EU-verkiezingen
Groenen claimen sleutelrol, populistisch rechts zoekt macht
De Europese kiezers hebben de flanken opgezocht. Links wint, vooral dankzij het klimaat. Maar ook extreemrechts rukt op. Wat betekent dit voor de EU?
Europese verkiezingsavond in Brussel. Het is nog vroeg, maar Bas Eickhout, een van de twee lijsttrekkers van de Europese Groenen, loopt al glimmend rond. De eerste uitslagen druppelen binnen en hij verkneukelt zich. De zo vurig gewenste groene golf komt eraan.
In Duitsland stevenen de groenen de sociaal-democratische SPD voorbij en worden de tweede partij van het land. In Finland worden ze ook tweede, in Frankrijk derde. De groene fractie in het Europees Parlement groeit van 52 naar 69 zetels, blijkt na middernacht. Nooit eerder waren ze zo groot.
In snel tempo zijn de groenen uitgegroeid tot een geliefd alternatief voor progressieve kiezers die moeite hebben met de grote, oude volkspartijen in het midden. Die kiezers vinden dat de centrumrechtse en -linkse partijen te inwisselbaar zijn geworden en te ambivalent als het gaat om migratie, de Europese integratie en de opstelling tegenover populisten en nationalisten. Dus wijken ze uit naar in dit geval de linkerflank.
Klimaat als trekker
Een andere factor die bij de beweging een rol speelt – zo niet de hoofdrol – is de klimaatverandering. De afgelopen jaren is die kwestie voor veel kiezers zorg nummer één geworden. Alle gevestigde partijen hebben het klimaat op hun agenda gezet. Vanwege het klimaat scoorden de groenen goed onder jeugdige kiezers. “In Duitsland en Frankrijk zijn wij de eerste partij onder de jongeren geworden”, stelt Eickhout tevreden vast. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst...
De groenen vormen nog niet echt een pan-Europese beweging. Zij zijn vooral sterk in het noorden van Europa. In het zuiden krijgen ze langzamerhand ook voet aan de grond: zie Frankrijk en ook Portugal, waar de groenen voor het eerste een Europese parlementszetel wonnen. Maar de groene golf stopte bij de grenzen van het oosten en het midden van Europa.
Belangrijk is nu de vraag hoe de groenen hun winst gaan verzilveren. Vanwege de politieke fragmentatie van het Europees Parlement is hun relatieve macht aanzienlijk toegenomen. De christendemocraten en sociaaldemocraten, die veertig jaar lang het parlement domineerden, zijn hun gezamenlijke meerderheid kwijt. Ze moeten nieuwe meerderheden zien te vormen met behulp van andere partijen, zoals de liberalen en de groenen.
Volgens Eickhout wordt er “van alle kanten naar ons gelonkt”. Dat is ook wat hij wil. Na deze verkiezingsuitslag mogen de groenen niet een getuigenispartij blijven, maar moeten ze hun macht uitspelen. “Wij willen een sleutelrol spelen in de onderhandelingen.”
Populistisch rechts zoekt macht
Aan de rechterflank van het Europese politieke spectrum was er winst voor de nationalisten en populisten. Zij gaan ongeveer 23 procent van de zetels bezetten in het nieuwe Europees Parlement. Daarvoor zaten ze rond 20 procent. Van tevoren was rekening gehouden met de mogelijkheid dat ze een derde van de zetels zouden winnen, maar een rechts-nationalistische golf bleef uit. Tot opluchting van de pro-Europese partijen, die nog altijd twee derde van het parlement vormen.
De rechtse nationalisten en populisten zitten in verschillende fracties. Er is het Europa van Naties en Vrijheid (ENF, in de Engelse afkorting). Daartoe behoren onder andere de Lega Nord van de Italiaanse vicepremier Matteo Salvini, het Franse Rassemblement National van Marine Le Pen en het Vlaams Belang.
Daarnaast is er het Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD), de fractie van brexiteer Nigel Farage en de Italiaanse Vijfsterrenbeweging. Ten slotte is er de groep van de Europese Conservatieven en Hervormers (ECR), waarvan de Britse Conservatieven en de Poolse PiS-partij deel uitmaken.
Die drie fracties, variërend van hard-rechts tot licht eurosceptisch, krijgen bij elkaar 171 van de 751 zetels.
Dat valt, in het licht van eerdere voorspellingen, mee, maar dat belette Salvini niet om op de borst te roffelen zondagavond. “Niet alleen werd mijn Lega Nord eerste in Italië, ook werd Le Pen eerste in Frankrijk en Nigel Farage eerste in Groot-Brittannië. Italië, Frankrijk en Engeland laten zien dat Europa aan het veranderen is, dat Europa het zat is.”
Grote rechtse fractie
De Italiaan heeft grootse plannen. Hij zei maandag met Le Pen, Farage en de Hongaarse premier Viktor Orbán te hebben gesproken over het vormen van een gezamenlijke fractie van zo’n 150 parlementsleden. Als dat lukt, zou die groep de op een na grootste in het parlement worden, achter de christendemocraten, maar voor de sociaaldemocraten en de liberalen.
Maar zover is het nog lang niet. Het rechts-populisme kwam de afgelopen jaren sterk opzetten in Europa, maar het kan nog geen pan-Europese beweging worden genoemd, zoals de christen- en sociaaldemocraten, van oudsher de grootste politieke families in het Europees Parlement.
Toch is het Salvini menens, denkt ook de Leidse hoogleraar en EU-expert Luuk van Middelaar. De generatie van Le Pen en Farage gebruikten het Europees Parlement vooral om met YouTube-filmpjes het thuispubliek te bewerken, zegt hij. “Salvini en Orbán zijn anders. Zij willen een klassieke oppositie vormen en het beleid veranderen. Het doel is niet de EU kapot te maken, maar om haar over te nemen.”