Vijf vragenVerenigde Staten
Joe Biden wil meer in eigen land laten produceren. Is het na Trump nog steeds ‘America First’?
De Europese leiders zijn het vrijdag eens geworden over een industrieplan als antwoord op de gigantische subsidiepot waarmee Joe Biden vorig jaar is gekomen. Wat bezielt de Amerikaanse president om zo'n protectionistisch beleid te voeren? Vijf vragen.
1. Wat behelst het investeringsprogramma van de VS, en wat is het antwoord van Europa?
In augustus plaatste de Amerikaanse president zijn handtekening onder de Inflation Reduction Act (IRA). Deze gigantische investering is bedoeld om uitstoot van broeikasgassen te verminderen door de transitie naar schone energie te versnellen. Onderdeel van de IRA is een subsidiepot van bijna 370 miljard dollar voor bedrijven die investeren in groene energie.
Veel Amerikanen zijn blij dat hun regering met deze wet eindelijk de gevolgen van klimaatverandering serieus neemt. Aan de andere kant van de oceaan heeft deze geldinjectie echter veel losgemaakt. Bij Europese leiders is de vrees ontstaan dat hun bedrijven massaal naar de VS verhuizen om aanspraak te maken op deze royale subsidies, die als voorwaarde stellen dat producten worden gemaakt in de Verenigde Staten, Mexico of Canada – de andere Nafta-landen.
Als jullie zo bang zijn, moeten jullie je eigen industrie maar subsidiëren, reageerde Katherine Tai, de Amerikaanse handelsgezant. Dat heeft effect gehad. Vrijdag werden de Europese leiders het eens over de Europese versie van de IRA: het Green Deal-industrieplan.
Dat plan wil uit bestaande fondsen – waarin 390 miljard euro zit voor de groene transitie – de eigen industrie steunen. Daarnaast wil de EU de mogelijkheid tot staatssteun voor schone technologiebedrijven verruimen. Bovenal moet de toegang tot subsidies veel gemakkelijker worden, zonder bureaucratische rompslomp.
2. Europa en de VS trekken dus niet samen op. Hechten Amerikanen wel even veel aan economische samenwerking als Europa?
Nee. De Verenigde Staten zijn op geopolitiek vlak machtiger. Daardoor kunnen zij het zich volgens experts meer dan Europa veroorloven om zich arroganter, unilateraal op te stellen.
“De Amerikaanse economie is nou eenmaal minder afhankelijk van internationale handel dan Europese economieën”, zegt Layna Mosley, die aan Princeton University de relatie tussen de Amerikaanse politiek en de wereldeconomie onderzoekt. “Europese lidstaten zijn kleiner en hebben daarom meer behoefte aan samenwerking.”
Toen Biden in 2021 aantrad als president, haalden veel Europese leiders opgelucht adem. Zijn voorganger, Donald Trump, was wars van internationale samenwerking. Zo stapte Trump uit het klimaatakkoord van Parijs omdat het verdrag de VS economisch zou benadelen. Ook werd de nucleaire deal met Iran ontmanteld. Joe Biden probeerde bij zijn aantreden – zoals gehoopt – nieuwe samenwerkingsverbanden aan te gaan en oude te herstellen.
Maar hij deed dat niet op alle fronten. “Op het vlak van handel is dat niet gebeurd”, zegt Layna Mosley. “De wereld is niet terug bij de oude multilaterale orde.”
3. Vaart Biden dezelfde America First-koers als Donald Trump?
Trumps America First-politiek werd ook wel ‘America Alone’ genoemd. Die houding was onderdeel van zijn nationalistische politieke agenda. Bidens vertrekpunt is anders, zeggen experts.
Biden is niet allergisch voor internationale samenwerking zoals zijn voorganger. “Bidens beleid is gestoeld op terechte zorgen”, zegt hooglelaar Gregory Shaffer, expert internationale handel aan de University of California. “Ook als er onenigheid is, ziet hij altijd ruimte voor dialoog. Het is daarom te kort door de bocht om Biden met Trump te vergelijken.”
Dat Europese landen de dupe worden van Bidens handelsbeleid, is niet het doel, maar een bijkomend neveneffect waar de regering niet op uit was. “Het gaat hem echt om het aanpakken van klimaatverandering en de VS een goede technologische concurrentiepositie geven”, zegt Sophie Meunier, onderzoeker internationale handel aan Princeton University. Toch iets anders dan Trump, die de Europese Unie een “vijand” van de VS noemde.
Als het op handel aankomt, is Biden echter net zo protectionistisch – zij het om andere redenen.
4. Wat zijn de economische belangen van de regering-Biden?
De oorlog in Oekraïne en zorgen over de macht van autoritaire geleide landen hebben de Amerikanen op handelsvlak protectionistischer gemaakt. Biden vreest afhankelijkheid van ondemocratische regeringen.
Daarnaast is de Amerikaanse economie nog altijd herstellende van de coronapandemie. President Biden wil zijn economie versterken door meer in eigen land te produceren.
Vorige week onderstreepte Biden die doelstelling met een grote belofte: tijdens de State of the Union, de jaarlijkse presidentiële toespraak, bezwoer hij nieuwe infrastructuurprojecten uit te voeren met enkel grondstoffen en producten van Amerikaanse bodem. Met die investering gaan miljarden dollars gemoeid.
Een andere Amerikaanse prioriteit is klimaatverandering. Voor Amerikanen worden de gevolgen steeds meer voelbaar, evenals de kosten. Vorig jaar hebben natuurrampen die samenhangen met klimaatverandering het land zo’n 165 duizend miljard dollar gekost volgens de National Oceanic and Atmospheric Administration, een overheidsdienst die zich bezighoudt met het klimaat. Daarom zijn de Amerikanen bereid er veel geld voor uit te trekken, in de vorm van deze subsidies – die, inderdaad, ook Europese bedrijven kunnen aantrekken.
Dit alles neemt niet weg dat de VS de Europeanen wel degelijk nodig hebben. Biden wil dat het Westen grootmacht China, een bedreiging voor de VS, verder isoleert. Dat kunnen ze niet zonder Europese medewerking.
In oktober zette Biden de stap om de Amerikaanse uitvoer naar China drastisch terug te brengen. Vervolgens oefende hij druk uit op Nederland om de export van Nederlandse chipmachinefabrikant ASML naar China te beperken. De VS vrezen dat China de technologie militair zal inzetten. Eind januari gingen Nederland en Japan met een exportbeperking akkoord.
5. Gaan de VS een antiglobalistisch tijdperk in?
“Nee”, zegt Sophier Meier van Princeton University. “Bidens ideologie is niet antiglobalistisch.” Experts wijzen op de vrijhandelsovereenkomst die in 2020 inging tussen de VS, Mexico en Canada. Een leider die tegen globalisering gekant is, had zich ertegen verzet. Bovendien proberen Amerikanen de handel in staal met Europa juist te bevorderen met minder protectionistische regelgeving.
“Biden is geen antiglobalist”, zegt ook Gregory Shaffer, ‘maar hij wil de globalisering wel verder reguleren.”
Zijn beleid wordt ingegeven door de groeiende economische ongelijkheid in de samenleving. Mede daardoor verloren de Democraten in 2016 de arbeidersstem aan Donald Trump. “Biden weegt al zijn beleid af tegen de behoeften van deze groep”, zegt Shaffer. “Ook zijn handelspolitiek.”
Europese landen hebben nu eenmaal een sterker sociaal vangnet waar burgers op kunnen terugvallen. In de VS zijn de voordelen van de globalisering niet eerlijk genoeg verdeeld. “Als president van de Verenigde Staten is het zijn plicht om eerst de belangen van zijn burgers te behartigen.”