AnalyseBelgische politiek
De Wever zet alvast de deur open, mochten er bij Open Vld brokken gemaakt worden
N-VA-voorzitter Bart De Wever pleit voor een ‘breed centrumrechts blok’, met uiteraard zijn eigen partij in het hart. Dat is minder verrassend dan het lijkt.
“Er zijn te veel partijen. Dat is niet gezond”, zegt Bart De Wever vandaag in de gratis meeneemkrant De Zondag. “Ik noem dat de balkanisering van Vlaanderen. Als we niet opletten, wordt ook Vlaanderen onbestuurbaar.” De Wever weet ook al wat hij daaraan wil doen. Hij bepleit een concentratie op rechts van de politieke krachten uit zijn eigen partij met medestanders van CD&V en Open Vld.
Die wens komt niet helemaal uit de lucht vallen. In de Wetstraat zingt al langer rond dat De Wever aan CD&V snuffelt om het oude ‘Vlaamse kartel’ in een of andere vorm te laten herrijzen. “Een klassiek kartel is achterhaald, maar volgens mij is ons partijlandschap wel rijp voor herziening”, zei hij daar zelf begin dit jaar al over in De Morgen. “De vorming van een brede grondstroompartij zou dan een nuttige zaak zijn. Met de christendemocraten zou dit kunnen, naar het voorbeeld van CDU/CSU in Duitsland. Dat zou een perfect verhaal zijn en ik heb daarover al eens met Joachim Coens (CD&V) gesproken.”
Coens zelf staat niet geheel afkerig tegenover dat idee. Een ‘kartel’ noemde hij, in oktober vorig jaar ‘niet aan de orde’. Maar, zoals zo vaak bij een christendemocraat is er ook een anderzijds: “Ik denk wel dat er straks een brede stroom te vormen valt met de mensen die op dezelfde manier als wij naar de samenleving kijken.”
Concreet is het allemaal niet. Drieënhalf jaar voor de volgende stembusgang is er ook niet meteen nood aan een haastige constructie. Maar de geesten zijn alvast opgewarmd als, bijvoorbeeld, peilingen in de komende jaren dezelfde sombere richting blijven uitgaan bij N-VA en CD&V.
CDU als lichtend voorbeeld
Het voorbeeld dat Bart De Wever telkens noemt, is de Beierse conservatief-christelijke partij CSU: populair en almachtig in de eigen regio en kartelpartner van de grote CDU van Angela Merkel bij de nationale verkiezingen.
De Beierse CSU heeft er recentelijk een interessant parcours op zitten. Toen de vluchtelingencrisis na 2015 de Duitse politiek en samenleving onder druk zette, verhardde de CSU de toon. Toenmalig partijleider Horst Seehofer hoopte zo de wind uit de zeilen te halen van het radicaal-rechtse AfD. Het resultaat: in 2019 haalde de CSU zijn slechtste stembusresultaat in Beieren in een halve eeuw. De groenen op links en de AfD op radicaal-rechts waren de winnaars.
Onder Seehofers opvolger Markus Söder keerde de CSU terug naar een conservatieve centrumkoers. Ook het succes keerde weer. Söder is momenteel in de running om namens CDU-CSU kandidaat-bondskanselier te worden, als opvolger van Angela Merkel die op de drempel van haar politieke pensioen staat.
De parallellen met de N-VA springen in het oog.
Ook de Vlaams-nationalisten hebben hun eigen verharding van de identitair-rechtse toon niet te best verteerd. In 2018 en 2019 was concurrent Vlaams Belang telkens de grote winnaar van de verkiezingen. In peiling torent de radicaal-rechtse partij zelfs al boven N-VA uit. De Wever zelf is er al langer uit dat voor zijn partij geen heil te verwachten valt van een ‘VB-light’-koers.
Niet iedereen denkt daar evenwel per se hetzelfde over. Iemand als Theo Francken wil of wou alleszins dichter bij het VB blijven aansluiten, zoals bleek uit de formatienota die Francken mee opstelde, met het oog op de Vlaamse regeringsonderhandelingen tussen N-VA en VB. Een aantal voorstellen uit die nota haalden overigens wel het definitieve regeerakkoord van de regering-Jambon.
Centrumkoers
Dat het idee juist nu weer opleeft, is dan ook geen toeval. Er zijn interne en externe drijfveren. Intern: na de affaire-Kucam en de door hem niet gewonnen ondervoorzittersverkiezingen zit Theo Francken even op de reservebank. Een zeer brede stroming binnen de partij lijkt, net als De Wever, de steven te wenden naar een rechts-liberale en Vlaams-conservatieve positie die dichter bij het centrum ligt. Daarmee lijkt het VB meer ruimte te krijgen om voluit de rechtse flank af te grazen, maar buitenlandse voorbeelden tonen toch dat er naast een radicale partij ook ruimte is voor een grote, leidende en veeleer centrumrechtse partij. Er is de CSU in Beieren, maar ook de VVD in Nederland, hoewel die partij minder op het voor De Wever belangrijke ‘gemeenschapselement’ speelt.
Toch is dat liberale element niet onbelangrijk. Daarmee komen we bij de externe drijfveer. Er is namelijk ook nog de Open Vld, die momenteel haar eigen kruisweg moet lijden. De kwestie-El Kaouakibi rijt oude wonden binnen de liberale partij weer open. De verkiezing van Egbert Lachaert leek een afrekening te worden met de koers van voorganger Gwendolyn Rutten, maar vervolgens vormde Lachaert mee de regering-De Croo die de N-VA aan de kant liet staan. De afrekening zou er nu toch nog kunnen komen. De Wever zet alvast de deur open, mochten er bij Open Vld brokken gemaakt worden.
In dat licht is het wellicht ook geen toeval dat juist dit weekend berichten uitlekten in De Tijd en op Knack over improvisatiepogingen om ook centrumlinks wat krachten te bundelen. Het Mechelse model, dat blauw (Bart Somers) met groen (Kristof Calvo) mengt in een progressieve cocktail, is zo’n denkspoor. Een Antwerpse concentratie rond Jinnih Beels (sp.a) en Sihame El Kaouakibi (Open Vld) zat ook in sommige hoofden. Die sporen lopen tot nader order dood.
Maar alvast Bart De Wever komt het niet slecht uit dat de liberale twijfels juist nu in de openbaarheid komen.