AnalysePolitiek
‘Een partij als Vooruit zou al een nieuwe Vandenbroucke moeten hebben klaarstaan’: hoe Rousseau oude boegbeelden van stal blijft halen
Frank Vandenbroucke, Caroline Gennez en Freya Van den Bossche: met drie topfiguren uit het verleden gaat Vooruit 2023 in. Hoe slaagt een jonge voorzitter als Conner Rousseau daarin? En wat met de ‘verjonging’ in de partij?
“He’s back, bitches!” Vooruit-voorzitter Conner Rousseau liet er bij de vorming van de federale regering in 2020 geen twijfel over bestaan. Met Frank Vandenbroucke als minister van Volksgezondheid koos hij voor een ervaren rot, die na een carrière op politiek topniveau en twee exits toch weer met veel goesting naar de Wetstraat terugkeerde. Wie dacht dat het om een eenmalige tovertruc van Rousseau ging, bleek het verkeerd te hebben. Met de vervanging van Meryame Kitir door ex-voorzitter Caroline Gennez als minister van Ontwikkelingssamenwerking vond nog een socialistisch boegbeeld de weg terug naar de schijnwerpers.
En in Gent wordt op een comeback van ex-minister Freya Van den Bossche gehint. Verschillende bronnen, zowel binnen als buiten de partij, geven aan dat Van den Bossche opnieuw een belangrijke rol zal opnemen bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. Op dit moment onderhandelt ze al met Open Vld over een gezamenlijke stadslijst.
Ervaring of verjonging
Rousseau is de jongste partijvoorzitter die ons land ooit gehad heeft. Bovendien maakte hij er zijn doel van de partij te vernieuwen en te verjongen. Waarom dan kiezen voor gevestigde namen, als je de kans hebt nieuwe gezichten te lanceren? Federaal fractieleider Melissa Depraetere bijvoorbeeld, of Vlaams fractieleider Hannelore Goeman.
“De keuze voor Vandenbroucke en Gennez wijst voor mij op een zekere bloedarmoede binnen Vooruit”, zegt professor politicologie Dave Sinardet (VUB). “Ik snap dat je ervaring nodig hebt en het zijn sterke figuren, maar misschien wordt de nieuwe generatie dan toch nog niet capabel genoeg ingeschat. Een bestuurspartij zoals Vooruit zou toch wel al een nieuwe Vandenbroucke moeten hebben klaarstaan.”
Bram Wauters, politicoloog aan de UGent, is genuanceerder. “Als regeringspartij is het erg moeilijk om te vernieuwen. Vandaar dat Vooruit op twee paarden wedt: aan de ene kant met Rousseau zelf als toonbeeld van de vernieuwing, met een jonge stijl, taal en communicatie op sociale media. Maar aan de andere kant wil de partij ook tonen dat ze een betrouwbare regeringspartner is door ervaren hoofden in te zetten om de partijpunten te realiseren.”
‘Niet getwijfeld’
En de ervaren rotten zelf, staan die wel te springen om opnieuw op politiek topniveau mee te draaien? Gennez zag het naar eigen zeggen niet aankomen toen de voorzitter haar als nieuwe minister vroeg. De vrijdagnamiddag voordien had ze na een bezoek aan de kinesist tal van gemiste telefoontjes van Rousseau. Toen ze uiteindelijk opnam, vroeg hij haar de dag nadien beschikbaar te zijn. “Ik dacht: hier is iets vreemds aan de hand. Maar toen hij me zaterdag definitief de vraag stelde, heb ik niet getwijfeld.”
Wat hielp, is dat Gennez en Rousseau elkaar al lang kennen. “Een echt politiek beestje, al van kleins af aan”, noemt ze hem. Gennez en de moeder van Rousseau, Christel Geerts, hebben samen in de Senaat gezeten. Rousseau zou zijn moeder als achtjarige zelf overtuigd hebben om de stap naar politiek te zetten. Sinds zijn negentiende werkte hij bovendien voor de partij op het kabinet van toenmalig minister Freya Van den Bossche. Zij zou Rousseau later ook helpen om zijn politieke carrière verder te lanceren.
“Sinds hij voor de partij werkt, heb ik hem nog beter leren kennen en gemerkt dat wij op een heel gelijkaardige manier in het leven staan”, zegt Gennez. Nog voor haar ministerschap werkten Rousseau en Gennez al vaak samen, vooral rond Europese en internationale dossiers. Tijdens Rousseaus eerste federale regeringsonderhandelingen kwam Gennez, met haar ervaring met communautaire onderhandelingen, hem achter de schermen bovendien goed van pas.
De perfecte mix?
De relatie met Vandenbroucke gaat minder ver terug. Het verhaal luidt dat de twee elkaar voor het eerst spraken op het eerste partijcongres met Rousseau als voorzitter. Op aanmoedigen van enkele “oude krokodillen” uit de partij, zoals de groep met onder meer ex-burgemeester van Sint-Niklaas Freddy Willockx en Willy Claes zichzelf noemt, bleven de twee met elkaar praten. Oorspronkelijk puur om Rousseau achter de schermen inhoudelijk bij te staan. Maar toen Vooruit een minister van Volksgezondheid mocht aanduiden, was de keuze voor Rousseau duidelijk. Vandenbroucke, die al op pensioen was, moest er wel enkele nachten over slapen.
Binnen de partij klinkt bij oud én jong dat er absoluut geen wroeging leeft over de keuze voor ervaren boegbeelden. Integendeel, het helpt oude wonden te helen. Zowel Vandenbroucke als Gennez had in het verleden ruzie met hun voorzitter, omdat die hen geen ministerspost gunde. Dat Gennez, de partijvoorzitter in kwestie bij Vandenbroucke, en hijzelf nu in één regering zitten, toont op zich al de vernieuwing binnen de partij.
Volgens fractieleider Depraetere zit de sfeer in de partij goed: ze hoopt met een “gezonde mix van figuren” de “sleutel tot succes” in handen te hebben voor de verkiezingen van 2024. En Rousseau? Die zegt vooral “de juiste mensen op de juiste plaats” te kiezen. “Of die nu oud of jong zijn, doet er voor mij niet toe.”