De Europese Commissie wil bijna 900 miljoen euro uittrekken voor EU-landen, bedrijven en werknemers die getroffen worden als het Verenigd Koninkrijk eind oktober zonder akkoord de EU verlaat. De regels van twee bestaande EU-noodfondsen worden zodanig opgerekt dat een harde brexit als ‘ramp’ kan worden gedefinieerd en daarmee subsidiabel is.
De voorstellen van de Commissie komen op het moment dat Britse politici vechtend over straat gaan over de keuze tussen een harde brexit of een zacht vertrek uit de EU (met akkoord en overgangstermijn). Brussel wacht de uitslag van dat gevecht niet af en presenteert daarom vandaag aanvullende plannen om de pijn van een harde brexit te verzachten.
De Commissie stelt voor de reikwijdte van het bestaande solidariteitsfonds – bedoeld om lidstaten financieel te helpen bij natuurrampen als overstromingen, bosbranden, stormen en aardbevingen – uit te breiden zodat ook de economische gevolgen van een harde brexit eronder vallen. ‘Hoewel (een harde brexit) een eenmalige gebeurtenis is, kunnen de ontwrichtende gevolgen en de last voor de overheidsfinanciën die het gevolg zijn van een vertrek zonder akkoord, een grote ramp veroorzaken’, aldus de Commissie in haar ontwerpvoorstel. Activering van het ‘solidariteitsmechanisme’ zou daarmee gerechtvaardigd zijn
België bij ‘hardst getroffen landen’
De Commissie wil voor 2019 en 2020 ruim 590 miljoen euro uit het solidariteitsfonds reserveren voor de meest door de brexit getroffen landen. Dat zijn onder meer Ierland, België, Nederland, Denemarken en Duitsland. De schade moet wel een vastgestelde drempel (ruim 1,5 miljard euro of 0,3 procent van het bruto binnenlands product) overschrijden. Het geld is bedoeld om onder meer de kosten van extra douaniers en controles op te vangen, maar ook om bedrijven te helpen die hun export naar het Verenigd Koninkrijk zien krimpen.
Daarnaast stelt de Commissie voor het huidige globaliseringfonds aan te spreken voor de schade van een harde brexit. Deze pot met EU-geld is bestemd voor de omscholing en training van werknemers die door de globalisering hun baan verliezen. Voor 2019 en 2020 is 300 miljoen euro beschikbaar. De lidstaten en het Europees Parlement moeten de voorstellen goedkeuren.
Meer geldbronnen
Het solidariteits- en globaliseringsfonds zijn niet de enige Europese geldbronnen waaruit gedupeerde bedrijven en landen kunnen putten. Dit voorjaar kondigde de Commissie aan dat de honderden miljarden euro’s steun voor armere regio’s onder voorwaarden mogen worden ingezet om de schade van een harde brexit te beperken. Verder is het Europese investeringsfonds beschikbaar. Ook bieden de Europese staatssteunregels ruimte aan overheden om bedrijven in brexitnood te helpen met leningen.
De kans dat het Verenigd Koninkrijk de EU met slaande deuren op 31 oktober verlaat, wordt steeds groter. Vandaag praat EU-onderhandelaar Michel Barnier de Commissie bij over de voortgang bij de gesprekken met Londen. Veel heeft hij niet te melden: hoewel er ‘op technisch niveau’ gesproken wordt tussen vertegenwoordigers van de Britse regering en Barniers team, zit er volgens betrokkenen weinig schot in het overleg.
Backstop
Het grootste obstakel blijft de ‘backstop’, de garantie die de EU eist dat er geen harde grens komt tussen Ierland en Noord-Ierland, dat met Groot-Brittannië de EU verlaat. Om grenscontroles te voorkomen, moet Londen zich aan talrijke EU-regels blijven houden.
Londen ziet de backstop als een leiband die het Verenigd Koninkrijk tot in lengte van jaren aan de EU bindt. Brussel verwijt Londen geen realistisch alternatief op tafel te leggen. De Britse premier Johnson dreigde eerder dat zijn land bij een harde brexit zijn financiële verplichtingen aan de EU (de eindrekening van meer dan 40 miljard euro) niet zal nakomen.
De EU van 27 landen stelde al eerder noodplannen op om de misère bij een harde brexit te beperken. Voor sommige sectoren (wegtransport, luchtverkeer, medicijnenproductie, studentenuitwisselingen) zijn korte overgangsmaatregelen mogelijk.