AchtergrondPolitiek
Italië gaat een hete verkiezingszomer tegemoet: wordt het straks een extreemrechtse regering?
Nadat premier Mario Draghi donderdag is opgestapt, besloot president Sergio Mattarella vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Italië gaat binnen 70 dagen naar de stembus, waarschijnlijk op 25 september.
De stofwolken van een onstuimige politieke week zijn in Rome nog nauwelijks neergedaald, maar veel tijd om zich te herpakken krijgen de partijen niet. Met het vertrek van Mario Draghi breekt een lange campagnezomer aan voor Italië. Nadat de premier donderdag was afgetreden, ontbond president Mattarella het parlement en kondigde hij aan dat er snel nieuwe verkiezingen zullen plaatsvinden. “De periode die we doormaken, staat geen oponthoud toe.”
Eén partij zal bij die woorden gejuicht hebben: de extreemrechtse Fratelli d’Italia, onder leiding van Giorgia Meloni. De partij, die voortborduurt op het gedachtegoed van Benito Mussolini, zat het afgelopen anderhalf jaar als enige in de oppositie en staat sindsdien te trappelen om de virtuele winst in de peilingen te verzilveren.
Grillige politiek
Meloni staat in de peilingen op bijna 24 procent en vormt een alliantie met de rechts-nationalistische Lega van Matteo Salvini en het liberaal-conservatieve Forza Italia van Silvio Berlusconi. Een regering van de drie partijen lijkt op dit moment de meest waarschijnlijke verkiezingsuitkomst, maar de stembus is nog ver, zeker in de grillige Italiaanse politiek.
De partijen die hun steun aan Draghi deze week hebben ingetrokken – de Vijfsterrenbeweging, Lega en Forza Italia – hebben bovendien eerst tijd nodig om de wonden te likken, want het katapulteren van de regering van nationale eenheid ging niet zonder interne scheuringen.
Zo maakte Renato Brunetta, minister van Openbaar Bestuur onder Draghi, donderdag bekend zijn partij Forza Italia te verlaten, omdat hij het niet eens was met het opzeggen van het vertrouwen in de premier. “Onverantwoordelijken hebben hun eigen belang boven het landsbelang gesteld.”
Staatsschuld
Maar belangrijker dan interne perikelen is de vraag hoe de kiezers het einde van de regering-Draghi beoordelen: straffen zij de verantwoordelijke partijen ervoor af, of belonen ze hen juist electoraal? Direct na de regeringsval ontvlamde de strijd om de beeldvorming, waarin elk van de drie deserterende partijen ontkende het laatste duwtje te hebben gegeven.
Dat is begrijpelijk in het licht van de problemen waar het land voor staat, al had Italië die vanaf komend voorjaar hoe dan ook zonder Draghi moeten aanpakken. Nu de eenheidsregering er niet meer is, komen de hervormingen stil te liggen die noodzakelijk zijn om het geld uit het EU-coronasteunfonds te ontvangen. Ook is nog onduidelijk hoe de begrotingswet, die de regering gewoonlijk in het najaar schrijft, op tijd rondkomt.
Verder zitten maatregelen om de gevolgen van inflatie te verzachten er niet in totdat er een nieuwe regering komt. Intussen hangt de dreigende gascrisis van komende winter als een donkere wolk boven heel Europa – en dus ook Italië.
Hoge staatsschuld
Het zullen stuk voor stuk belangrijke campagnethema’s worden, net als de Italiaanse verhouding tot de Europese Unie. Nu de Europese Centrale Bank de rente verhoogt, sluimert boven Italië het immer op de achtergrond aanwezige spook van de hoge staatsschuld. Na de aankondiging van Draghi’s vertrek liep het Italiaans-Duitse renteverschil donderdag direct op.
Na anderhalf jaar Draghi, die veel krediet genoot in het buitenland, voelt het land opeens weer de priemende ogen van Europa op zich gericht. Ook de Italiaanse opstelling in de oorlog met Oekraïne zou onder een nieuwe, rechtse regering kunnen veranderen.
Met name Matteo Salvini en zijn partij onderhouden al jaren nauwe banden met Rusland. Salvini hield zich de afgelopen maanden dan ook op de vlakte over de oorlog, terwijl Giorgia Meloni tot nu toe juist een uitgesproken pro-NAVO-positie innam, die niet veel afwijkt van de koers van de regering-Draghi.
Om nog iets te kunnen uitrichten tegen de rechtse concurrenten zullen de Partito Democratico – die als enige grote partij trouw bleef aan Draghi – en de Vijfsterrenbeweging zichzelf deze zomer in recordtempo opnieuw moeten uitvinden.
Een alliantie van de centristische PD en populistische Vijfsterrenbeweging is daarbij onmisbaar, maar ligt vlak na de regeringsval niet direct voor de hand: de PD neemt de Vijfsterrenbeweging, die de crisis ontketende, het vertrek van Draghi zeer kwalijk.
Zo begint Italië dit jaar, net als bij de regeringscrisis van 2019, wederom in politieke onrust aan de ooit heilige vakantieperiode. Het belooft niet alleen op de stranden een warme, lange zomer te worden.