weet niet wat de OCMW-wetgeving inhoudt. Pijnlijk.
Twee: het belang van taal. ‘Aanzuigeffect’, ‘zakgeld’, ‘bed, bad, brood’. Bah! De Italiaanse marxist Antonio Gramsci schreef: als je de taal beheerst, dan heb je een culturele hegemonie. Dat zie je in die discussie over de leeflonen. Hoe rechts de taal heeft overgenomen. Bij N-VA kennen ze Gramsci, hoor. Ik word zelf trouwens hoe langer hoe linkser. Dat idee van ‘Calvo, de linksliberaal’ is achterhaald.
“Drie: het is tekenend dat eerder gediscussieerd wordt over het beknibbelen op het leefloon van vluchtelingen dan over een oorlogsbijdrage door de allerrijksten. Dat is het venster van Overton: welke ideeën worden als mainstream ervaren en welke als radicaal? Ik stel dus vast dat het Vlaamse midden, het venster, rechts is.”
U wil dit veranderen?
“Hier zit de grote opdracht van links: dat venster terug naar links schuiven. Als je de generositeit van de Belg ziet, wat zou dat dan geven als de politiek daar ook complexloos voor zou pleiten?
“Ik ben bezig aan mijn derde boek, maar ik worstel met het mensbeeld. Eerst dacht ik: de meeste mensen deugen. Nu denk ik eerder: er zit goed en kwaad in elke mens, en de politiek bepaalt wat zegeviert. Blaas het goede aan.”
Passen uw grote ideeën wel in de kleine wereld van de Wetstraat?
“Groen moet het zelfvertrouwen hebben om het voortouw te nemen in die strijd. En dat geldt niet alleen voor ons.
“Heeft mijn partij een probleem? Ja. Maar Open Vld, CD&V, Vooruit ook. De enigen die geen probleem hebben, is extreemrechts. Dus in plaats van met Vivaldi een competitie te organiseren ‘Wie wordt de grootste van de kleintjes?’ en met zijn allen af te stormen op een pikzwarte zondag, moeten we zeggen: komaan, we kunnen dit samen. De oplossing is niet minder Vivaldi, maar meer Vivaldi.”
De milieubeweging vindt het energieakkoord een ‘enorme gemiste kans’.
“Je moet rekening houden met een oorlog op ons continent. Dat meen ik. Die heeft onze analyse veranderd. We zijn niet plots fan van kernenergie, maar ik voel me wel op mijn gemak met dat akkoord.
“Vóór Fukushima waren er plannen om alle kerncentrales 30 of 40 jaar langer open te houden. Toen stonden we alleen. Nu gaan er vijf dicht en blijven er twee langer open. Ik ben niet objectief, want ze is een vriendin, maar Tinne Van der Straeten doet het echt fantastisch.”
1,2 miljard euro voor hernieuwbare energie is weinig.
“Het komt overeen met de grootte van het Europese investeringsplan voor België. Maar goed, het mag en moet meer zijn in de toekomst. Hernieuwbare energie is geen hobby van de groenen. Het is een kwestie van nationale veiligheid. En Vivaldi en zeker de linkerzijde moet zich dringend verenigen rond het definitief maken van het sociaal energietarief.”
Engie zal veel geld vragen voor een nucleaire verlenging.
“Gelukkig heeft Tinne haar huiswerk gemaakt en voor extra capaciteit gezorgd, zoals nieuwe gascentrales. Daardoor heeft de Belgische staat überhaupt een onderhandelingspositie. Alle klassieke partijen zouden een dikke bos bloemen naar Tinne moeten sturen, want zij is hun puinhoop aan het opkuisen.
“De premier en Tinne gaan nu die gesprekken met Engie voeren. Laat het duidelijk zijn: het is niet onze bedoeling om de zaak te saboteren. Maar we gaan ook geen blanco cheque ondertekenen. Tinne kan zeer overtuigend zijn, dus dat zal wel loslopen.”
Ja? Ze krijgt het soms moeilijk uitgelegd.
(gepikeerd) “Dat was één keer! Na een lange nacht vergaderen. Ben jij ’s ochtends altijd scherp? Ik heb over de bedrijfswagens ook eens 30 seconden over mijn tong liggen strompelen op tv. Je moet een minister beoordelen op zijn publicaties in het Staatsblad, niet op zijn laatste mediaoptreden. En sorry, maar het is niet dat de Wetstraat vol loopt van Obama’s.
“Commentaar geven is gemakkelijk. Je moet je eens voorstellen dat al die Vivaldi-ministers gewoon hun werk zouden kunnen doen, zonder kritiek van voorzitters. Dat zou een heel ander beeld geven.”
Nu is het beeld: Groen is op weg naar een herhaling van het drama in 2003.
(blaast) “Dat is negentien jaar geleden. Vinden jullie het niet mottig om daar steeds naar terug te grijpen?
“Nu, de paradox van groene politici is dat we straffe ideeën hebben, maar dat we softies zijn. Een speciale combinatie waardoor bij ons de twijfel sneller binnensluipt. Daar is niets mis mee: iedereen moet blijven zoeken, maar je moet ook assertief zijn als het over je eigen voorstellen gaat.
“Ik was tien jaar lang vooral bezig met de score van Groen. En geloof het of niet, maar nu is dat niet meer zo. De partij laten groeien is een middel, geen doel. Wat is Groen straks met 12 procent als de rest verliest? Dan kunnen we Vlaams oppositie voeren tegen N-VA en Vlaams Belang, en kunnen we federaal curator worden van een verscheurd België. 2024, dat gaat niet over de score van de partijen. Het wordt een referendum voor of tegen België, politiek en democratie.”