Euthanasie
Euthanasie bij levensmoeheid: "De dood is nooit een alternatief voor het leven"
Dat een mens het leven moe kan worden en dat dat ernstig te nemen valt: geen expert die het ontkennen zal. Maar of die mens dan ook hulp moet krijgen bij het beëindigen van zijn leven? "Dit is een glijbaan naar de georganiseerde dood."
Net op het moment dat het debat over euthanasie bij levensmoeheid in Nederland (voorlopig) beslecht lijkt, slaat het over naar ons land. Bij de noorderburen was het een belangrijk thema in de jongste kiescampagne en een bijzonder heikel punt tijdens de lopende regeringsonderhandelingen. Nu kwam daar een voorlopig akkoord uit de bus: het wetsontwerp van D66 over euthanasie bij een voltooid leven wordt door gesprekspartners CDA, ChristenUnie en VVD integraal in de koelkast gezet. De volgende Nederlandse regering zal geen voorstellen doen om hulp bij zelfdoding uit te breiden.
Bij ons is het Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) die, nadat twee artsen er in De Standaard een lans voor braken, de discussie wil voeren: moeten mensen die fysiek en psychisch in orde zijn, geholpen worden wanneer ze het leven beu zijn? Over heel veel mensen gaat het niet, geeft hij toe. Maar dat is volgens De Gucht geen bezwaar.
"Dezelfde vraag werd me steeds gesteld over euthanasie bij minderjarigen. Het antwoord is hetzelfde: ja, het gaat slechts over een kleine groep. Maar als er ook maar iemand is die anders zelfmoord zou plegen en die we kunnen begeleiden bij die daad, zodat de kwetsuren voor zijn naasten beperkt worden, is dat dan niet op zijn minst het overwegen waard?"
Natte vinger
Leg de vraag voor aan experts ter zake en het is al snel duidelijk dat het antwoord geen eenvoudig ja of nee is. Professor in de palliatieve geneeskunde Wim Distelmans (VUB), een groot voorvechter van de euthanasiewetgeving, voelt zich alvast niet bevoegd om te oordelen of er echt geen uitweg meer is.
"Ik heb de vraag ook nog nooit gekregen. En met alle begrip voor die mensen en met groot respect voor de zelfbeschikking, maar hoe zul je ooit kunnen vaststellen of de vraag van die patiënt gegrond is? Dat kan alleen met de natte vinger. Misschien dat daar in de toekomst criteria voor gevonden worden, maar ik zie ze alleszins niet."
Distelmans legt de vinger op een groot verschil met de bestaande euthanasiewetgeving. Die steunt op de vraag van de patiënt en het oordeel van twee artsen. Hulp bij zelfdoding zou daarom geen aanpassing van de huidige euthanasiewet vragen, maar een geheel nieuwe, afzonderlijke wet.
In het aparte wetsvoorstel dat D66 neerlegde in Nederland, wordt er gepleit voor een speciaal daartoe opgeleide levenseindebegeleider die aan de hand van enkele gesprekken met de patiënt een oordeel velt. Bovendien wordt de minimumleeftijd op 75 jaar gelegd. Een grens waar De Gucht geen voorstander van is.
Te lang leven
Blijft de vraag: hoe ver gaat dat zelfbeschikkingsrecht en in welke mate moet een overheid het wettelijk kader daarrond faciliteren? Moraalfilosoof Patrick Loobuyck (UAntwerpen en UGent) is er nog niet helemaal uit. "Enerzijds worden we dankzij onze geneeskunde steeds ouder, maar hoe kwalitatief dat leven nog is, wordt zelden gevraagd. Ik kan me perfect inbeelden dat je op een gegeven moment ook te lang kunt leven."
Maar anderzijds heeft Loobuyck veel moeite met de keerzijde van de medaille: het signaal dat je geeft aan de maatschappij. "Je wil toch niet, onder het mom van zelfbeschikking, mensen bevestigen in hun gevoel dat ze overbodig zijn in deze maatschappij?"
'Euthanasiasme'
Ga je die weg toch op, dan is het einde zoek, betoogden professor Dorien Pessers van de faculteiten rechtstheorie van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam, en Nederlands huisarts Alfred Sachs in de krant NRC. "De eerste taak van de staat is het leven te beschermen. Een gemeenschap kan niet duurzaam overleven wanneer er geen verbod op doden staat. Dat verbod geldt ook voor de staat", hekelen zij het 'euthanasiasme'.
Bij ondraaglijk en uitzichtloos lijden speelt nog de barmhartigheid en de solidariteit, zeggen Pessers en Sachs. Maar hulp bij zelfdoding van gezonde mensen, dat heeft enkel iets te zien met "een dreigend moreel verval van de staat".
De woordkeus is medisch filosoof Ignaas Devisch (UGent) wat te bombastisch, maar met de kern van de boodschap is hij het helemaal eens. "Ondraaglijk en uitzichtloos, dat moet de basis blijven voor euthanasie. Als je dat begint op te rekken, komen we op een gevaarlijke glijbaan terecht richting georganiseerde dood."
Terwijl het de opdracht is van de staat om zorg te organiseren, zegt Devisch. "Maar wanneer je tegelijkertijd zegt dat er nog een andere uitgang is wanneer het tegenzit, dan zitten we op een spoor dat niets meer met vooruitgang te maken heeft. De dood is nooit een alternatief voor het leven."