AnalysePolitiek VS
Democraten lijden onder haperende Joe Biden: Republikeinen heroveren Virginia in gouverneursrace
Een tot voor kort onbekende Republikeinse kandidaat wint de verkiezingen in Virginia, en laat zo zien dat het schrikbeeld van Donald Trump voor de Democraten niet meer genoeg is om verkiezingen te winnen.
Een jaar geleden koos Virginia nog overtuigend voor Joe Biden. Met een verschil van maar liefst 10 procentpunten, waarmee de transformatie van de staat van swing state tot Democratisch bolwerk voltooid leek.
Maar als je Donald Trump uit de vergelijking haalt, dan blijkt de Democratische dominantie toch niet meer zo vanzelfsprekend. Glenn Youngkin, een tot voor kort onbekende zakenman, slaagde er bij de gouverneursverkiezingen van dinsdag in om zijn Democratische kandidaat Terry McAuliffe te verslaan. Ook de andere belangrijke functies die op het kiesbiljet stonden, vicegouverneur en procureur-generaal, gingen voor het eerst in geruime tijd weer naar Republikeinen.
Om de verkiezingsavond voor de Democraten nog rampzaliger te maken, werd het ook in New Jersey onverwacht spannend. In die staat zou de zittende Democratische gouverneur een makkelijke zege behalen, de staat was vorig jaar met maar liefst 16 procentpunten verschil naar Biden gegaan. Maar op woensdagochtend lagen de uitslagen nog zo dicht bij elkaar, dat er geen winnaar uitgeroepen kon worden.
Midterms van 2022
In dit oneven jaar waren Virginia en New Jersey de belangrijkste prijzen bij de verkiezingen in november. Maar de uitslag zal Democraten met angst en beven doen uitzien naar de midterms van 2022, als de krappe Democratische meerderheden in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat op het spel staan. Het is voor de partij die de president levert altijd lastig in zulke tussentijdse verkiezingen. Maar als deze uitslagen een voorbode zijn, dan kunnen de Democraten wel inpakken.
De Democraten lijden onder het haperende presidentschap van Joe Biden. De terugtrekking uit Afghanistan eerder dit jaar was als idee nog wel populair, maar de uitvoering ervan verliep zo chaotisch dat het een flinke kras heeft achtergelaten op Bidens prille presidentschap. Bovendien slagen de Democraten er maar niet in om het onderling eens te worden over een enorm pakket aan investeringen in infrastructuur en verzorgingsstaat. De populariteitscijfers van Biden zijn inmiddels onder de 50 procent gezakt; slechts één president oogstte ooit een nog lagere waardering na een jaar in het Witte Huis: dat was Donald Trump.
Maar die stond hier niet op het stembiljet. De overwinning van Youngkin was dan ook deels te danken aan de handige manier waarop hij omging met de invloed van de ex-president. Hij zorgde ervoor om zich niet te vervreemden van diens aanhang, die nog altijd de belangrijkste machtsfactor in de Republikeinse partij is. Maar tegelijkertijd hengelde hij ook niet opzichtig naar diens steun, en probeerde hij hem zoveel mogelijk buiten de campagne te houden. Dat zou Democraten, en onafhankelijke kiezers die klaar zijn met Trump, hebben kunnen aansporen om naar de stembus te komen.
Onderwijs nieuwe inzet cultuuroorlog
In plaats daarvan richtte Youngkin zich op de burgerlijke kiezers in de buitenwijken, die twee jaar geleden op Biden stemden, uit frustratie over Trump, maar die in cultureel opzicht wel conservatief zijn. Onderwijs was een van de speerpunten van zijn campagne. Aan de ene kant beloofde Youngkin meer investeringen en hogere salarissen voor leraren, waarmee hij de Democraten, die dat al jaren voorstaan, de wind uit de zeilen nam. Aan de andere kant speelde Youngkin in op de angst onder veel conservatieve kiezers dat hun kinderen op school geïndoctrineerd worden met wat zij beschouwen als radicaal-linkse ideeën over racisme.
En dat onderwijs lijkt de nieuwste strijdlinie in de cultuuroorlog tussen Democraten en Republikeinen. Verkiezingen voor de besturen van lokale schooldistricten, die van oudsher bevolkt werden door actieve ouders, maar die verder weinig politieke energie losmaakten, werden dit jaar ineens inzet van heftige campagnes. In sommige conservatieve staten zijn de afgelopen tijd wetten aangenomen tegen het onderwijzen van de critical race theory. Sommige conservatieve activisten voeren campagne voor het verbieden van bepaalde boeken op school, waaronder de boeken van de zwarte Nobelprijswinnaar Toni Morrison. Onderwijsbonden klagen dat zulke wetten een niet-bestaand probleem aankaarten, en daarbij de positie van leraren op gevaarlijke wijze politiseren.
De Democraat McAuliffe schaarde zich in de verkiezingsstrijd in Virginia aan de zijde van dat laatste sentiment. “Ik denk niet dat ouders scholen moeten vertellen wat ze kinderen moeten leren”, zei hij op enig moment. De campagne van Youngkin wist wel raad met die uitspraak, en pompte hem, uit de context geknipt, in veel spotjes rond.
Houdt Trump zich koest?
Binnen de Republikeinse partij is Youngkin, dankzij zijn verrassende overwinning, in één keer een coryfee geworden, wiens koers nu als een leidraad geldt om uit het electorale dal te kruipen waar ze vorig jaar in belandden. Inderdaad lijkt zijn overwinning een goed voorteken voor de Republikeinen. Er is voor hen alleen wel één groot probleem bij het extrapoleren van de ‘lessen van Virginia’ naar het landelijke niveau. Een van die lessen luidt namelijk: dat Trump zich koest moet houden. Maar of de ex-president, die naar verluidt in 2024 gewoon weer mee wil doen aan de presidentsverkiezingen, dat volhoudt bij landelijke verkiezingen, is natuurlijk nog maar de vraag.