InterviewOlaf Scholz
Kersvers Duits bondskanselier Olaf Scholz: ‘Ik zeg niet dat het allemaal gemakkelijk wordt. Ik zeg alleen dat het kan’
Olaf Scholz (SPD) wil een nieuwe stijl hanteren en politiek begrijpelijker maken. Een gesprek met de nieuwe Duitse bondskanselier over de grote uitdagingen tot 2030, de nieuwe wind die hij wil laten waaien en zijn strijd tegen de vierde coronagolf.
Willy Brandt, Helmut Schmidt, Gerhard Schröder, Olaf Scholz. Wat denkt u bij dit rijtje, mijnheer de bondskanselier?
“Brandt, Schmidt en Schröder hebben ons land in zeer verschillende tijden vooruitgeholpen. Het is heel bijzonder om in dit rijtje te staan.”
Vervult het u met trots?
“Ik ben ontroerd en blij dat ik deze belangrijke taak op mij mag nemen, ja.”
Met wie voelt u zich het meest verbonden?
“Dat is moeilijk te zeggen. Wat Willy Brandt heeft bereikt met zijn Ostpolitik en met zijn slogan ‘meer democratie wagen’, was een indrukwekkend staaltje van staatsmanschap.”
We dachten dat u Helmut Schmidt zou noemen, met wie u vaak vergeleken wordt.
“Ik heb Helmut Schmidt altijd bewonderd voor de heldere manier waarop hij politiek uitlegde. Dat is wat burgers vandaag missen. Wij zullen daar verandering in brengen.”
Wij?
“Wij. Ik eerst en vooral.”
Wat doet iemand als Olaf Scholz als hij voor het eerst zijn kantoor in de kanselarij binnenkomt? Zichzelf een applausje geven?
“Ik ben geen man van veel gebaren. Ik ga aan de slag.”
U bent in zeer goede conditie, u bent tien kilo afgevallen voor de verkiezingscampagne, u jogt veel, u roeit, u bent af en toe zelfs op de fiets van Potsdam naar het ministerie van Financiën gereden. Bent u van plan daarmee door te gaan?
“Jazeker. De momenten waarop ik sport, staan al in mijn agenda, het is maar twee of drie keer per week. Ook als kanselier moet dat lukken. En ik heb er ook van genoten om meer op mijn voeding te letten. Minder te eten dus.”
Hebt u plannen voor de overgang van oud naar nieuw?
“Ik hoop dat er ruimte is voor vakantie. Maar eerst wil ik de vierde coronagolf onder controle proberen te krijgen.”
Twee keer minister, burgemeester, vicekanselier. Niemand was ooit zo goed voorbereid op het kanselierschap. Kun je kanselier zijn leren?
“Natuurlijk heb ik in mijn vorige functies veel ervaring opgedaan. Maar belangrijker is een innerlijk kompas, anders kun je geen enkele functie aan, en zeker deze niet. Als regeringsleider van Duitsland moet ik een duidelijk kompas hebben om de juiste koers aan te houden.”
‘Ik heb waanzinnig veel respect voor deze functie,’ zei Joschka Fischer ooit. ‘Alle krachtlijnen van de republiek komen erin samen.’ Voelt u deze last al?
“Dit is een bijzonder serieus ambt. En daarom moet het serieus worden aangepakt. Het vergt doorzetting en ijver, en de bereidheid om inspanningen te leveren zodat iedereen in dezelfde richting marcheert. Want dat is het mooie van democratie, dat het een collectieve inspanning is. Je bent nooit alleen op weg.”
Dus het is niet alleen een last, maar ook een lust?
“Ik heb me kandidaat gesteld om bondskanselier te worden. En nu doe ik dat.”
U wordt beschouwd als een man die altijd alles onder controle wil hebben. Is dat een beschermend pantser?
“Ik hou niet van dat beeld, omdat het verkeerdelijk de indruk geeft dat ik me afsluit van de buitenwereld. Ik heb dat nooit gedaan, niet als advocaat, niet als parlementslid, niet als minister en ook niet als burgemeester van Hamburg.”
U hebt ooit gezegd: ‘Ik heb een hekel aan politici die zeuren dat hun leven zo zwaar is.’
“Klopt.”
Geeft u daarom zo weinig prijs over uzelf?
“Ik vind dat je niet te veel met je gevoelens te koop moet lopen. Ik ben wat dat betreft een echte Hamburger, een hanzeaat. De burgers willen ons niet horen zeuren hoe lastig ons leven is.”
Klopt het dat kritiek van u afglijdt?
“Ik ben niet onverschillig voor kritiek. Ik neem er nota van en kan er goed mee omgaan, maar ik vind niet dat alle kritiek altijd terecht is.”
Wie zoekt u op als u echt eerlijke feedback wilt? Uw vrouw?
“Zeker, maar niet alleen mijn vrouw. Ik heb altijd met sterke persoonlijkheden samengewerkt, met zowel mannen als vrouwen, vaak vele jaren lang. En geloof me, ze hebben hun mening nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat is voor mij zeer belangrijk.”
Saskia Esken citeerde bij de presentatie van het regeerakkoord de onvermijdelijke Hermann Hesse: ‘Elk begin heeft zijn betovering.’ De pandemie maakt het begin van uw kanselierschap niet bepaald betoverend.
“De Duitsers hebben zin in verandering. Er heerst optimisme. Velen zijn nieuwsgierig naar deze nieuwe coalitie, met drie partijen die nooit eerder hebben samengewerkt. Een regering die voorwaarts wil, die een nieuwe stijl hanteert. De dynamiek die hiervan uitgaat kan iets duurzaams teweegbrengen, dat voelbaar blijft tot na deze legislatuur. Ik heb bewust gezegd dat we werk hebben voor een heel decennium.”
Maar er is nog steeds de pandemie...
“Ja, want het virus bedreigt nog steeds onze gezondheid.”
Vloekt u dan niet binnensmonds dat die verdomde pandemie de mooie start van uw kanselierschap verpest?
“Vloeken helpt niet, en het komt ook niet onverwacht. Ik vecht al bijna twee jaar non-stop tegen de pandemie en haar gevolgen voor onze gezondheid, onze samenleving en onze economie. En ik heb nooit de illusie gehad dat corona op een gegeven moment zomaar voorbij zou zijn. Maar ik geef openlijk toe dat ik net als iedereen corona hartsgrondig beu ben. We moeten nu vastberaden en zo snel mogelijk het nodige doen om de vierde golf te breken. Dit betekent dat tegen Kerstmis tot 30 miljoen vaccinaties nodig zijn, zowel eerste als boostervaccinaties.”
Bent u niet bang dat de opgewekte stemming zal verdwijnen omdat alles weer om corona draait en alle energie naar de strijd tegen de pandemie moet gaan?
“Je kiest je crisissen niet, dat geldt zowel voor economische crisissen als voor natuurrampen. Het komt erop aan actie te ondernemen. En dat moet deze regering vanaf dag één doen. Ook dat is nog steeds geen geringe opdracht, al duurt de pandemie nu al zo lang. En dat komt vooral omdat helaas te weinig burgers zich hebben laten vaccineren.”
In mei zaten we samen in de tuin van het ministerie van Financiën, u was net ingeënt met AstraZeneca. Had u toen gedacht dat we een half jaar zouden discussiëren over verplichte inenting?
“Nee, vast en zeker niet. Maar daarom moeten we niet om de hete brij heen draaien. We hebben op dit moment problemen omdat er een te grote groep is die zich ondanks alle aanbevelingen niet heeft laten vaccineren. Dat is voor mij een grote teleurstelling. Die mensen hebben niet alleen voor zichzelf een beslissing genomen, maar hun beslissing heeft effect op ons allemaal.”
Hebt u de situatie onderschat?
“Ik had gehoopt dat we een voldoende hoog vaccinatiepercentage zouden halen. Er zijn heel veel mensen ingeënt, maar niet genoeg. Helaas moeten we nu andere maatregelen overwegen.”
Een algemene vaccinatieplicht is daar nu een van. U was daar oorspronkelijk tegen...
“Ik heb mijn mening grondig herzien.”
In Oost-Duitsland is er veel protest tegen de coronamaatregelen en worden sommige burgemeesters bedreigd. Bent u niet bang voor radicalisering als vaccinatie verplicht wordt?
“De waarheid moet worden gezegd. En de bittere waarheid is dat verplichte vaccinatie noodzakelijk is.”
Duitsland heeft al een onuitgesproken lockdown voor niet-gevaccineerden. Mag de staat een deel van zijn burgers uitsluiten van het sociale leven?
“De vraag zou eerder moeten zijn: mag een niet-gevaccineerde minderheid een heel land op een lockdown afsturen? Iedereen heeft de kans zich te laten vaccineren. Er zijn maar heel erg weinig mensen die het om medische redenen beter niet kunnen doen.”
Wie niet wil luisteren, moet dan maar voelen. Zoiets?
“Het gaat over ons allemaal samen. Het is een wereldwijde pandemie, niemand kan eraan ontkomen, en wie niet gevaccineerd is, loopt een grote kans besmet te worden. Veel van de niet-gevaccineerde volwassenen zullen ziek worden, sommigen zullen op intensivecareafdelingen voor hun leven moeten vechten. En ook wie minder zwaar ziek is, loopt het risico op long covid. Met deze kennis is het een kwestie van solidariteit om ons collectief te beschermen.”
Hoelang zal kanselier Scholz nog zozeer door corona in beslag genomen worden dat andere belangrijke zaken moeten wijken?
“Corona zal nog wel een tijdje onder ons zijn. Maar er is veel dat erop wijst dat we, wanneer we in groten getale gevaccineerd zijn, een leven zullen kunnen leiden dat lijkt op de tijden voor de pandemie. Het is mogelijk dat wij elk jaar tegen het virus en zijn mutaties zullen moeten worden ingeënt. Maar we weten dat nog niet zeker.”
Als er geen corona was, wat zou u dan als eerste aanpakken?
“De vraag is verkeerd gesteld: ondanks corona zijn er veel projecten waarmee we onmiddellijk aan de slag willen. Een van de dringendste taken die wij in het eerste jaar zullen aanpakken, is het verhogen van het minimumloon.”
Wat al op weerstand stuit vanuit het bedrijfsleven: gezien de gespannen situatie kan het minimumloon beter het niet in één keer met twaalf euro worden verhoogd.
“Een voorspelbare poging, maar natuurlijk zullen we het minimumloon verhogen tot twaalf euro in het eerste jaar. Dat is een erezaak voor mij. Het gaat om tien miljoen werknemers die bitter weinig verdienen en die het daardoor aanzienlijk beter zullen hebben. Daarnaast zullen we met de verhoogde kinderbijslag en het basisinkomen snel iets doen voor mensen in armoede.”
Wat hoort nog meer bij uw ‘zo snel mogelijk’-programma?
“Dat we stabiele pensioenen veiligstellen en betaalbare huisvesting bouwen. En natuurlijk de belangrijkste opgave: de radicale modernisering van onze economie, zodat we over tien of twintig jaar nog steeds goede jobs hebben en tegelijkertijd klimaatneutraal zijn.”
Wat is eigenlijk uw lievelingszin in het regeerakkoord?
“Ik heb geen lievelingszin.”
Welke toegeving heeft u het meeste pijn gedaan?
“Het is een zeer goed akkoord, dat mijn partij zojuist met 98,8 procent heeft aangenomen. Wij zijn er met drie partijen in geslaagd zeer concrete gemeenschappelijke projecten te definiëren, in plaats van niet meer dan een minimale consensus te bereiken en ons te laten bejubelen door de eigen achterban voor wat we hebben kunnen tegenhouden. Het gaat hier niet om de kleinste gemene deler, maar om grote stappen voorwaarts voor het welzijn van ons land.”
Voor veel mensen houdt het regeerakkoord grote veranderingen in, veel bezuinigingen en zware inspanningen. U mag voorbereid zijn op protesten tegen windturbines, hogere energieprijzen en nieuwe hoogspanningsleidingen. Hoeveel weerstand verwacht u zelf?
“Ik verwacht vooral brede steun. De burgers willen de klimaatverandering een halt toeroepen en een plan zien dat functioneert. Zij willen dat de modernisering van onze economie uiteindelijk goed voor hen uitpakt. Of neem dit beeld uit de zeevaart: de burgers willen het gevoel hebben dat de oversteek van de Atlantische Oceaan succesvol zal verlopen en dat iedereen veilig aan de overkant zal aankomen. Dat is waar het om gaat.”
Waarom zouden de protesten die tegenwoordig bijna alle grote projecten opwekken, zoals nieuwe straten of spoorwegen, ineens omslaan in steun omdat u zegt: wij bouwen drie keer sneller en drie keer zoveel?
“Ik zeg niet dat het allemaal gemakkelijk wordt. Ik zeg alleen dat het kan. We komen er niet als we maar een beetje op wind- of zonne-energie gaan inzetten, omdat we niet genoeg schone elektriciteit hebben om voor een trendverandering te zorgen. Maar als die trendverandering er niet komt, zal er ook geen steun meer zijn. We gaan nu een betrouwbaar plan volgen om Duitsland de volgende 25 jaar zo te transformeren dat we koolstofneutraal zijn en een geïndustrialiseerd land blijven. Dat is een korte tijdspanne, maar we hebben de kans om onze concurrentiepositie in de wereld te behouden, technologisch een koploper te blijven en iets aan de klimaatverandering te doen.”
U spreekt over een decennium, over 25 jaar, maar politici denken vaak op korte termijn met het oog op verkiezingen. Hoe kan men daar verandering in brengen?
“In de eerste plaats door niet telkens het vooroordeel te herhalen dat de politiek altijd denkt op korte termijn. Politici verschillen op dat vlak van elkaar. En ik pleit altijd voor een beleid op lange termijn.”
Maar u beseft dat veel mensen het moeilijk hebben?
“Het is geen kwestie van veel moeilijk hebben of niet, maar van vooruitgang! Hoe moeilijk is het dat we tegenwoordig allemaal smartphones hebben waarmee we dingen kunnen doen waar we vijftien jaar geleden alleen maar van konden dromen? Hoe moeilijk is het om binnenkort snel en stil rond te kunnen rijden met een elektrische auto in plaats van een auto op benzine of diesel?”
Als er geen oplaadpunten zijn, is dat wel degelijk moeilijk.
“De coalitie wil juist dit probleem oplossen. Ik zou willen dat we het niet altijd meteen hebben over hoe zwaar het allemaal is. We mogen niet in die retoriek vervallen. De bouw van een nieuwe industriële installatie die op waterstof werkt, is een zeer belangrijke gebeurtenis.”
Voor de mensen die er in de buurt wonen is dat niet echt het geval.
“Dat kan, maar over het algemeen vinden mensen dit fantastisch.”
Angela Merkel had een technische manier van communiceren, het ontbrak aan emotie, aan charisma. Met alle respect, maar u lijkt daar niet veel verandering in te zullen brengen. Hoe wil u de burgers mee krijgen?
“Ik heb niet zomaar verwezen naar Helmut Schmidt. De politiek moet grondig worden uitgelegd. Dat is wat ik ga doen.”
U werkte nauw samen met Angela Merkel, u hebt haar ook veel lof toegezwaaid. Is er iets wat u beter niet van haar kunt leren?
“Dat is geen echt interessante vraag.”
Wij vinden dat wel een interessante vraag, u wilt alleen niet antwoorden.
“Tja!”
Het gaat de komende tien jaar ook over geld, en over hoe het uit te geven. Er zijn heel wat volle potten. Hoe denkt u ervoor te zorgen dat het geld niet alleen beschikbaar wordt gesteld, maar ook wordt geïnvesteerd?
“Terechte vraag, dat is een grote uitdaging. Daarom is het zo belangrijk dat wij zorgen dat goedkeurings- en planningsprocedures echt korter worden. We zullen dat in de eerste twaalf maanden aanpakken. Want als we nieuwe pijpleidingen willen aanleggen, mag het niet zo lang duren als nu alvorens de eerste spade in de grond gaat.”
U leek vanaf de eerste dag overtuigd dat het met de verkeerslichtcoalitie zou lukken. Hoe kon u daar zo zeker van zijn?
“Het werd mij vanaf de eerste gesprekken meteen duidelijk dat wij er alle drie, SPD, Groenen en FDP, van overtuigd zijn dat ons land klaar is voor een nieuwe start. In deze tijden hebben we een dergelijke Ampelkoalition nodig. Het komt er nu op aan dat we het samen goed doen.”
Was u verbaasd dat het zwijgkartel tijdens de onderhandelingen niet verbroken werd? Er waren tenslotte zo’n 300 mensen bij betrokken.
“Nee, ik geloof altijd dat goed beleid mogelijk is.”
Maar uw hoop op een kort regeerakkoord is dan toch geen waarheid geworden?
“Ik ben een realist, ik had niet echt een kort regeerakkoord verwacht. Maar ik had wel de indruk dat een aantal bladzijden eigenlijk genoeg waren, net als vroeger. In ieder geval was het vertrouwen er, en het is er nog steeds. Dat is belangrijk omdat er zich de komende jaren veel problemen zullen voordoen die wij nu nog niet kunnen voorzien.”
Wat is de rol van de kanselier in zo’n alliantie van drie partijen? Wat doet u als de aanvankelijke harmonie op niets uitloopt? U onderhandelt toch het liefst met uzelf…
“Dat vooroordeel klopt niet: John Wayne is geen rolmodel voor de politiek. Ik heb altijd graag met anderen onderhandeld, als advocaat, als democratisch politicus, in vele functies. Dat zal altijd zo blijven.”
Een kleine anekdote uit de coalitieonderhandelingen. De zaken lopen vast, de partijen trekken zich terug. U verlaat de SPD-fractie met de woorden: ‘Ik ga even naar de anderen.’ Maar daar zien ze u niet opdagen. Na een poos komt u terug met de oplossing voor het probleem. Er wordt gezegd dat u soms zulke een-op-eengesprekken met uzelf nodig hebt.
“Het is een mooi verhaal, maar het is niet waar.”
Zoals we u kennen, zou het waar kunnen zijn.
“Toch niet. We hebben tijdens deze onderhandelingen met veel zaken geworsteld. Vanuit de gedachte dat er iets goeds uit voort moet komen voor ons land.”
Wat is daarbij de kunst?
“Je moet de gesprekken zo aanpakken dat uiteindelijk iedereen zich in het resultaat kan vinden. Dat lukt niet met een computerprogramma dat je eenvoudigweg voedt met de doelstellingen van de SPD, de Groenen en de FDP, en waaraan je zegt: maak daar snel een regeerakkoord van.”
Voor de verkiezingen hebt u gezegd dat u zich bij regeringsvormingen nog nooit iets hebt laten voorschrijven. Was dat na deze verkiezingen nog zo, bij de invulling van de SPD-ministeries?
“De hele partijleiding staat achter de benoeming van het kabinet. En ik ben erg tevreden met het resultaat.”
Toen kanselier Schröder zijn vakantie in Italië annuleerde omdat een Italiaanse staatssecretaris hem had beledigd, ging ook u, als secretaris-generaal van de SPD, naar de Périgord in plaats van naar Zuid-Tirol. Verwacht u dezelfde onvoorwaardelijke loyaliteit van Kevin Kühnert, de nieuwe secretaris-generaal van de SPD?
“Ik kan op zijn solidariteit rekenen.”
Mijnheer de kanselier, u had één dag om aan deze aanspreekvorm te wennen. Hoe klinkt dat eigenlijk voor u?
“Als je zoveel functies hebt uitgeoefend als ik, ben je gewend aan nieuwe aanspreekvormen. Toen ik burgemeester van Hamburg werd, was ik onder de indruk van de vele foto’s van mijn voorgangers die in het stadhuis hingen. Ik denk dat ik de 198ste burgemeester in de geschiedenis van de Hanzestad was. Dat maakt nederig, als je daar voor zo’n foto staat en naar het naamplaatje zoekt, besef je dat bestuursperioden eindig zijn, en dat je maar een beperkte periode je stempel kunt drukken.”