AnalyseLopende Zaken
Hoe Bart De Wever Vivaldi weer nader tot elkaar brengt
Terwijl de federale regering de kalmte probeert te herwinnen, schuiven partijleiders van meerderheid en oppositie achter de schermen de stoelen over en weer. Het lijkt wel alsof het al 2024 is.
Georges-Louis Bouchez (MR) klonk oprecht ontdaan na het confederalistische ultimatum van Bart De Wever. In De ochtend had de N-VA-voorzitter vorige zaterdag gezegd dat als zijn partij de verkiezingen wint, hij “met de PS enkel (wil) spreken over confederalisme”. Dat waren twee steken tegelijk door het hart van de partijleider van de Franstalige liberalen. Dat De Wever opnieuw het confederalisme op tafel legt, is voor de overtuigde unitarist Bouchez al erg genoeg. Dat hij op de koop toe nog altijd de PS als referentiepartner beschouwt, is niet minder dan een affront.
Tout ça pour ça? MR-voorzitter Bouchez is niet uit de Vlaamse media weg te krijgen, maar ook buiten de tv-studio’s loopt hij zich de benen vanonder het lijf om in het noorden van het land voet aan de grond te krijgen. Bezoekjes aan De Wever en andere politici volgen op netwerkavonden met het ondernemersvriendelijke deel van het Vlaamse middenveld.
Bouchez is een man met een missie. Dolgraag wil hij na de volgende verkiezingen – tot nader order nog altijd pas gepland in de lente van 2024 – de ‘Zweedse’ coalitie uit de vorige regeerperiode tot leven wekken, met liberalen, christendemocraten en de N-VA. Het zou een regering zijn waarin liberalen minder ideologisch gewrongen zitten dan in Vivaldi, meent de MR-voorzitter. En het zou een regering zijn die, als het even past, door hemzelf geleid kan worden.
Dat die dubbele ambitie nogal botst met de strategie van zusterpartij Open Vld is helder. De Vlaamse liberalen, die al hun jetons ingezet hebben op een kanseliersbonus voor premier Alexander De Croo, beleven hun moeilijkste momenten sinds de pijnlijke vete tussen Guy Verhofstadt en Karel De Gucht. Die leverde de partij in 2004 een smadelijke nederlaag op. Dat Bouchez zich ontpopt heeft als zowat de grootste opposant van Open Vld wordt hem niet licht vergeven.
Bocht maken
Maar om het plannetje van de MR-voorzitter te doen lukken, moet N-VA dus wel bereid zijn om dezelfde bocht te maken als in 2014: alle eisen over een staatshervorming in de regeringsvestiaire achterlaten, in ruil voor rechts beleid. Dat is het aanbod dat Bouchez onvermoeibaar probeert te slijten in de Vlaamse salons. De Wever weet dat, hij heeft Bouchez genoeg aanhoord. En de repliek van de N-VA-chef lijkt voorlopig toch te zijn dat hij van die boer geen eieren lust.
Het is niet meteen duidelijk waar Bart De Wever wil dat zijn confederale schip strandt. Je hoeft geen doctor in de politicologie te zijn om na te tellen dat de voor staatshervormingen vereiste tweederdemeerderheid in de Kamer onbereikbaar is. Niets is onmogelijk, maar de kans is toch vrij klein dat die kaarten na 2024 fundamenteel anders zullen liggen.
Lees ook
Analyse. ‘Elke brug heeft hij verbrand’: waarom MR-voorzitter Bouchez telkens weer opschudding veroorzaakt in de Wetstraat
De gedachte. Geen wonder dat Bart De Wever en Conner Rousseau het redelijk goed met elkaar schijnen te kunnen vinden
Zelfs voor een ‘gewone’ staatshervorming, die je dan als ‘confederalisme’ in de markt kunt proberen te zetten, zal de appetijt beperkt zijn. Met cd&v kun je een communautaire deal sluiten, met een Frank Vandenbroucke bij Vooruit ook, als het tenminste niet te dolletjes wordt (wat een deel van het confederale plan van N-VA toch wel is). Met genoegen denkt de N-VA-top terug aan het verregaande akkoord dat in 2019 ‘bijna’ gesloten werd met de PS. Maar wat is die herinnering nog waard? Sindsdien gaven de Franstalige socialisten geen blijk van enige institutionele ijver. De communautaire werkzaamheden onder de hoede van de ministers Verlinden (cd&v) en Dermagne (PS) zitten alleszins helemaal vast.
Het eerste effect van de confederale vuurpijl van Bart De Wever lijkt integendeel te zijn dat de federale coalitiepartners voorzichtigjes weer naar elkaar toe bewegen. Nu zich een kaper op de kust meldt, daalt in de Vivaldi-hoofdwartieren toch het besef in dat een voortzetting van de interne sabotages en malheuren enkel kan leiden tot een afstraffing aan de stembus. Zelfs Georges-Louis Bouchez houdt zich – voorlopig – wat in, nu de korte weg naar de macht via N-VA geblokkeerd lijkt te zijn. Een explosief MR-wetsvoorstel om de hele kernuitstap te annuleren, dat steun krijgt van de N-VA-oppositie, verdween alvast weer in de lade.
Hersteloperatie
Na druk telefoonverkeer onder Vivaldi-boegbeelden tekenen zich de contouren af van een hersteloperatie voor de regering. Een definitieve nucleaire deal met Engie tegen het jaareinde is het eerste doel. In de marge van het loonoverleg schetste de regering-De Croo aan de sociale partners ook de plannen om alsnog enkele hervormingen af te ronden, zo meldde De Tijd. Tegen de lente zou een eerste fiscale hervorming op de rails moeten raken, net als een bijkomende pensioenhervorming en een aanpassing van het sociale energietarief.
Zeker is: 2024 is nog veraf. Afgaande op de meeste voorspellingen hoeven de radicale partijen enkel aan de verkiezingen deel te nemen om ze alweer glansrijk te winnen. Toch blijft een ander scenario mogelijk. In 2014 hielden de coalitiepartners van de regering-Di Rupo verrassend goed stand, ondanks erg gelijkaardige kritiek op een regering die ook toen geen meerderheid had aan Vlaamse zijde. In 2024 zal de begroting er even zorgwekkend uitzien als vandaag. Maar een stembusgang is geen expertenrapport. Voor begrotingen geldt net als voor staatshervormingen dat ze maar zelden kiezers enthousiasmeren.
Behalve de stem van de kiezer is er nog een ander doorslaggevend element: de centen. De Franstalige en Brusselse deelregeringen zitten op droog zaad en smeken om een herfinanciering. Ook daar kun je twee kanten mee uit. Extra geld kan de wortel zijn om toch tot een grote staatshervorming te komen, zoals dat in het verleden altijd het geval was. Of het kan het bindmiddel zijn tussen socialisten en liberalen om toch naar een Vivaldi II te schuifelen. Misschien was dat ook wel een gespreksthema op de lunch met Paul Magnette (PS), waar een hollende Egbert Lachaert (Open Vld) vorige week zo dringend naartoe moest.