AchtergrondAndy Burnham
In het Verenigd Koninkrijk hoopt Labour snel weer te regeren: ‘Te lang is mensen het idee voorgehouden dat de vrije markt alles oplost’
Nu de Britse Conservatieve Partij onder premier Liz Truss in crisis verkeert, hoopt Labour snel weer te regeren. Hoog tijd, vindt Andy Burnham, de linkse burgemeester van Manchester en ‘koning van het noorden’. ‘In plaats van elkaar de schuld te geven, moeten mensen politici weer afrekenen op hun beleid.’
Andy Burnham (52) praat graag over bussen. Sterker nog, die vormden vorig jaar een van de speerpunten tijdens zijn herverkiezingscampagne als burgemeester van de regio Manchester. En toegegeven: het werkte voortreffelijk. De Labour-politicus won in letterlijk elke wijk van de Noord-Engelse stad én in alle voorsteden. Dus startte hij zijn tweede termijn met een ultiem mandaat.
“De bussen in Manchester en omstreken zijn een lokaal voorbeeld van wat in heel het Verenigd Koninkrijk de afgelopen dertig jaar is misgegaan”, legt hij uit. “De mensen is sinds de jaren tachtig constant het idee voorgehouden dat de vrije markt alles oplost. Minder regulering en meer privatisering zouden extra keuze, lagere kosten en betere service opleveren. Maar diezelfde mensen zien nu al even lang in hun dagelijkse leven dat dit niet klopt.”
Alleen maar duurder
De busroutes in Manchester zijn toebedeeld aan verschillende private transportbedrijven. Het maakt dat een reiziger bij het overstappen steeds een nieuw kaartje moet kopen. Dat is onhandig, en prijzig. Burnham: “De vrije markt heeft de bus alleen maar duurder gemaakt en de kwaliteit van de dienstregeling verminderd.”
Dus is hij als burgemeester al enige tijd druk bezig de bussen weer onder controle van de overheid te brengen. Hij vertelt het op een donderdagavond aan zo’n honderd aanwezigen in een donker zaaltje op de campus van de Universiteit van Manchester. Nog een paar jaar en het complexe proces moet voltooid zijn. Tegen die tijd zullen alle busmaatschappijen en de trams eindelijk één kaartjessysteem hanteren en kan het stadsbestuur een maximumprijs voor het openbaar vervoer instellen.
Burnham is in het universiteitszaaltje voor ‘Vragen aan de burgemeester’. Elke maand zit hij op een andere plek in Manchester op een podium en mogen inwoners van de stad hem anderhalf uur lang vragen stellen. De bijeenkomsten sluiten naadloos aan bij zijn politieke filosofie: zo weinig mogelijk afstand tussen bestuurders en burgers. “We willen de stad samen met jullie draaiende te houden”, legt hij uit tijdens zijn inleiding van het evenement. “Met jullie, dus niet vóór jullie.”
Essentiële zaken als water, gas en elektriciteit
Uiteraard zijn bussen niet het enige probleem waar een Britse metropool als Manchester mee kampt. Het Verenigd Koninkrijk verkeert in diepe economische crisis. Ook een paar dagen na de bijeenkomst, in een interview via Zoom, benadrukt Burnham opnieuw dat de bussen symbool staan voor iets groters: het falen van blind vrijemarktdenken als geheel. “We hebben de afgelopen drie decennia veel publieke diensten verkocht aan private partijen”, zegt hij. “En nu vinden we ons terug in een crisis waarin die bedrijven hun prijzen verhogen om winstgevend te blijven. Daardoor kunnen veel mensen niet eens meer essentiële zaken als water, gas en elektriciteit betalen.”
Het bewijst volgens hem meer dan ooit dat de overheid weer controle moet krijgen over de levering van zulke primaire levensbehoeften. Want alleen dan kan zij de toegang ertoe voor iedereen garanderen. “Als we naar een klimaatneutrale samenleving toe willen, is ook meer overheidsingrijpen vereist”, zegt hij. “Dat is nodig om het tempo van de transitie te dicteren. Bedrijven investeren op eigen kracht zelden genoeg. Dat is al vaak bewezen. Op de vrije markt voelen zij niet genoeg druk.”
Wie is Andy Burnham?
Andy Burnham is sinds 2017 de eerste gekozen burgemeester van Groot-Manchester: de stad en alle omringende voorsteden, die samen bijna 3 miljoen inwoners tellen. Hij werd in 1970 geboren nabij Liverpool als zoon van een telefoontechnicus en een receptioniste. Hij studeerde Engels in Cambridge en is al sinds zijn vijftiende lid van Labour. Van 2001 tot 2017 zat Burnham in het Britse parlement. Onder premier Tony Blair vervulde hij tussen 2005 en 2008 enkele lagere functies in de regering. Blairs opvolger Gordon Brown promoveerde hem tot minister: eerst van cultuur, daarna van volksgezondheid. Twee keer streed Burnham mee om het leiderschap van Labour. In 2015 eindigde hij als tweede, achter Jeremy Corbyn. Hij is getrouwd met een Nederlandse vrouw en heeft drie kinderen.
Met andere woorden, het is volgens Burnham hoog tijd dat Labour weer aan de macht komt. De laatste keer dat zijn partij het land regeerde, was hij zelf minister. Dat was onder premier Gordon Brown, alweer twaalf jaar geleden. Sinds 2010 zijn de Conservatieven aan de macht. En die partij sloeg recent, onder de nieuwe premier Liz Truss, bovendien een wel heel radicaal neoliberale weg in.
In alle peilingen een straatlengte voor
Truss en haar minister van Financiën kondigden in september de grootste Britse belastingverlagingen in vijftig jaar aan. Het betrof een pakket dat vooral ten goede komt aan meer welvarende Britten en het bedrijfsleven. Ja, zelfs nu de meest omstreden maatregel – een belastingverlaging voor Britten die meer dan 170.000 euro verdienen – onder druk van panikerende financiële markten weer van tafel is. De plannen hebben ertoe geleid dat veel Britse kiezers zich van de Conservatieve Partij hebben afgekeerd. Labour staat in alle peilingen een straatlengte voor.
Dus was eind september op het jaarlijkse partijcongres van Labour het geloof groot dat de partij de komende verkiezingen kan winnen. Uiterlijk over twee jaar gaan de Britten naar de stembus. Burnham riep zijn partij intussen op om Truss’ belastingpakket hard aan te vallen en noemde de plannen ‘immoreel’. “In economisch betere tijden zou je kunnen zeggen dat het een ideologische keuze is of je de rijken meer of minder belasting laat betalen”, legt hij een week na het congres uit. “Maar als je in de huidige crisis, waarin veel mensen niet eens meer in hun basale levensonderhoud kunnen voorzien, nog altijd meer geld wilt geven aan wie toch al rijk is, dan is dat gewoon moreel verwerpelijk.”
Het is harde taal. De burgemeester neemt dan ook zelden een blad voor de mond. Bij de vragensessie op de universiteitscampus blijkt dat evenzeer. Burnham zit er ontspannen bij, oogt oprecht betrokken en weet soms met een slim getimede grap de lucht te klaren, maar toch zegt hij telkens zonder al te veel omwegen waar het volgens hem op staat.
Potentiële partijleider in de toekomst
Vragenstellers spreken hem ook consequent vriendschappelijk aan met ‘Andy’. Want de burgemeester ziet eruit als een man zonder Engelse stiff upper lip: spijkerbroek, eenvoudig zwart jasje, het bovenste knoopje van het overhemd los, ietwat gedrongen, brilletje. Na afloop blijft hij nog een hele tijd napraten. Het is niet gek dat hij vaak wordt genoemd als potentiële partijleider in de toekomst.
Zijn bijnaam heeft hij in ieder geval mee: ‘koning van het noorden’. De Britse media doopten hem zo toen hij zich tijdens de coronapandemie ontpopte als een van de felste critici van het aanvankelijk erg warrige beleid van premier Boris Johnson. Het gaf hem tijdelijk een bijna popster-achtige allure. En de eretitel bleef plakken. Volgens een opiniepeiling eerder dit jaar is hij nog altijd de op twee na populairste Labour-politicus in het land, vijf plekken boven partijleider Keir Starmer.
Burnham ziet graag een Labour-partij die standvastig is. Al beschuldigen zijn critici hem juist zelf soms van populisme. De moderne politiek is in zijn ogen vaak te oppervlakkig. Dat geldt voor alle partijen. Hij heeft het gevoel dat politici steeds meer de waan van de dag volgen. “De aandachtsspanne wordt korter. Het is soms echt beschamend.” Als voorbeeld noemt hij de verpleegkundigen, die tijdens de coronapandemie van iedereen applaus kregen. “En nog geen twee jaar later spreken sommige politici er alweer schande van dat diezelfde mensen staken om hun salaris op peil te houden.”
Traditionele achterban verwaarloosd
Je zou hem traditioneel links kunnen noemen, met zijn nadruk op herverdeling en pleidooi voor hogere salarissen voor wat ooit de ‘arbeidersklasse’ heette. Het voelt als een terugkeer naar de basis. Want er zijn veel mensen die stellen dat de Labour-partij haar traditionele achterban heeft verwaarloosd. Zeker nadat ex-premier Tony Blair de Britse sociaaldemocratie gemixt heeft met neoliberaal marktdenken.
Labour is volgens die critici te kosmopolitisch geworden, te afkerend van patriottisme, te gericht op globalisering en ideeën van salonsocialisten uit luxe stadswijken, te progressief op thema’s als immigratie. De Britse vakbondsman Paul Embery gaf zijn boek Despised (‘Veracht’) over linkse politiek in het VK de ondertitel mee: ‘Waarom modern links de arbeidersklasse verafschuwt’.
Daar komt nog bij dat jonge, veelal hoogopgeleide linkse kiezers meer belang lijken te hechten aan immateriële thema’s als identiteitspolitiek dan aan een eerlijkere verdeling van welvaart. Het maakt dat binnen Labour al jaren een richtingenstrijd bestaat. Al wordt die volgens Burnham in feite vooral gevoed door rechts – “en extreemrechts in het bijzonder” –, dat voortdurend identiteit en cultuurconflicten centraal stelt binnen het politieke debat. Dat voedt het wantrouwen. “Rechts weet zo telkens een wig te drijven tussen mensen in het land. Bijvoorbeeld op basis van hun huidskleur of geloof.”
Nadruk op identiteitsverschillen
Het zet de achterban van Labour onderling tegen elkaar op: de arbeidersklasse tegen de linkse intellectuele elite, stad tegen platteland, verschillende groepen mensen in armere stadswijken tegen elkaar. Burnham: “Mensen gaan door de nadruk op identiteitsverschillen elkaar de schuld geven van hun problemen, in plaats van politici af te rekenen op het beleid dat hun problemen veroorzaakt.”
Het is een sterk staaltje verdeel en heers. “Het probleem is dat rechts probeert mensen het slechtste in elkaar te laten zien”, zegt de burgemeester. “Links moet daarentegen juist mensen blijven stimuleren het goede in elkaar te herkennen. Want als rechts wint, glijden we af naar een steeds grimmiger maatschappij.” Dat is volgens hem overal te zien, niet enkel in het VK. “Ook in Italië, de Verenigde Staten, Frankrijk.” Zulke polarisatie is uitzonderlijk giftig zodra de geest eenmaal uit de fles is, verzucht hij. “Alle linkse partijen in Europa worstelen ermee.”
Sociale media helpen ook in dat opzicht niet bepaald. Zij zorgen ervoor dat discussies over identiteit nooit ophouden. Er is altijd wel iemand die weer ergens op reageert, waardoor het debat steeds voortgaat, zonder ooit tot een conclusie of oplossing te komen. En dat is wat Burnham juist wel van Labour verwacht. Hij verlangt een politieke partij die met oplossingen komt.
Hervorming van het kiesstelsel
Om dat te bereiken is het belangrijk om het sterk gecentraliseerde landsbestuur in het VK meer te spreiden, stelt Burnham. “Het huidige systeem centreert de Britse macht in de handen van een piepklein groepje politici in Londen.” Al tijden bepleit hij een hervorming van het kiesstelsel en meer decentralisatie. “Hoe dichter een politiek besluit wordt genomen bij de plek waar het impact heeft, des te beter het doorgaans is. De mensen die het betreft, voelen zich er dan meer bij betrokken.”
In die zin was volgens hem ook het brexitreferendum in 2016 eerder een stem tegen het gecentraliseerde beleid in het VK dan tegen de Europese Unie. “Mensen in politiek verwaarloosde gebieden voelden zich machteloos. Als we een referendum hadden gehouden over het Britse politieke systeem hadden zij daar hun woede over geuit. Maar in plaats daarvan kregen ze een vraag over Europa.”
In het zaaltje op de universiteitscampus in Manchester valt de term ‘brexit’ overigens nauwelijks nog. Wel krijgt de burgemeester aan het eind van de avond een ander progressief gewetensdilemma voorgelegd. Na allerlei vragen over huisvesting, daklozenopvang, luchtkwaliteit in de stad en – jawel – de prijs van buskaartjes, wil iemand weten of Burnham het geen tijd vindt om de Britse monarchie af te schaffen. Gespeeld gepijnigd krimpt hij ineen. “Och jee, moet ik die vraag echt beantwoorden?” Hij glimlacht. “Nee, om eerlijk te zijn: er is al zoveel in dit land dat hoognodig moet veranderen. Laten we ons eerst richten op wat werkelijk kapot is.”