NieuwsNederlandse politiek
Falende evacuatie uit Kaboel doet koppen rollen in Nederland: Ank Bijleveld tweede minister die opstapt
De striemende kritiek van de Nederlandse Tweede Kamer op de hortende evacuatie van landgenoten of Afghaanse medewerkers uit Kaboel decimeert de al ontslagnemende regering-Rutte. Na Sigrid Kaag (D66, Buitenlandse Zaken) moet nu ook Ank Bijleveld (CDA, Defensie) onder druk opstappen.
“Ik wilde doorgaan met de taak waar ik voor sta. De opdracht om mijn mensen en de tolken alsnog te evacueren. Die verantwoordelijkheid wilde ik waarmaken”, sprak Bijleveld bij haar afscheid op het ministerie van Defensie, dat ze tot gisteren leidde. “Ik constateer echter dat mijn aanblijven onderwerp van discussie was geworden.” En dus diende ze alsnog haar ontslag in bij premier Mark Rutte en CDA-partijleider Wopke Hoekstra.
‘Alsnog’, want nog maar een halve dag eerder had Bijleveld nog stellig verzekerd aan te zullen blijven. Dat kwam haar op felle kritiek te staan, omdat haar collega op Buitenlandse Zaken, Sigrid Kaag, wel was opgestapt. Die exit kwam er na een zogenaamde ‘motie van afkeuring’, zeg maar een parlementaire pedagogische tik, die Kamerleden aan regeringsleden kunnen uitdelen, zonder dat er ontslag moet volgen. Bewindslieden hebben het vertrouwen van de Tweede Kamer totdat dat vertrouwen wordt opgezegd. Wie dat wil doen, moet een motie van wantrouwen indienen. Een motie van afkeuring is wel een waarschuwing, maar sluit niet uit dat de getroffen minister beterschap belooft en doorregeert.
In de recente Nederlandse politieke geschiedenis is voortdoen na een motie van afkeuring helemaal niet zo uitzonderlijk. Premier Rutte zelf kreeg op 1 april nog een motie van afkeuring nadat gebleken was dat hij de waarheid niet verteld had over zijn rol in de discussie over de politieke toekomst van Pieter Omtzigt (ex-CDA intussen). De premier bleef gewoon aan.
Waardig afscheid
Voor Sigrid Kaag lag zo’n houding lastig. Bij de motie tegen Rutte in april had de D66-topvrouw nog gezworen zelf op te zullen stappen, mocht ze ooit een afkeuring tegen zich krijgen. “Ik zou zelf niet doorgaan, maar ik ben een ander mens”, zei ze toen. Zo ver kwam het donderdag dus. Kaag toonde zich consequent, en oogstte zelfs lof voor haar waardige afscheid. “Uw Kamer oordeelt dat het kabinet onverantwoord heeft gehandeld”, sprak ze. “Hoewel ik sta voor onze inzet, kan ik niet anders dan als eindverantwoordelijke minister de consequenties aanvaarden.”
Zo ver wou haar ambtgenoot Bijleveld eerst niet gaan. Ze zei aan te willen blijven om de fel bekritiseerde evacuatie uit Afghanistan alsnog vlot te trekken. Druk vanuit de eigen partij kost haar nu alsnog de kop. Het beeld van een minister die aan zijn stoel gekleefd zit, terwijl een collega van de concurrerende partij wel de verantwoordelijkheid opneemt, was voor het CDA onverdraaglijk geworden.
Steen des aanstoots is de evacuatie van landgenoten en medewerkers uit Afghanistan, na de snelle machtsovername door de taliban. De Nederlandse aanpak kreeg al meteen felle kritiek: te chaotisch, te traag. Een onbekend aantal – tientallen volgens de ene bron, duizenden volgens de andere – diende achter te blijven in Kaboel. Het gaat daarbij om tolken, maar ook om lokale medewerkers zoals beveiligers en koks en mensenrechtenactivisten.
In de Tweede Kamer werd een motie goedgekeurd om ook deze Afghanen te evacueren, maar de uitvoering kwam nooit van de grond. Omdat de regering overrompeld werd door de snelle opmars van de taliban, zo klinkt het. Maar critici menen dat de administratie ook met de voeten sleepte omdat er weinig animo was om vele Afghaanse vluchtelingen op te nemen. De Volkskrant onthulde afgelopen week dat de Nederlandse ambassadeur en lokale stafleden al sinds maart 2020 smeekten om voorbereidingen te treffen, zodat zij en hun familie snel konden vertrekken als de opmars van de taliban zou doorzetten. Desondanks nam het kabinet pas twee dagen voor de val van de Afghaanse hoofdstad een besluit over het moment waarop lokale medewerkers van de ambassade en hun gezin in veiligheid gebracht zouden worden.
‘Belgische toestanden’
Het vertrek van de twee ministers is een nieuwe klap voor de al erg wankele ontslagnemende regering-Rutte. Sinds de verkiezingen van maart verkeert de Nederlandse politiek in een formatiecrisis met ‘Belgische’ allure. Onderhandelaar na onderhandelaar bijt de tanden stuk op mogelijke coalitieformules. Een minderheidskabinet lijkt een reële optie, maar een totale impasse die uitdraait op nieuwe verkiezingen is niet uitgesloten. Huidig informateur John Remkes probeert dat doemscenario te vermijden. Zijn eerste opdracht is het vertrouwen herstellen tussen de boegbeelden.
De bijltjesdag in de regering komt daarbij erg ongelegen. Ook in de vastgelopen formatie speelt Sigrid Kaag namens D66 een prominente rol. De linksliberalen waren de grote winnaars van de stembusslag, maar tussen Kaag en Rutte waait sindsdien een gure wind van wantrouwen. Kaag wil niet meer met de conservatief-christelijke ChristenUnie in een nieuw kabinet, Rutte wil dan weer liever geen regering over links maken met de PvdA en GroenLinks, die hun lot aan elkaar verbonden hebben.