NieuwsFrankrijk
Historische doorbraak: door de rellen is autonomie voor Corsica ineens bespreekbaar
De Franse regering is bereid om over een autonome status van het eiland Corsica te praten. Dat is mogelijk een historische doorbraak.
Na twee weken van gewelddadig protest van nationalisten op het eiland is in Parijs een taboe gesneuveld. “Wij zijn er klaar voor om de autonomie van Corsica toe te staan”, zei minister van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin woensdag in een interview met de krant Corse-Matin.
Al relativeerde de bewindsman onmiddellijk nadien. “Vervolgens is het de vraag wat je onder autonomie verstaat, daar moeten wij het over hebben.” Toch markeert de uitspraak een mogelijk historisch keerpunt. Want de boodschap van de Franse Republiek voor de nationalisten op het eiland is sinds 1975 – toen voor het eerst anti-Frans geweld de kop op stak – nooit veranderd. Frankrijk is één en ondeelbaar volgens de grondwet en daar moesten de eilanders het mee doen.
Gesleutel
Verder dan periodiek gesleutel aan het institutionele raamwerk wilde Parijs nooit gaan, al kreeg Corsica misschien iets meer competenties dan andere regio’s. Ook president Macron gaf bijna vijf jaar lang nooit iets toe. De geweldsuitbarsting lijkt hier nu verandering in te brengen. De ongeregeldheden volgden op de poging tot de moord begin deze maand op een Corsicaanse nationalist – Yves Colonna – in een gevangenis op het vasteland. Colonna werd gewurgd door een moslimradicaal en dat kan alleen maar met instemming van de autoriteiten zijn gebeurd, denken veel Corsicanen.
Het feit dat Colonna – die in 1998 de prefect van Corsica vermoordde – de status van martelaar geniet onder de relschoppers, stuit velen in Frankrijk tegen de borst. De presidentskandidaten Valérie Pécresse (centrumrechts) en Marine Le Pen (nationaal-populistisch) menen dat Macron zwicht voor geweld. “Het moet eerst rustig zijn voor er wordt gesproken”, aldus Pécresse.
Meer autonomie
Toch zijn er goede redenen om juist nu zaken te doen met de Corsicanen, vinden anderen. De meest fanatieke onder hen hebben in 2014 de gewapende strijd afgezworen. De gematigde nationalisten, aangevoerd door Colonna’s ex-advocaat Gilles Simeoni, vertegenwoordigen de laatste jaren de meerderheid op het eiland. Een meerderheid die geen onafhankelijkheid wil, maar meer autonomie.
Hun wensen blijven negeren is vanuit democratisch oogpunt problematisch. Bovendien verraadt de geweldsuitbarsting van de Corsicaanse jeugd – de demonstranten waren voor het overgrote deel jong – dat achter de rellen andere klachten schuilgaan die aandacht verdienen. Zo kent Corsica (340.000 inwoners) een jeugdwerkloosheid van 25 procent en een inkomen per huishouden dat onder het landelijk gemiddelde ligt.
Volgens het Insee, het Franse bureau voor statistiek, leeft ruim 18 procent van de bevolking onder het bestaansminimum van 987 euro per maand. Dat veel vastelanders huizen kopen op het aantrekkelijke eiland zet kwaad bloed, omdat het de prijs van onroerend goed opdrijft.