Iran moet Canadese nabestaanden 74 miljoen betalen voor raketaanval op passagiersvliegtuig

Zo’n twee jaar nadat Iran per ongeluk een Oekraïens passagiersvliegtuig neerschoot, heeft een Canadese rechtbank de families van zes slachtoffers 74,4 miljoen euro toegekend als schadevergoeding.

De uitspraak volgt op een eerder oordeel van dezelfde rechter in mei, dat het neerschieten door Iran van de Boeing van Ukraine International Airlines een ‘terroristische daad was’. Alle 176 inzittenden kwamen om het leven toen de Revolutionaire Garde het toestel beschoot met twee luchtdoelraketten. Aan boord waren 55 Canadese staatsburgers en dertig personen die in Canada woonden met een verblijfsvergunning.

Iran ontkende aanvankelijk dat het de Boeing kort na het opstijgen van de luchthaven van Teheran had neergehaald. Op diverse video’s van bewakingscamera’s was echter te zien dat het toestel vanaf de grond werd bestookt met luchtdoelraketten. Uiteindelijk gaf de regering toe dat een eenheid van de garde verantwoordelijk was voor de beschieting. De luchtverdedigingseenheid zou het vliegtuig hebben aangezien voor een Amerikaanse Tomahawk-kruisraket.

Het Iraanse leger en de garde maakten zich toen op voor een Amerikaanse tegenaanval nadat Iran uren eerder bases in Irak had bestookt met raketten waar Amerikaanse militairen waren gelegerd. Deze Iraanse raketaanval was een vergelding voor de liquidatie vijf dagen eerder door de VS van de hoge Iraanse generaal Qasem Soleimani.

Banktegoeden

Soleimani werd door een Amerikaanse drone-aanval op de luchthaven van Bagdad gedood. President Trump gaf opdracht tot de drone-aanval omdat de VS Soleimani verantwoordelijk achtten voor de dood van een groot aantal Amerikaanse soldaten, die sinds 2003 bij aanslagen in Irak om het leven waren gekomen. Soleimani leidde de Quds-brigade, een elite-onderdeel van de garde die onder andere verantwoordelijk is voor militaire operaties in het buitenland.

De advocaat van de zes Canadese families zei maandag dat nu alles op alles zal worden gezet om beslag te leggen op banktegoeden van Iran in Canada en in het buitenland, zodat de schadevergoeding kan worden uitgekeerd. Raadsman Mark Arnold zei dat zijn team onder andere zal proberen beslag te leggen op Iraanse olietankers in het buitenland. De families die hij bijstaat, zijn allemaal van Iraanse afkomst. Een deel wilde niet bij naam genoemd worden in de aanklacht omdat ze vreesden voor represailles van Teheran.

De Iraanse regering verdedigde zich niet tijdens de rechtszaak die de families vorig jaar waren begonnen. Volgens Iran heeft de Canadese rechter niets te zeggen over de kwestie en dient een Iraanse rechtbank te oordelen over een eis tot schadevergoeding. Iran wil ook niet meewerken aan een poging van vijf landen, die staatsburgers hebben verloren bij de ramp, om tot een schadevergoeding te komen voor de nabestaanden. Deze landen, waaronder Canada, hebben Teheran tot vijf januari gegeven om te reageren op een voorstel tot onderhandelingen.