Analyse20 jaar 9/11
Exclusief: een uitzonderlijke terugblik op 9/11 uit het hart van Al Qaida. ‘De taliban verzetten zich tegen de plannen van Bin Laden’
Ook na de herdenking van de aanslagen van 11 september 2001 blijft één vraag onbeantwoord: hoe slaagde Osama bin Laden erin die moorddadige raid tegen het machtigste land ter wereld uit te voeren? Uitzonderlijke getuigenissen uit het hart van terreurbeweging Al Qaida geven een antwoord.
We ontmoeten Sherif al-Masri en Assad Allah in hun woonplaats in Egypte, hun geboorteland. Niets doet vermoeden dat deze joviale, gezette vijftigers twintig jaar geleden de voorbereiding op de aanslagen van 11 september van zeer dichtbij meemaakten. Sherif al-Masri was de bevelvoerder in enkele Al Qaida-kampen in Afghanistan. Hij was de leider van Al-Jama’a al-Islamiyya in Afghanistan. Assad Allah was meer dan elf jaar lang de persoonlijke lijfwacht van Bin Laden.
Hun naam mag in de krant, en over het verleden vertellen ze ronduit, maar een foto willen ze er liever niet bij. Toen ze terugkeerden werden ze in Egypte gevangen gezet, maar bij de opstand van 2011, toen het regime van dictator Moebarak van de macht werd verdreven, werden ze bevrijd. Sindsdien verkiezen ze een discreet leven in hun thuisregio.
Verantwoording
Voor dit verhaal zocht de Egyptisch-Belgische onderzoeksjournalist Mahmoud Elsobky in zijn geboorteland Egyptische medestrijders van Al Qaida op. De interviews kwamen tot stand bij de betrokkenen thuis en in het Internationaal Perscentrum in Caïro, en werden naderhand met onlinegesprekken aangevuld.
Dit verhaal geeft een unieke inkijk in de beweegredenen en overwegingen in de omgeving van Osama bin Laden op het moment van de aanslagen van 11 september 2001.
Het spreekt vanzelf dat de hier verwoorde opinies niet die van De Morgen zijn. De redactie beoordeelt ze wel als relevant om een beter inzicht te krijgen in de terreurgruwel van 11 september.
Dit verhaal kwam tot stand met de gewaardeerde steun van het Fonds Pascal Decroos. De Egyptische journalist Hani Yassin werkte mee aan dit verhaal.
Het gesprek komt op een merkwaardig moment. Osama bin Laden, zo zullen ze ons uitleggen, had met de aanslagen de bedoeling de oorlog naar het hart van de Verenigde Staten te brengen, om een einde te maken aan hun bemoeienis met de Afghanen maar ook om een islamitisch emiraat onder leiding van de taliban op te richten. Dat doel lijkt nu, paradoxaal genoeg, na twintig jaar oorlog met de VS bereikt te gaan worden, ook al is er van Al Qaida in strikte zin geen sprake meer in Afghanistan.
“De Amerikaanse invasie was een zware klap voor de taliban”, vertelt Assad Allah. “Ze leidde tot een snelle instorting van de beweging en de inname van alle Afghaanse provincies. Maar iedereen wist dat de Amerikaanse terugtrekking op termijn onvermijdelijk zou zijn. Of de beweging nu de naam taliban of een andere naam draagt, het finale resultaat is dat zij uiteindelijk overwon. De taliban verwerven elke dag meer steun onder de bevolking, het leger en de media. Hoe meer berichten over internationale actie tegen de taliban, hoe beter voor hen. De mensen willen alleen nog maar islamitisch bestuur, nadat ze het verschil tussen de islam en het secularisme aan den lijve ondervonden hebben.”
En hij zegt erbij: “Ik vertelde aan de Amerikanen in de basis Bagram (waar hij een tijdje opgesloten zat, nadat hij was gearresteerd, red) dat alles erop wees dat ze zouden moeten vertrekken. Het is hetzelfde als met de Sovjets voor hen. Ondanks de macht van de Sovjet-Unie destijds kwamen ook zij te kort en moesten ze vertrekken.”
Vandaag werkt Sherif, die sukkelt met zijn gezondheid, in de handel, en Assad in de bouw. Twee decennia geleden behoorden ze tot de luitenanten van Osama bin Laden bij Al Qaida in Afghanistan. Dit is hoe zij 9/11 beleefden en beleven.
1. Sherif al-Masri
Sherif is stellig: het was Osama bin Laden zelve die de voorbereiding en de uitvoering van de operatie leidde, zonder inspraak zelfs van Mullah Omar, de legendarische talibanleider die in 2013 overleed. “Sommigen van zijn adviseurs keurden de plannen goed, anderen waren tegen. Maar zelfs de uitvoerders hadden zich niet kunnen inbeelden dat het zo’n succes zou worden. Het voornaamste doel was natuurlijk de Verenigde Staten treffen – militair, politiek, economisch en psychologisch. We wilden de Verenigde Staten provoceren tot een open confrontatie. Iedereen kan vaststellen dat we daarin gelukt zijn, niet alleen in Amerika en Afghanistan, maar in de hele wereld. Zo konden we de jihad weer aanwakkeren, een van de voornaamste doelstellingen van Bin Laden en zijn entourage.”
Het uiteindelijke doel? “Amerika te dwingen tot onderhandelingen met Al Qaida”, meent Sherif al-Masri. “Dat is niet gebeurd. De Verenigde Staten hebben nooit onderhandeld met Al Qaida, wel met de taliban. De VS eisten de uitlevering van Osama bin Laden en betrokkenen bij de operatie. In ruil zou Amerika Afghanistan niet binnenvallen. De taliban verwierpen dat voorstel, vanuit de overtuiging dat het niet toegelaten is een moslim uit te leveren aan niet-gelovigen. Mullah Omar zei: ‘Ik ben niet bereid Bin Laden uit te leveren, want dan zullen mijn kinderen en kleinkinderen er de schuld van krijgen.’”
Toch, zo benadrukt Sherif al-Masri, stonden Bin Laden en de taliban niet zomaar op een en dezelfde lijn. Veeleer integendeel. “Mullah Omar zette Afghaanse en Pakistaanse islamitische geleerden in, toen zijn eigen verhouding met Osama bin Laden vertroebeld was, om hem ervan te overtuigen geen enkele operatie vanuit Afghanistan uit te voeren. De geleerden zaten samen met Bin Laden en vertelden hem: ‘Afghanistan is een zwakke en jonge staat die op dit moment nog geen invasie aankan.’ Zijn antwoord luidde: ‘Afghanistan wordt door Amerika aangevallen, ongeacht of we nu een aanval lanceren of niet.’”
De 11 september-aanval werd door een erg beperkte groep binnen Al Qaida voorbereid. Sherif al-Masri: “Niemand was op de hoogte. Bin Laden riep ons samen voor een sermoen in het kamp Al-Faruq, om te bidden voor het succes van een grote operatie waarbij twintig moedjahedien betrokken zouden zijn als martelaren. Hij zei dat die martelaren een operatie zouden uitvoeren die zou resulteren in de dood van 1.000 vijanden. We dachten hooguit dat ze een Amerikaans kamp of een Amerikaanse basis zouden aanvallen ergens in de Arabische regio.”
“Alleen Bin Laden, Abu Hafs al-Masri (alias Mohamed Atef, red) en Sobhi Abu Sitta (hoofd operaties van Al Qaida, die omkwam bij een Amerikaans bombardement in Kandahar in november 2001, red) en Khalid Sheikh Mohamed, die het idee aanbracht, waren op de hoogte van de details van de operatie. De Amerikanen wisten dat Al Qaida hen zou aanvallen, maar ze wisten niet waar de aanval zou plaatsvinden. Ze waren op de hoogte van de preek in Al-Faruq.
“Sommige leden van de groepering kregen hun opleiding in een kamp in Kandahar. Ze kregen een intense training, maar niemand wist wat hun opdracht zou zijn. Toen de opleiding voorbij was, kregen ze te horen dat ze naar het buitenland moesten. Vier mensen, onder wie Mohammed Atta, volgden al jaren opleidingen om een vliegtuig te besturen. De groep die Afghanistan verliet, kreeg de opdracht de piloten te beschermen. Aan elk vliegtuig werden vier mensen toegewezen. De meesten van hen waren Saudi’s. Mohammed Atta, de leider van de groep, was een Egyptenaar. Ze mochten elk land binnen waarvan Al Qaida gebruikmaakte.”
Cruciaal was de rol van Khalid Sheikh Mohamed. “Het idee voor de operatie ontstond misschien al in 1996. Maar pas eind 1997 begon het plannen en werden de eerste stappen gezet. De operatie leefde in het hoofd van ‘Mukhtar’ Khalid Sheikh Mohamed sinds 1993, na de bomaanslag op het World Trade Center waarvoor zijn neef Ramzi Yousef werd gearresteerd.
“Ik zag Mohammed Atta één keer, toen hij in 1999 naar Kandahar kwam om zijn deelname aan de operatie te bevestigen. Het was de enige keer dat hij naar Afghanistan kwam. Atta had geen banden met Al Qaida, maar hij was geradicaliseerd en werd naar Osama bin Laden gestuurd. Atta plande de aanval en moest 200 mensen in het vliegtuig en 500 mensen in de torens doden. Het was een verrassing dat de torens instortten. Dat was niet verwacht, maar de aanval werd er wel groots door.
“Vier dagen voor de operatie had de sjoera (de ‘bestuursraad’ van Al Qaida, red) een gesprek met Bin Laden. Onder meer Mustafa Abu al-Yazid was daarbij. Ze vroegen hem de operatie uit te stellen, omdat de politieke situatie op dat moment niet gunstig was. De taliban wisten niets over de plannen voor 11 september. Bin Laden verwierp de oproep om de operatie uit te stellen. Hij zei: ‘De planning heeft een fase bereikt waarin de operatie niet meer uitgesteld kan worden, want dan zal alles aan het licht komen.’”
Er waren wel wat bezwaren tegen de 9/11-missie, stelt Sherif. “Sjeik Abu Hafs al-Mauritani, de rechtsgeleerde in de sjoera, verzette zich tegen de operatie, en verliet als gevolg Al Qaida. Zijn houding baarde Bin Laden zorgen. Hij stuurde Al-Mauritani een boodschap: ‘Je kunt dit stil houden.’ Al-Mauritani antwoordde: ‘Ik kan dit niet stil houden, want ik moet naar het recht kijken.’ Hij had vragen bij de haalbaarheid van de operatie en maakte zich zorgen over de reactie, die noch de taliban, noch Al Qaida zouden kunnen dragen. Ik was samen met Abu Hafs al-Mauritani twee dagen voor de aanval. Hij vertelde me dat er iets te gebeuren stond en zei: ‘Moge God ons beschermen, want we zullen dit niet kunnen tegenhouden.’”
Sherif stelt dat Bin Laden voor de operatie naar Mullah Omar ging om zijn toestemming te vragen om een jihad te beginnen tegen de Amerikanen. “Mullah Omar zei tegen hem: ‘Als we Afghanistan volledig controleren, dan heb je de volle vrijheid om tegen de Amerikanen te vechten.’”
Die controle was er op dat moment nog niet. Rebellenleider Ahmed Shah Massoud, die de steun genoot van de VS en het Westen in zijn verzet tegen de taliban, bleef een obstakel voor de ambitie van de taliban om Afghanistan volledig te controleren. Maar op 9 september 2001 stuurde Bin Laden twee Tunesische leden van Al Qaida vermomd als Belgische journalisten naar Shah Massoud. Ze slaagden erin hem te vermoorden in het dorp Khoja Bahauddin in de noordelijke staat Takhar, met een bom verstopt in hun camera. Sherif: “Dat was het signaal om de operatie op gang te brengen, die twee dagen later werd uitgevoerd.
“De aanval van 11 september was ook voor ons een verrassing”, herinnert Sherif zich nu. “Mijn hart trok samen. Ik had het gevoel dat de zegen van de veiligheid verloren was gegaan. We wisten dat oorlog nu onvermijdelijk was, maar we waren hier niet op voorbereid.”
Bin Laden was in de wolken toen de operatie een succes bleek, vertelt Sherif. “Zijn mensen deelden eten en geschenken uit aan de Afghanen. Maar tegelijk deed de Al Qaida-leiding niets om te anticiperen op de Amerikaanse reactie. Op de dag van de aanval verdween Bin Laden. Hij bereidde zich voor op een noodtoestand en trok naar de bergen van Tora Bora. Sindsdien hebben we hem niet weergezien. Na de val van Kaboel zag niemand van ons hem nog terug.”
Lang duurde de eerste oorlogsfase niet. Afghanistan werd overrompeld door de Amerikaanse reactie. Sherif: “Pakistaanse inlichtingendiensten konden enkele talibancommandanten omkopen. De terugtrekking uit Kaboel was voor iedereen een verrassing. We probeerden om wat groepen te organiseren om Kaboel te beschermen, maar de minister van Binnenlandse Zaken van de taliban, zijn vice en de minister van Defensie weigerden. We hoorden achteraf over hun verraad. Ik zat destijds in Kandahar. Ik stuurde mijn vrouw en kinderen naar haar familie in Iran onmiddellijk na de bombardementen in september.
“We bleven in Kandahar tot Mullah Omar, die we beschouwden als religieuze leider, vroeg aan de Arabieren om zich terug te trekken, omdat hij hen niet kon beschermen. We hebben ons toen verspreid over diverse plekken. De minister van Vliegwezen in de talibanregering verborg ons te midden van zijn stam, tot we overgebracht werden naar Pakistan. In die groep zat ook Abu Musab Zarqawi (die Al Qaida in Irak zou gaan leiden tot zijn dood in 2006, red).
“De Pakistaanse inlichtingendiensten volgden ons. We verbleven in een huis daar. Het was midden 2002. Toen trokken Saif al-Adl (militaire leider Al-Qaida, die mogelijk momenteel in huisarrest zit in Iran, red) en een andere groep naar Iran. Ik bleef in de grensstad Quetta, tot ik de vraag kreeg van Al Qaida om opnieuw met hen samen te werken. Het was onze enige ontsnappingsroute. Ik kreeg de verantwoordelijkheid over vier provincies in het zuiden van Afghanistan, waaronder Kandahar. Ik moest talibanstrijders coördineren bij aanvallen op de Amerikaanse troepen.”
Sherif werd gearresteerd door Pakistaanse troepen in de stad Quetta aan de Afghaans-Pakistaanse grens. Hij werd overgenomen door de Pakistaanse inlichtingendiensten, die hem naar de basis Bagram brachten. “Ik bracht vier maanden door in de militaire basis Bagram, waar ik op diverse manieren gefolterd werd. Daarna werd ik overgebracht naar Egypte, waar ik zeven maanden in de gevangenis van de inlichtingendiensten zat. Vervolgens werd ik naar de staatsveiligheidsgevangenissen gebracht. Na een poosje verhuisden ze me naar de Tora-gevangenis in Egypte.”
Sherif werd vrijgelaten na de revolutie van 25 januari 2011.
2. Assad Allah Abdul Rahman
Assad Allah Omar Abdul Rahman (48) is de zoon van Omar Abdul Rahman, de ‘blinde sjeik’, die werd veroordeeld voor de bomaanslag in 1993 op het World Trade Center. In september 2000 zond de Qatarese zender Al Jazeera een videotape uit waarop Assad Allah te zien is, als persoonlijke lijfwacht van Bin Laden, gezeten naast de terreurleider, onder een spandoek dat oproept tot de vrijlating van zijn vader.
“De lijfwachten van sjeik Osama werden gekozen door zijn medewerkers en werden door hem goedgekeurd”, vertelt Assad Allah. “Hij had altijd een groep lijfwachten dicht bij zich. Hij had een voorkeur voor Egyptenaren om zijn beveiliging ter harte te nemen. Ze hadden hem altijd bijgestaan, zelfs aan het eind van de oorlog tegen de sovjets. Hij gaf ons elk honderd dollar. Dat volstond om een luxueus leven te leiden in Afghanistan.”
Assad Allah vertelt dat de relatie tussen Bin Laden en de taliban slechter werd naarmate 9/11 dichterbij kwam. “Mullah Omar stelde zonder aarzelen dat vanop Afghaanse bodem geen militaire operaties opgezet mochten worden, tegen geen enkel doelwit, en al zeker niet tegen Amerika. Het zou het ontluikende Afghanistan vernietigen. Sommige Al Qaida-leiders beschuldigden Mullah Omar er daarom van dat hij de jihad opgaf.”
De gespannen verhouding met de taliban verdeelde Al Qaida, zegt Assad Allah. “Mijn schoonvader, die door Amerikaanse vliegtuigen gebombardeerd was in Pakistan, was het niet eens met de kritiek op Mullah Omar. Hij was per slot van rekening wel degene die een staat heeft gesticht en ons opgevangen heeft.
“Mullah Omar schoof uiteindelijk zijn meningsverschil met Bin Laden opzij. Hij begon zich voor te bereiden op een confrontatie met de eenvoudige middelen waarover hij beschikte.” Algauw zou blijken dat die middelen niet volstonden. Assad Allah: “Het is onbeschrijfelijk als je een islamitische staat voor je in duigen ziet vallen. Het was verschrikkelijk, iedereen was geschokt, zeker in Kandahar, want dat was het hart.
“Het was een grote verschuiving, van een land dat leefde volgens de regels van de islamitische sharia naar een land dat geregeerd werd met mensenregels, van mensen die in vrede en veiligheid leefden naar mensen die in angst leefden. We leefden als koningen in Afghanistan, of we waren koningen tot we niet meer wisten waarnaartoe. Het was totale ontreddering. Een kompaan weende en zei: ‘Ik trek me niet terug. Gedood worden is beter voor ons dan ons terugtrekken. Wat zeggen de Afghanen over ons? Wat zullen de Afghanen over ons zeggen? Ze zullen zeggen dat wij de oorzaak van de verwoesting van Afghanistan waren, en dat we daarna gaan lopen zijn.’
“De broeders die in de frontlinie stonden om de stad te verdedigen, een paar kilometer van de stad vandaan, wisten pas ’s avonds dat er teruggetrokken zou worden. Als je je ’s avonds terugtrekt of voortbeweegt, dan weet je dat je auto gebombardeerd zal worden door vliegtuigen. Veel broeders van die groep werden gedood. We zaten ongeveer tien dagen in dorpen in Kandahar, waar we van huis naar huis trokken, tot we in kleine aantallen Pakistan konden bereiken.”
Het was uiteindelijk een e-mail van Assad Allah die leidde tot de arrestatie van Khalid Sheikh Mohamed, de ‘architect van 9/11', die momenteel door de VS gevangen gehouden wordt in Guantánamo. De communicatie werd onderschept door een Amerikaanse satelliet. Khalid Sheikh Mohamed werd gearresteerd in Rawalpindi.
Assad Allah zelf werd gearresteerd in de Pakistaanse grensstad Quetta, en vervolgens naar de basis Bagram in Afghanistan gebracht. Later werd hij getransfereerd naar de Tora-gevangenis in Egypte. Hij kwam vrij na de revolutie van 25 januari 2011.
---
En nu? Belangrijk is dat Al Qaida en IS niet meer in Afghanistan opduiken, een belofte die de taliban deden bij de Doha-onderhandelingen (het vredesoverleg tussen de VS en de taliban, red). De aanslagen van IS op de luchthaven van Kaboel geven dus al meteen reden tot somberte. Sherif al-Masri: “De boodschap van de internationale gemeenschap aan de taliban is: ‘Garandeer onze belangen en onze veiligheid, en dan zullen wij ons niet bemoeien met jullie zaken.’ Ook voor Rusland en China is dat de essentie.”
Volgens Sherif had Mullah Omar ooit de wens om toe te treden tot de Verenigde Naties. Ook de huidige leiders willen dat en zijn bereid toegevingen te doen om door de VN erkend te worden als staat. Met Al Qaida ziet hij niet gauw meer een alliantie ontstaan. “De huidige generatie meent dat ‘de Arabieren’ hen en het land veel schade hebben berokkend. De leiders van toen zijn van het toneel verdwenen in Afghanistan.”
Ook Hani Nasira, een Egyptische expert in jihadisme, denkt dat de terugkeer van de taliban juist een stabiliserende factor kan zijn. “De taliban zijn een nationalistische beweging die niet gelooft in de universele jihad, zoals Al Qaida of IS. Ze hangen geen salafistische ideologie aan, maar geloven in het soefisme. Ze beseffen hoe de politiek werkt, en ze leven niet meer alleen in isolement.”
Niet iedereen deelt dat optimisme. Jassim Mohamed, een voormalig lid van de Iraakse inlichtingendiensten en hoofd van het European Center for Counterterrorism and Intelligence Studies, beklemtoont dat “de taliban en Al Qaida extremistische ideologieën zijn. Hun overleven in Afghanistan vormt een bedreiging voor de regio en de hele wereld, want Al Qaida wil zijn ideologie blijven opdringen aan de Afghaanse beweging.”
Hij verwacht dat met de taliban ook Al Qaida, IS en andere groepen zullen terugkeren. “De taliban kunnen gebruik van hen maken, en zullen hen tegelijk een vrijhaven bieden, om mensen op te leiden en aanslagen in het buitenland te plannen en uit te voeren, waarmee ook het terrorisme met zijn diverse aspecten zal terugkeren. De taliban zijn vandaag juist gevaarlijker. Ze hebben meer ervaring, ook op politiek vlak. Ze staan financieel en ideologisch sterker en vormen een bedreiging voor de hele wereld. Ze zijn in staat een vervelende rol te spelen in de balans tussen de supermachten.”
Enkele van de hoofdrolspelers
• Sherif al-Masri: leider van Al-Jama’a al-Islamiyya in Afghanistan en bevelvoerder in enkele Al Qaida-kampen in Afghanistan; moest talibanstrijders coördineren bij aanvallen op de Amerikaanse troepen
• Assad Allah Abdul Rahman: meer dan elf jaar lang de persoonlijke lijfwacht van Bin Laden; zoon van Omar Abdul Rahman, de ‘blinde sjeik’
• Mullah Omar: legendarische talibanleider die in 2013 overleed
• Sobhi Abu Sitta: hoofd operaties van Al Qaida; kwam om bij een Amerikaans bombardement in Kandahar in november 2001
• Mohammed Atef: strijdnaam Abu Hafs al-Masri, was een van de weinigen op de hoogte van de details van de 9/11-aanslagen; werd in november 2001 gedood bij een VS-raketaanval in Afghanistan
• Khalid Sheikh Mohamed: de ‘architect van 9/11’; wordt momenteel door de VS gevangen gehouden in Guantánamo
• Mohammed Atta: plande de aanval en moest 200 mensen in het vliegtuig en 500 mensen in de torens doden; volgde jaren een opleiding om een vliegtuig te besturen
• Sjeik Abu Hafs al-Mauritani: rechtsgeleerde in de sjoera, de ‘bestuursraad’ van Al Qaida; verzette zich tegen de 9/11-operatie en verliet als gevolg Al Qaida
• Ahmed Shah Massoud: rebellenleider die de steun genoot van de VS en het Westen in zijn verzet tegen de taliban; werd op 9 september 2001 vermoord op direct bevel van Bin Laden
• Abu Musab Zarqawi: leidde Al Qaida in Irak tot zijn dood in 2006