AnalyseBart Eeckhout
En zo borrelt in Groen toch stilaan het oude trauma van 2003 op
Plots vertrekt Meyrem Almaci als voorzitter van Groen. Net nu de partij in de regering de gewenste kernuitstap misgelopen is, komt die exit op een lastig moment, analyseert hoofdredacteur Bart Eeckhout.
Waarom neemt Almaci juist nu ontslag?
Zelf geeft Meyrem Almaci op haar persconferentie aan dat ze al een tijdje aan het overwegen was om ermee te stoppen. Familiale redenen spelen daarbij een rol. “Ik wachtte op het juiste moment. Maar politiek kan het juiste moment lang op zich laten wachten – zelfs al heb je in marmer gebeiteld dat je wel zal vertrekken. En voor mijn gezin was het juiste moment eerder gisteren dan vandaag. Dus kies ik er nu voor om meer zorg te dragen voor de mensen die het dichtst bij mij staan”, zei ze daarover.
Tegelijk geeft ze aan dat de partij toe is aan een nieuwe wind. “Na een intern proces van vernieuwing is het tijd voor een doorstart. Dat gebeurt zonder mij als voorzitter en dat lijkt me eigenlijk heel gezond. Het is nu aan andere mensen, dat zal Groen deugd doen.” Daarmee wandelt ze voorzichtigjes langs de verhalen over interne spanningen aan de top van de partij.
Die situatie kreeg Almaci de voorbije jaren en maanden maar niet gemanaged. In de brede partijtop was de evaluatie al langer gemaakt dat een nieuwe partijleiding zich opdrong. Ook Meyrem Almaci besefte dat al een tijd. Ze was, zo verluidt het, alleen nog op zoek naar een elegante exit voor zichzelf. En, nu de beslissing over de kernuitstap gevallen is, achtte ze het moment gekomen. Dat blijft toch merkwaardig, want voor de groenen heeft dat nucleaire verhaal geen goede afloop gekregen. Groen moet nu dus middenin de storm van kapitein wisselen en dat is zelden een goed idee.
Gebeurt de exit vrijwillig?
Het is dubbel. Het moment en de boodschap heeft Almaci zelf gekozen. Maar het is helder dat hoogoplopende interne spanningen de drijfveer zijn. Die spanningen gaan al mee sinds de verkiezingsavond van 26 mei 2019. Groen haalde toen, in tegenstelling tot Ecolo, een teleurstellend stembusresultaat met een kleine overwinning die aanvoelde als een nederlaag. Ook intern werd door sommigen toen de verantwoordelijkheid bij de partijleiding gelegd, die te makkelijk geloofde in een zeker succes op de golven van de aandacht voor klimaatzorg. Tegen kritiek op het eigen programma was er amper een verdediging klaar. Toch bleef Almaci zitten en werd ze, zonder veel overschot, herverkozen als partijvoorzitter.
Pijnlijk werd het toen de groenen in de herfst van 2020 moesten beslissen over deelname aan de federale regering en de basis enigszins onverwacht Petra De Sutter als vicepremier aanduidde in plaats van Kristof Calvo, mede op aansturen van Almaci. De verdeeldheid aan de top van de partij werd daarmee open en bloot geëtaleerd. De partij heeft zich daar nooit goed van kunnen herstellen.
Hoe moet het nu verder met Groen?
De partij gaat echt wel door een lastige periode. De kernuitstap was al een tijdje een echt rotdossier geworden, maar de groenen – vooral Ecolo weliswaar – hadden er bij de federale regeringsonderhandelingen nu eenmaal zwaar op ingezet. Ondanks de toenemende politieke en maatschappelijke druk – door de energiecrisis met de hoge facturen – leek federaal minister Tinne Van der Straeten met veel engagement, kunde en tactisch vernuft de nucleaire exit toch de haven in te kunnen loodsen. En toen kwam de oorlog in Oekraïne en vielen alle plannen in duigen… De compensaties voor hernieuwbare energie die de groenen nog wisten te bedingen als goedmaker voor het uitstel van de kernuitstap kunnen de deceptie niet maskeren.
Het probleem is dat er voor Groen in de regering nog weinig in de tank zit. De partij heeft zich altijd als een loyale partner van premier Alexander De Croo (Open Vld) opgesteld, maar ze krijgt daar weinig voor terug. Minister Van der Straeten wordt vereenzelvigd met de kernuitstap, en moet nu onderhandelen over het uitstel ervan – tegen de eigen overtuiging in. Als vicepremier heeft Petra De Sutter bevoegdheden waar je maar moeilijk een enthousiasmerende ecologische stempel op kan drukken.
En zo borrelt in de partij toch stilaan het oude trauma van 2003 op, toen de groenen (toen nog Agalev) een eerste federale regeringsdeelname moesten bekopen met een electorale afstraffing die, voor de Kamer, onder de kiesdrempel eindigde. De druk om het roer om te keren, is hoog. Ook al is de timing, vers na de gemiste kernuitstap, ongelukkig, Groen heeft nog ruim twee jaar om een nieuwe versnelling te vinden. Dat is, politiek gesproken, een eeuwigheid.
Het contrast ter linkerzijde is immens vandaag. Juist in de week dat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau de show steelt in The Masked Singer – met alle kritiek die je daar voorts op kunt hebben – tikt Meyrem Almaci haar ontslagbrief. Met een sneer naar “politici die liever voor de spiegel staan dan door het raam kijken”, hintte Almaci trouwens naar onder meer die ‘Conner-hype’. Als mens en type politicus staat ze veraf van de spektakelpolitiek van Conner Rousseau of van tegenstrevers als Zuhal Demir, Bart De Wever of Georges-Louis Bouchez die haar voortdurend en genadeloos op de korrel namen.
Is er al een nieuwe kandidaat-voorzitter?
Neen. Ook een flink deel van de partijtop is in snelheid gepakt door de precieze timing van het ontslag. Pas vanavond buigt het partijbestuur zich over de interne verkiezingsprocedure. Tegen de zomer wordt de nieuwe partijleiding verkozen.
Naar kandidaten is het gissen. Kristof Calvo is een logische naam om nu te noemen. Na het gemiste ministerschap, maakte Calvo zijn tocht door de politieke woestijn. Hij ging zich herbronnen bij de Nederlandse zusterpartij GroenLinks. Hij staat voor een andere, meer linksliberale, groene stroming dan Almaci, maar ook hij blijft een polariserend figuur. Niet meteen het type dat rust in de tent zal brengen, dus.
Vlaams fractieleider Björn Rzoska was al tegenkandidaat bij de herverkiezing van Almaci in 2019. Hij moest het toen vrij nipt afleggen tegen de zittende voorzitter en hij heeft dus grote supportersbasis in de partij. Zijn rustige, beredeneerde stijl wekt ook buiten de partij waardering op, maar of hij daarmee ook nieuwe kiezers weet aan te trekken, valt af te wachten. Een vrij nieuwe naam die circuleert, is die van Jeremie Vaneeckhout die als Vlaams volksvertegenwoordiger indruk maakte met een kritische, empathische koers tijdens de coronacrisis. Wie het zeker niet wordt, is ondervoorzitter Danny Neudt. Die zet samen met zijn voorzitter een stap opzij.