AchtergrondEconomie
Expert waarschuwt voor nieuwe eurocrisis: ‘We zitten in de aanloop naar zo’n proces’
De angst voor een nieuwe eurocrisis laait weer op, nu de inflatie blijft stijgen en ook Italië in een politieke crisis is beland. ‘We gaan al richting een recessie. Als we daar nog een eurocrisis overheen jagen wordt het wel heel pittig.’
De crisisstemming wordt mede gevoed door de politieke crisis in Italië. Premier Mario Draghi wil opstappen, maar de president van Italië weigert dat ontslag te aanvaarden. De vrees is dat de politieke onrust overslaat naar de financiële markten. Donderdag liep voor een tienjarige staatslening het renteverschil tussen Italië en Duitsland al op.
Dat gebeurde onlangs ook al. Een maand geleden kondigde de Europese Centrale Bank (ECB) aan de rente te gaan verhogen en te zullen stoppen met het opkopen van staatsleningen. Beide waren nodig om de snel stijgende inflatie onder controle te krijgen. Maar de aankondiging leidde ook tot een ongewenste reactie. De rentes voor de zuidelijke eurolanden liepen veel harder op dan die voor de noordelijke eurolanden. Italië moest op een gegeven moment 2,4 procent meer rente betalen voor een staatslening dan Duitsland.
Dat riep oude en slechte herinneringen op. In 2012 liepen de renteverschillen tussen aan de ene kant Spanje en Italië, en aan de andere kant de noordelijke eurolanden zo hoog op, dat het voortbestaan van de euro in gevaar kwam. Pas na de befaamde uitspraak van de president van de ECB, Mario Draghi, dat de ECB whatever it takes zou doen om de euro overeind te houden, kwamen de markten tot rust.
Overigens is de situatie nu minder dreigend dan toen. Tijdens de eurocrisis van 2012 liep het renteverschil tussen Duitsland en Italië op tot boven de 5 procent. Voor Italië dreigde een bankroet, doordat het land zijn torenhoge staatsschuld veel te duur moest financieren. De eurocrisis veroorzaakte uiteindelijk een forse economische klap.
Een nieuwe eurocrisis moet worden voorkomen, waarschuwt Harald Benink, hoogleraar banken en financiering aan de Tilburg University. “We gaan al richting een recessie. Als we daar nog een eurocrisis overheen jagen wordt het wel heel pittig.”
En zo’n nieuwe eurocrisis is niet denkbeeldig. “We zitten in de aanloop naar zo’n proces’’, waarschuwt Benink. De renteverschillen zijn nu wel kleiner, maar bijvoorbeeld de staatsschulden van Italië en Spanje zijn de afgelopen tien jaar alleen maar verder opgelopen. Dat betekent dat een hogere rente sneller tot problemen leidt. Als een van die landen failliet gaat, zal dat de hele euro onderuit trekken.
ECB kan staatsobligaties opkopen
De ECB heeft aangekondigd aanstaande donderdag meer duidelijkheid te geven over de hoe de renteverschillen tussen eurolanden in de hand gehouden kunnen worden. Benink wijst erop dat tijdens de eurocrisis al een instrument daarvoor is ontwikkeld: de zogenoemde OMT’s, Outright Monetary Transactions.
OMT is een instrument waarbij de ECB gericht staatsobligaties van een land kan opkopen. Dat drukt de rente. Maar het is voor zo’n land geen gratis geld. Een land dat een beroep doet op OMT, moet in ruil daarvoor economische hervormingen doorvoeren. Die moeten een land economisch sterker maken en tot betere overheidsfinanciën - lees begrotingsoverschotten - leiden.
Of bij het aangekondigde nieuwe instrument ook strenge voorwaarden zullen komen, is onduidelijk. Daarover woedt een flinke discussie in de Europese politiek. “Nederland, Duitsland en Oostenrijk willen dat er voorwaarden gesteld worden aan steun, zoals ook bij OMT's gebeurt”, zegt Benink. De hoogleraar is zelf ook voorstander van hervormingen in ruil voor de steun. En er moet, wat hem betreft, tempo gemaakt worden met dat nieuwe instrument, zeker gezien de laatste ontwikkelingen in Italië. “Er heerst nu nog relatieve rust op de financiële markten, omdat de ECB heeft aangekondigd met een nieuw instrument te komen. Maar die rust is maar tijdelijk.”