InterviewFelix Coens, zoon van
‘De jeugd ís opgeofferd, maar de plicht riep’
Aaah, de charme van het studentenkot: het overvolle bureau, de bak bier op de grond, de verkeersborden aan de muur, de tandenborstel in de lavabo. ‘Tiens’, zegt Joachim Coens (54), ‘het is hier in tijden niet zo proper geweest.’ De CD&V-voorzitter nestelt zich met schoenen aan op het bed om mails en sms’en te beantwoorden en met een half oor te luisteren naar de ontboezemingen van zijn oudste zoon Felix (19). ‘Ik kan zó twintig meisjes opnoemen van wie naaktfoto’s zijn gelekt via sociale media. Maar ik heb ze niet allemaal bekeken, papa!’
Eind januari publiceerde je op de VRT-website een noodkreet over de zware tol van de coronamaatregelen onder studenten. ‘Ik voel mij een nummer in een universiteit, waar niemand weet van mijn bestaan en waar het niemand zou opvallen moest ik er nu wel of niet zijn.’
Felix Coens: “Die lange coronawinter was voor veel jongeren heel zwaar. De eerste weken van het academiejaar kon je nog nieuwe mensen leren kennen, maar daarna zaten we maandenlang allemaal in ons hokje achter onze computer. Ik kreeg het gevoel dat ik vrienden aan het verliezen was: we hoorden of zagen elkaar niet meer, terwijl we vroeger dagelijks contact hadden. Ik liep door Gent en kwam nooit bekenden tegen. Op kot kende ik bijna niemand. En dan kwam de examenperiode, zonder een bevrijdingsmoment in het verschiet. De horeca zou niet opengaan na de krokusvakantie, de besmettelijke varianten doken op, de derde golf kwam eraan. Het leek alsof er maar geen einde aan zou komen. Die uitzichtloosheid maakte iedereen depressief.
“Het dieptepunt was mijn examen in Flanders Expo (Felix studeert bestuurskunde aan de Universiteit Gent, red.). We stonden met honderden in de rij, tussen dranghekkens, allemaal met mondmaskers op. Ook daar kende ik niemand. Ik voelde me als een koe op weg naar het slachthuis (lacht). Alle info over de examens kwam via e-mail – verder moesten we het maar uitzoeken. Dat werkt zo aan de universiteit, maar als eerstejaars is het wennen. Zeker als je amper contact hebt met studiegenoten en je hen niets kunt vragen. Ik had het gevoel dat ik er alleen voor stond. Sindsdien heb ik werk gemaakt van een WhatsApp-groep met een paar studiegenoten.”
Welke reacties kreeg je op je brief?
Felix: “Ik had nooit gedacht dat die zo viraal zou gaan – ik mocht zelfs naar De zevende dag. De meeste reacties waren positief, maar volgens sommigen kreeg ik alleen maar aandacht omdat ik ‘de zoon van’ ben. Dat deed wel pijn. Misschien was het jaloezie, misschien hadden ze gelijk. Die kritiek bracht me aan het twijfelen.”
Sommigen zeiden dat ‘de watjesgeneratie’ niet moest klagen: in de oorlog was het allemaal veel erger.
Felix: “Tijdens de eerste golf hadden we inderdaad geen reden tot klagen. Op school werd alles herleid tot de essentie. Voor vakken als godsdienst moesten we zelfs geen examen meer doen. We werden betutteld. Maar ondertussen heeft corona anderhalf jaar van ons leven weggevaagd, terwijl we één van de hoogtepunten hadden moeten beleven. Iedereen met een beetje empathie zal wel begrijpen dat dat zuur is.
“Er zijn natuurlijk altijd gefrustreerden die vinden dat je moet zwijgen omdat zij het nog erger hebben gehad. Uiteraard was de oorlog vreselijk. Uiteraard hadden sommigen uit de horeca of de evenementensector het nog lastiger. Maar dat betekent niet dat wij niet mogen zeggen dat we het lastig hadden.”
‘We zitten allemaal met een rotgevoel, maar hebben de gewoonte om dat op te kroppen’, schreef je.
Felix: “Typisch voor onze generatie: keeping up appearances. Dat is de Instagram-cultuur. Op sociale media zet iedereen voortdurend zijn beste beentje voor: het leven is één groot feest, we zien er allemaal fantastisch uit, en ongelukkige momenten bestaan niet. Iedereen weet dat dat zever is, en toch durft niemand te zeggen dat het slecht gaat.”
Mensen die zich kwetsbaar tonen krijgen soms toch veel likes?
Felix: “Op Twitter wel, maar je moet toch al een heel goeie reden hebben. ‘Ik voel me rot, want ik heb een slecht examen afgelegd’, of: ‘Het is uit met mijn vriendin’, dat pakt niet. Dan word je genegeerd. Je moet al je moeder of vader verloren hebben voor je mag huilen op sociale media.”
Wat heb je het voorbije anderhalf jaar allemaal moeten missen?
Felix: “Toen de eerste lockdown werd afgekondigd, was het ’s avonds 100 dagen-feest in Brugge. De cafés zaten vol met zesdejaars, alsof er niks aan de hand was. Ik vond dat onverantwoord en ben niet gegaan. De weken nadien werden enkele schooluitstappen geschrapt, waaronder de reis met de zesdejaars naar Parijs. De proclamatie gebeurde vanuit de auto: je hoorde via de radio wat er gezegd werd op het podium. Tof dat de school íéts organiseerde, maar leuk was het niet.
“In de zomer ging ik op KSA-kamp en op reis met ons gezin, en in augustus werkte ik de hele maand als kelner in een restaurant – er was toch niet veel te beleven. De septemberreis met de vrienden werd afgelast. Maar toch vond ik de zomer nog meevallen: je kon nog vrienden zien, op café gaan en in beperkte kring feestjes bouwen. We waren die bubbels ook nog niet zo beu. De stemming sloeg pas echt om in het najaar.”
Hoe heb je het afstandsonderwijs ervaren?
Felix: “Afstandsonderwijs is geen probleem, zolang je nadien maar mensen kunt zien. In het zesde jaar stelden die onlinelessen niks voor. De eerste lockdown was één langgerekte vakantie, waarin ik vooral veel heb geslapen.
“Aan de universiteit waren de digitale lessen wél goed. Ze mogen die behouden, want in een grote aula kun je afgeleid of verveeld raken. Voor het scherm volg je alles op je eigen tempo. Als ik iets niet begrijp, kan ik terugspoelen. En als een prof te traag of te saai is, bekijk ik de les in sneltempo.”
HEREXAMENS
Je examens zitten er bijna op. Hoe zit het met de knaldrang?
Felix: “Die is vrij groot (lacht). Dankzij de vaccinaties is er eindelijk licht aan het eind van de tunnel. We mogen zelfs met een bubbel van honderd op KSA-kamp. Zo hoeven we de jongeren niet op te splitsen en wordt alles een stuk makkelijker. Volgend academiejaar zullen we ook van een normaal studentenleven kunnen genieten. Kunnen uitgaan zonder vooraf een test af te leggen, stel je dát voor!”
Heb je nog vakantieplannen?
Felix: “Herexamens. Professor Carl Devos heeft me gebuisd voor politicologie. Zijn colleges zijn interessant, maar de slaagkans op zijn examens ligt rond de 30 procent. Dat wordt dus blokken in augustus. Daarvoor gaan we met het gezin op vakantie, en in september ga ik nog een keer met vrienden: een huisje met zwembad in Frankrijk. Wandelen, barbecueën en pintjes drinken.”
Heb je je vader onder druk gezet om wat meer voor de jeugd te ijveren?
Joachim Coens: “Hele dagen!”
Felix: “Ik heb hem regelmatig aan zijn oren getrokken in verband met de zomerkampen. Een bubbel van vijftig had het voor veel jeugdbewegingen veel moeilijker gemaakt om op kamp te gaan.”
Je had het in je brief ook over de genadeloze kritiek op politici en virologen.
Felix: “Ze werden afgeschilderd als mensen zonder hart – alsof anderen het beter hadden gedaan. Dit was een crisis: die tover je niet zomaar weg. Politici moeten tegen die kritiek kunnen – dat is part of the job – maar ook de virologen werden geviseerd en kregen zelfs doodsbedreigingen. Dat verdienen ze niet. Marc Van Ranst is de enige die zelf ruzie uitlokt, maar anderen zoals Steven Van Gucht en Erika Vlieghe hebben altijd de wetenschappelijke standpunten verkondigd, zonder de controverse te zoeken. Als je hen aanvalt, schiet je op de weerman die onweer aankondigt.
“Mijn brief was alleszins niet bedoeld om het beleid aan te klagen. Ik heb er ook niet voor gepleit om de jongeren eerst te vaccineren, of de horeca te openen toen dat nog onverantwoord was.”
Je had niet het gevoel dat de jongeren werden opgeofferd voor de gezondheid van de ouderen en zwakkeren?
Felix: “De jeugd ís opgeofferd, maar de plicht riep. Virologisch gezien slaat het nergens op om eerst de jongeren in te enten. De vaccins maken het grootste verschil bij de meest kwetsbaren.”
Ga je je laten vaccineren?
Felix: “Natuurlijk! Ik ken niemand die het niet laat doen.”
DAGELIJKSE BAGGER
Je studeert bestuurskunde. Wat wil je met dat diploma doen?
Felix: “Het is een combinatie van politicologie, economie en recht gericht op het managen van overheden of bedrijven. Ik wil een job met een grote maatschappelijke meerwaarde bij de overheid. Een bedrijf opstarten om zo veel mogelijk winst te maken, is niks voor mij.”
Is geld niet belangrijk?
Felix: “Niet echt. Ik heb wel aandelen, maar dat is eerder om te leren dan om er rijk van te worden.”
Joachim: “Toch geen bitcoins?”
Felix: “Nee, dat is gokken. Ik heb een paar maanden geleden AB InBev gekocht. (Wijst naar zijn bierbak) De winst zal ik herinvesteren in het bedrijf.”
Wil je ook de politiek in?
Felix: “Niet op nationaal niveau. Ik heb geen zin om voortdurend afgemaakt te worden.”
Joachim: “Wij zijn de bliksemafleiders voor veel frustraties in de maatschappij.”
Felix: “Ja, maar als je bij een bedrijf je best doet, krijg je erkenning in plaats van boegeroep. Toen papa nog havenbaas en burgemeester van Damme was, las je haast nooit negatieve dingen over hem. Sinds hij in de nationale politiek zit, verschijnen er zelfs in de Facebook-groep ‘Je bent van Sijsele’ grove dingen over hem. Dat komt aan, zeker als het van bekenden komt. Kom je hen tegen op straat, dan draaien ze hun hoofd weg, maar achter hun scherm hangen ze de held uit. Ik bewonder jonge politici die de dagelijkse bagger trotseren, maar ik zou daar niet tegen kunnen. Ik wil eerst in de schaduw werken, promoveren en schouderklopjes krijgen.”
Toch ben je lid van Jong CD&V.
Felix: “Dat komt voort uit mijn engagement voor de KSA. We hebben vorige zomer een zaal ingericht waar jongeren samen konden studeren, zodat ze zich minder alleen zouden voelen. Je ziet dan meteen het resultaat en er komen geen ideologische spelletjes bij kijken.”
Heeft je vader je zijn politieke kleur opgedrongen?
Felix: “Zeker niet. Ik heb een heel parcours afgelegd. Op mijn 15de raakte ik geïnteresseerd in politiek en was ik heel rechts. Ik bestelde zelfs een infopakket van Vlaams Belang. Mijn vader maakte zich toen een beetje zorgen.”
Joachim: “Klopt, maar op die leeftijd moet je hen een beetje hun weg laten zoeken. Ik hoopte dat de jaren van verstand wel zouden komen.”
Was je tegen ‘vreemdelingen’?
Felix: “Vooral tegen het systeem. Het was stoerdoenerij. De jaren nadien werd ik gematigder en evolueerde ik naar de N-VA. Tot de klimaatmarsen begonnen. De politiek nam dat thema niet serieus genoeg. Zo kwam ik bij Groen terecht, maar dat duurde ook niet lang. Ik begon met Twitter en volgde vooral CD&V-figuren die ik kende. Door hun standpunten te lezen, merkte ik dat de christendemocratie het best bij me past.”
Werd er veel over politiek gesproken thuis?
Felix: “Papa had het vooral over zijn werk als havenbaas, en mama zei altijd dat we er beter niet aan begonnen. We waren er ook allemaal tegen dat papa CD&V-voorzitter zou worden. Vooral omdat nationale politici niks goeds kunnen doen.”
Waarover verschillen jullie nog van mening?
Felix: “Over abortus. Mijn broer en zussen hebben allemaal een andere mening. Papa vertolkt soms conservatieve standpunten, mijn zus Sofie is veel progressiever, en ik zit er ergens tussenin.”
Je bedoelt: in het midden?
Felix: “Ik haat het woord ‘midden’. Het is jammer dat CD&V daar altijd mee wordt geassocieerd.”
De partij pakte er zelf mee uit, met slogans als ‘het moedige midden’.
Felix: “Slechte slogan! Als je altijd op het midden mikt, denken mensen dat je geen inhoud hebt. Terwijl we die wél hebben. Ik geloof niet dat onze partij gedoemd is om te verdwijnen. Er is nog altijd een gat in de markt voor onze ideologie. Het personalisme, de subsidiariteit, het rentmeesterschap: dat ís niet grijs.”
Zulke termen boeien de doorsnee jongere even hard als het verzamelde werk van Salim Seghers.
Felix: “Het zijn ambetante woorden die je niet moet gebruiken in een campagne. Maar ik heb geleerd wat ze betekenen. We zouden ons ook meer moeten afzetten tegen het liberalisme: tegen het ongebreidelde winstbejag en de doorgeslagen globalisering die roofbouw pleegt op mens, dier en planeet. En tegen het overdreven individualisme dat welig tiert. Je zag dat ook tijdens de coronacrisis: sommigen denken alleen nog aan zichzelf en aanvaarden niet meer dat iemand zegt wat ze wel en niet mogen doen.”
CD&V haalt in de jongste twee peilingen nog amper 10 procent. Veel partijsoldaten maken zich grote zorgen.
Joachim (droog): “Ach, we zijn al halfweg naar de 20 procent.”
Felix: “Het moet veel beter. Maar als je rekening houdt met de statistische foutenmarges zitten de traditionele partijen en de groenen op een zakdoek. Een paar maanden geleden stonden we hoger dan de sossen. Waarschijnlijk heeft Veerle Heeren (burgemeester van Sint-Truiden, red.) ons parten gespeeld.”
Had je vader haar niet moeten dwingen om af te treden? Ze gaf zichzelf en haar omgeving voorrang bij de vaccinaties en zei vervolgens dat de mensen daar geen zaken mee hadden.
Felix: “Ik vind dat dom en onaanvaardbaar, maar het is niet aan de partijtop om haar ontslag te vragen. Zij is verkozen door de mensen van Sint-Truiden: zij moeten over haar oordelen. De particratie moet niet alles bepalen.”
SCHOONHEIDSIDEALEN
Is je vader de meest geschikte partijvoorzitter? Of was Sammy Mahdi een betere keuze geweest?
Felix: “Mahdi voorzitter en papa staatssecretaris voor Migratie? Ik betwijfel of dat beter was geweest. Sammy doet die job schitterend. Papa zou vooral renderen in een beleidsdomein waarin hij minder wordt aangevallen. Maar ik vind hem geen slechte voorzitter.”
Hij moet het opnemen tegen jonge marketeers en handige communicators als Georges-Louis Bouchez (MR), Conner Rousseau (Vooruit) en Tom Van Grieken (Vlaams Belang).
Felix: “Ik vind het net een voordeel dat hij anders is.”
Joachim: “Ik ben een ingenieur, geen marketeer, en de stijl van die jonge voorzitters slaat niet overal aan. De MR gaat erop achteruit en Vooruit haalt maar 2 procent meer dan wij. Het effect dat Conner heeft teweeggebracht, wordt een beetje overschat. En Egbert Lachaert heeft toch ook een ander profiel dan die jonge gasten?”
Felix: “Die jonge voorzitters profileren zich enorm op sociale media. Daar moet je voor een stuk in mee – als je niet betaalt voor Facebook-posts, ben je niet zichtbaar. Tegen de verkiezingen verwacht ik een opbod van propagandafilmpjes en -slogans, waardoor de partij met het meeste geld wellicht het best zal scoren. Toch wil onze partij daar niet te veel aan uitgeven, omdat het botst met onze boodschap dat die multinationals niet te rijk en te machtig mogen worden.
“We moeten natuurlijk wel íéts doen, onze communicatie moet scherper. Anderzijds geloof ik niet dat de sociale media een wonderoplossing zijn. Jos D’Haese (PVDA, red.) gaat nu viraal met TikTok-filmpjes tegen de coronamaatregelen. Als wij zulke filmpjes maken, zou dat minder impact hebben. Felle antiboodschappen scoren daar nu eenmaal beter.”
En je zit ook niet te wachten op gekke TikTok-dansjes van je vader?
Felix: “Laat het uit!”
Joachim: “Ik ben eens begonnen met TikTok, maar mijn kinderen hebben het me snel afgeraden.”
Felix: “Een filmpje waarin hij een kaars aanstak (rolt met de ogen). We hebben gezegd dat hij dat meteen moest verwijderen. Annelies Verlinden (CD&V-minister van Binnenlandse Zaken, red.) en Waals minister-president Elio Di Rupo posten filmpjes van hun werksituaties – dat is al nuttiger. Tijdens de voorzittersverkiezingen heb ik papa’s sociale media verzorgd: hij kent daar te weinig van.
“De impact van sociale media wordt zwaar onderschat. Die algoritmes en echokamers zijn echt problematisch: ze sluiten mensen op in hun eigen gelijk en verscheuren de maatschappij.”
Joachim: “We dreigen te evolueren naar een Amerikaanse samenleving, waarin rechtse kiezers niks meer te maken willen hebben met linkse, en vice versa. Te veel polarisering in de politiek sijpelt door naar de bevolking. Dat moeten we absoluut vermijden.”
Felix: “Er zijn ook te weinig regels op sociale media. Het recht op vrije meningsuiting is verworden tot het recht om zo grof mogelijk te mogen zijn. Pertinente leugens worden amper aangepakt. En iedereen wordt beïnvloed door de alomtegenwoordige schoonheidsidealen.”
Hebben jongens daar ook last van?
Felix: “Zeker! Als je weinig volgers hebt, word je gezien als een loser. En dan vragen we ons af waarom zo veel jongeren mentale problemen hebben. Ik kan zó twintig meisjes opnoemen van wie naaktfoto’s zijn gelekt via sociale media.”
Joachim: “Oei?”
Felix: “Ik heb ze niet allemaal bekeken hoor, papa (hilariteit).”
DRIES OF ANUNA?
Jouw generatie is opgegroeid met diversiteit. Wordt de multiculturele samenleving straks vanzelf een paradijs?
Felix: “Ik zie dat niet direct goed komen. Ik ben opgegroeid in hartje West-Vlaanderen en had tot vorig jaar nog nooit op school gezeten met iemand met een hoofddoek. Sommige van mijn vrienden stemmen voor Vlaams Belang en verkopen extreemrechtse praat op sociale media. Ze zijn heel gevoelig voor de beelden die de media hen voortdurend oplepelen: rellen in Brussel, de vechtpartij in Blankenberge, criminaliteit, transmigranten die met geweld in camions proberen te klimmen, enzovoort. Ik moet dan altijd in de verdediging, maar je kunt niet álles ontkrachten. Er zíjn nu eenmaal veel allochtonen onder de criminelen. Alleen wordt dat uitvergroot.”
Zou je vrienden dumpen die fan zijn van Jürgen Conings of systematisch racistische statements maken?
Felix: “Ik zal niemand ontvrienden omdat hij lid is van een steunpagina voor Jürgen Conings. Uit nieuwsgierigheid zou ik daar zelf nog lid van durven te worden, om rond te neuzen (lacht). Ik kies mijn vrienden niet op basis van hun meningen, maar het moet wel een beetje deftig blijven. Ze moeten geen memes posten van zwarte kindjes met het onderschrift ‘I don’t care’. Maar als ze op de foto gaan met Dries Van Langenhove: so what? Ik sta zelf op de foto met PVDA-kopstuk Raoul Hedebouw: een komiek figuur.”
Als Van Langenhove je uitnodigt om op café te babbelen over politiek, ga je dan?
Felix: “Ja. Daar doe je toch niks mis mee? We hebben al vaak in de clinch gelegen op Twitter. Hij is wat apart. Vlaams Belang praat de mensen altijd naar de mond, maar Dries heeft ook onpopulaire, oerconservatieve standpunten. Hij is bijvoorbeeld tegen porno en masturbatie, omdat hij vindt dat de man zich moet sparen voor zijn vrouw. Het verbaast me ook hoe hij tegen dikke mensen tekeergaat. Hij vindt dat je niet tegelijk dik en rechts kunt zijn, terwijl zijn achterban echt niet alleen uit slanke, gespierde mensen bestaat.”
Welke politicus van een andere partij bewonder je?
Felix: “Petra De Sutter, de vicepremier van Groen. Zij is heel verstandig en pakt niet uit met haar transgenderverleden, hoewel de media haar daar voortdurend naar vragen. Ze doorbreekt ook het klassieke beeld van de groene roepers en geitenwollensokken. Ze is altijd gematigd en constructief. Mocht ze anders denken over de ethische thema’s, ze zou perfect bij CD&V passen. Ik zie zelfs een goede premier in haar.”
Hoe vaak heb je deelgenomen aan de klimaatmarsen?
Felix: “Twee keer. Mama was daar niet blij mee. Ze dacht dat ik het alleen maar deed om te spijbelen – mijn punten waren toen niet zo super. Papa stond er wel achter.”
Joachim: “Ik heb graag dat jongeren engagement tonen. Zeker voor zo’n belangrijk thema.”
Felix: “De tweede keer ben je zelfs mee komen wandelen.”
Joachim: “De klimaatmarsen hebben dat thema echt op de agenda gezet. Maar daarna is de stemming gekeerd, waardoor Groen niet zo goed scoorde bij de verkiezingen.”
Felix: “We werden allemaal vereenzelvigd met de extreme boodschappen van Anuna De Wever. Zij zei dat we allemaal moeten consuminderen en onze levensstijl drastisch moeten terugschroeven. Als je zulke doemscenario’s schetst, haken mensen af.”
Zij is geen heldin voor jullie generatie?
Felix: “Oh nee. Als je vandaag aan jongeren vraagt of ze haar tof vinden, haalt ze nog niet de helft.”
En Van Langenhove?
Felix: “Ook niet, maar Tom Van Grieken wel.”
Doe je zelf inspanningen voor het klimaat?
Felix: “Sinds de klimaatmarsen vlieg ik niet meer.”
Joachim: “We hebben die eerste zomer zelfs onze vakantieplannen aangepast. Normaal gingen we met het vliegtuig naar Noorwegen, en op vraag van de kinderen hebben we de auto en de boot genomen.”
Felix: “Ik voel niet meer de behoefte om verre reizen te maken. We zijn al in Amerika en het Midden-Oosten geweest. Ik heb geen zin om daar mijn verlangens op te zetten of geld aan uit te geven. Het voorbije anderhalf jaar hebben we gezien dat het perfect zonder kan, en dat andere dingen veel essentiëler zijn. Maar als ik ooit een écht belangrijke vliegreis moet maken, of als al mijn vrienden gaan behalve ik, zwicht ik misschien wel. Ik ben geen radicale klimaatapostel.”
ROEPEN OP INTERNAAT
Wat heb je van je vader?
Felix: “Je zou beter vragen: wat niet? Het grootste verschil is dat papa altijd doordacht te werk gaat. Ik ben meer trial-and-error, maar dat ligt ook aan mijn leeftijd.”
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez zei vorige week dat je vader een oergezellige mens is om mee te tafelen. ‘Hij eet graag en kan sappige verhalen vertellen.’
Felix: “Hij is inderdaad niet de afstandelijke, saaie vent die je in de media ziet. Thuis en in Damme is hij losser en jovialer. Hij durft zelfs met ons op café te gaan!”
Drinkt hij jou onder tafel?
Felix: “Nu niet meer. Hij drinkt minder dan vroeger, terwijl ik de laatste jaren wat meer ‘getraind’ heb. Maar het zou een spannend duel zijn tussen mij en zijn 20-jarige zelf (lacht).”
Heb je ooit echt het varken uitgehangen?
Felix: “Nee, toch papa?”
Joachim: “Wel euh, laat ons zeggen dat je op ontdekking bent gegaan.”
Felix: “Ik heb gepuberd en de grenzen afgetast. Op alle vlakken.”
Drugs? Alcohol?
Felix: “Geen drugs, maar wel zatte avonden.”
Was je vader dan woedend?
Felix: “Mama is erger. Papa wordt alleen kwaad als we barslechte punten hebben of echt stomdronken thuiskomen. Maar hij heeft me ook een paar keer gesteund toen ik problemen had op school. Ik heb drie jaar op internaat gezeten. Op een nacht ben ik daar ontsnapt om de bloemetjes buiten te zetten, en achteraf moest ik op het matje komen bij de directeur. Papa kwam daar binnen en draaide eens met zijn ogen. Hij kon dat wel relativeren.”
Joachim (glimlacht): “Ik heb je in die periode wel een paar keer gered.”
Felix: “In mijn eerste jaar lag ik in conflict met een opvoeder. Hij was vaak onterecht boos op mij. Eén keer kreeg ik een disproportionele straf en waren we tegen elkaar aan het roepen toen papa onverwachts binnenkwam. Die opvoeder schrok en kalmeerde meteen.
“Ik zat graag op internaat, omdat ik daar continu mijn vrienden kon zien. Mijn gsm gebruikte ik er bijna níét, omdat we altijd samen waren. Helaas waren er, behalve sport, weinig ontspanningsmogelijkheden. Daarom trokken we soms naar het bos om vuurtjes te maken. Het is vooral zo dat ik de grenzen heb afgetast.”
Vul je je vrije tijd intussen anders in?
Felix: “Ik steek veel tijd in de KSA. In de zomer ben ik ook animator op kampen voor jongeren met gedragsstoornissen. Conner (Rousseau, red.) pakt er graag mee uit dat hij zulke kampen heeft georganiseerd, maar dat is terecht. Je leert er hoe het leven écht in elkaar zit en wat een gelukzak je bent als je in een warm gezin opgroeit. Die kinderen kijken een heel jaar uit naar dat kamp, omdat hun thuissituatie zo pover is. Sommigen komen uit een instelling. Ik herinner me een weesjongen van 8 die met zelfmoord dreigde. Heel soms was hij lief en sociaal, maar hij werd echt een monster als hij boos was. Tijdens een gocartrit liep hij weg en maakte hij een scène op de zeedijk, voor de ogen van een hoop terrasgangers. Sommigen riepen: ‘Allez zeg, hou die jongen eens in bedwang!’ Wie een beetje nadenkt, roept zoiets niet. Als je de achtergrond van een kind niet kent, moet je er niet over oordelen.
“Een andere jongen heb ik geleerd om zijn boterhammen te smeren. Hij was daar superblij mee, maar het jaar nadien kon hij het niet meer. Dat zegt iets over zijn nest: sommige kinderen worden verwaarloosd, andere te veel betutteld.”
Werd jij betutteld?
Felix: “Nee, mama en papa werkten keihard. Wij moesten zelf onze boterhammen smeren.”
Ben je hoopvol over de toekomst?
Felix: “In de loop van de geschiedenis zijn er al veel momenten geweest waarop het er heel slecht uitzag, en toch hebben we het altijd opgelost. Als je moet wakker liggen van alle wereldproblemen, word je doodongelukkig. Ik kies ervoor om me niet te verdiepen in het negatieve en te blijven geloven dat het wel goed komt. Anders vergeet je te leven.”
© Humo