Zondag 28/05/2023

InterviewHerman De Croo en Louis Michel

‘Bij ons is politiek haast taboe. Charles heeft altijd geleden onder het feit dat hij mijn zoon is’

Louis Michel: ‘Ik slaap maar drie à vier uur per nacht. Ik ben bang om niet meer wakker te worden en het leven te missen.’ Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2021
Louis Michel: ‘Ik slaap maar drie à vier uur per nacht. Ik ben bang om niet meer wakker te worden en het leven te missen.’Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2021

Herman De Croo (83) en Louis Michel (73) hebben veel gemeen. Het zijn liberalen met een tricolore hart, ministers van staat en gewezen partijvoorzitters. Ze zijn belezen en bereisd, weten van geen ophouden én hun zonen deden waar zij nooit in slaagden: premier worden. Dat laatste vervult beide ‘godfathers’ met trots en ontroering. ‘Op zo’n moment voel je alleen liefde.’

Raf Liekens

Als ex-Kamervoorzitter weet Herman De Croo nog altijd hoe hij belangrijke mensen moet ontvangen. Hij heeft zijn bureau in het parlement nog, waar de tafel netjes gedekt is. De champagne sprankelt, de schoteltjes met kaas en salami zijn gevuld, en na het aperitief wordt er een exquise koude schotel met brie, fijnkost en bordeaux geserveerd. De ideale setting voor twee oude wijze mannen om te mijmeren over leven en dood, de bevrijding na corona, de wondere wegen van de politiek en de karakters van hun zonen.

Hoe hebben jullie het voorbije anderhalf jaar doorgesparteld?

Herman De Croo: “Nooit in mijn leven ben ik zo lang thuisgebleven. Normaal vlieg ik om de twee weken en zie ik veertig hotelkamers per jaar. Nu heb ik al 506 dagen niet gereisd. Ik heb ook niet meer paardgereden, uit schrik om te vallen en in het ziekenhuis te belanden. Ik heb wel veel gewandeld en gezwommen. En elke week champagne gedronken, zonder overdaad.”

Louis Michel: “Voor mij was het een zware periode, omdat mijn echtgenote kanker had. Dat we onze kinderen en kleinkinderen niet meer konden zien, maakte het nog lastiger. Eind vorig jaar werd mijn vrouw met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Mijn zonen en ik gingen mee tot aan de ingang, maar we mochten niet met haar naar binnen. Ze lag er tien dagen alleen. Gelukkig heeft ze een sterk karakter. Ze is nu aan de beterhand en speelt opnieuw golf. Maar ik wil niet te hard klagen, want veel mensen hebben het nog moeilijker gehad.”

De Croo: “Alexander is mijn buurman: wij hoorden de kleinkinderen spelen in de tuin, maar mochten niet te dichtbij komen. We spraken met hen over de haag, zonder hen te zien. De coronaperiode was ook een test voor ons huwelijk. Normaal kom ik ’s avonds laat thuis. Ik krijg drieduizend invitaties per jaar, op achthonderd ga ik in. Ik had ook tientallen spreekbeurten gepland om mijn autobiografie te promoten. Plots werd dat allemaal geschrapt en zat ik thuis. Het enige wat restte, waren telefoons en Zoom-meetings. Onze tuinman en huismeid werkten met een masker op en hielden afstand. Maar dat zijn luxeproblemen. De mensen die ziek waren of in een klein appartementje zonder balkon of tuin leven, hebben veel harder afgezien. Ik voelde me bijna schuldig omdat wij in zo’n luxe-iglo leven. Voor ons was die periode zoals frieten zonder mayonaise.”

Michel (droog): “Ik vind frieten zonder cervela nog erger.”

Jullie zijn volledig gevaccineerd, maar de besmettingen stijgen weer en er wordt een vierde golf aangekondigd. Zijn jullie er gerust in?

Michel: “Hopelijk volstaat de vaccinatie tegen de deltavariant. Ik begrijp niet dat mensen weigeren om zich te laten inenten. Ik heb daarover al zware discussies gehad, zelfs met vrienden. Ze hebben geen enkel rationeel argument. Puur egoïsme is het!”

De Croo: “Ik maak me vooral zorgen om mijn slikproblemen. Ik heb me grondig laten onderzoeken, maar voorlopig vinden ze geen oplossing. Twaalf jaar geleden werd ik bestraald tegen keelkanker. Sommige dokters zeggen dat dit het gevolg is. Het doet me soms panikeren.

“De coronaperiode zal het leven van politici veranderen. Ik was vroeger nooit thuis, behalve op zondagavond. Op weekavonden stak mijn vrouw de kinderen rond zes uur ’s avonds in bed. Om tien uur maakte ze hen wakker, zodat we samen konden eten en babbelen. Dan deed ik het licht uit en vertelde ik verhalen over spoken, terwijl de schaduwen van de bomen bewogen op de muren van de veranda. Die late etentjes zorgden ervoor dat de relatie met mijn kinderen intenser is dan bij de meeste politici. Maar Alexander heeft nu een evenwichtiger leven dan ik. Hij neemt zijn weekends met de kinderen en brengt de jongste normaal ook twee keer per week naar school. Door het thuiswerk is zijn conditie beter dan ooit. Hij gaat paardrijden, zwemmen en mountainbiken met de kinderen.”

Michel: “Toen Charles en ­Mathieu (Michels andere zoon, tevens staatssecretaris voor Digitalisering en ­Privacy, red.) nog meer tijd hadden, reden we samen met de moto. Nu lukt dat alleen nog tijdens de vakantie. Tijdens de lockdown kwamen ze soms naar ons, zodat we de kleinkinderen konden zien vanachter het terrasraam.”

De Croo: “Wij reden ­vroeger samen te paard. Dat is een familietraditie: mijn vader leerde het mij toen ik 6 was, ik leerde het Alexander op dezelfde leeftijd en hij deed dat ook met zijn oudste zoon. Paardrijden is mijn yoga. Als ik door onze streek rijd, voel ik me verbonden met mijn historische wortels.

“Enkele jaren geleden heb ik Alexander voorgesteld om één van de schuren van zijn oude boerderij naast ons te laten renoveren tot een verwarmd binnenzwembad. Vroeger zwom ik in het gemeentelijk bad, maar dat was dienstbetoon in zwembroek. De mensen klampten mij aan tot in het zwembad. Nu kunnen we ongestoord zwemmen in ons eigen bad. De laatste maanden durf ik er niet meer alleen in, want het is toch drie meter diep. Daarom komt Alexander op zondagmiddag een halfuurtje met mij zwemmen. Hij wil dat ik in beweging blijf. Prachtig, toch?”

Samen op de moto

Geven jullie je zonen ook politiek advies?

De Croo: “Wij spreken heel weinig over politiek.”

Michel: “Bij ons is dat haast taboe. Charles heeft altijd geleden onder het feit dat hij mijn zoon is.”

De Croo: “Alexander had daar minder problemen mee, omdat hij veel later met politiek is begonnen.”

Michel: “Juist! Charles vergezelde me als kind op alle mosselfeesten en recepties. Hij was snel aangetrokken door dat leven. Op zijn 18de werd hij al verkozen tot provincieraadslid. Vijf jaar later was hij volksvertegenwoordiger en op zijn 24ste werd hij minister. Overal kreeg hij te horen dat dat door zijn achternaam kwam. Dat kwetste hem: hij ontwikkelde bijna een obsessie om te bewijzen dat hij het wél verdiende en het ook kon zonder mijn hulp. Dankzij mijn echtgenote begreep ik dat ik hem moest laten doen. Dat was soms frustrerend. Hij zocht punten om het met mij oneens te zijn. Zo begreep hij niet waarom ik tegen de legalisering van softdrugs was. ‘Jij bent geen liberaal’, zei hij dan (lacht).

Herman De Croo: ‘Voor zijn vaccinatie is Alexander met de fiets naar Zottegem gereden. Tien kilometer, zonder bodyguards. Ik vind dat gevaarlijk; er zijn overal zotten.’ Beeld Saskia Vanderstichele
Herman De Croo: ‘Voor zijn vaccinatie is Alexander met de fiets naar Zottegem gereden. Tien kilometer, zonder bodyguards. Ik vind dat gevaarlijk; er zijn overal zotten.’Beeld Saskia Vanderstichele

“Op politiek vlak ­creëerde hij afstand, maar op ­menselijk vlak hebben we altijd een nauwe band gehad. Maar hij vraagt nooit mijn mening en ik geef de mijne ook niet, al moet ik mijn tong in twee bijten.”

De Croo: “Charles’ sterkte is tegelijk zijn zwakte: hij werkt zich te pletter en wil zich altijd bewijzen. Hij is zeer gemotiveerd, maar soms ook gecrispeerd. Elke dag vraagt hij zich af: ‘Kan ik het?’ Alexander is meer à l’aise. Charles moet en zal de Mont Ventoux op raken. Alexander denkt: ik ga hard trappen, maar we zien wel of ik boven geraak.”

Michel: “Charles is ook zeer gevoelig, maar hij beheerst zijn emoties altijd. Ik ben het tegenovergestelde: ik barst uit, net als Mathieu. Charles lijkt meer op mijn echtgenote: punctueel, de wet is de wet, hij laat geen marge voor interpretaties.”

Is de drang om zich te bewijzen ook de oorzaak van zijn conflict met Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen? Volgens insiders kunnen ze ‘elkaars bloed drinken’ en vechten ze om de hoofdrol op het Europese toneel.

Michel (fel): “Dat heeft daar niets, maar dan ook niets mee te maken!”

Von der Leyen dwong uw zoon tot excuses, omdat hij bij een ontmoeting met de Turkse president Erdogan zijn stoel niet aan haar afstond. Zij mocht op een sofa in de achtergrond zitten, terwijl de heren praatten.

Michel: “Ik weet daar veel over, maar kan er weinig over zeggen. Charles zat al op die stoel op het moment dat Von der Leyen binnenkwam. Als hij was rechtgestaan en haar die stoel had aangeboden, zou dat ook vreemd geweest zijn. De manier waarop dat incident werd uitvergroot, heeft hem pijn gedaan. Hij is ultrarespectvol ten aanzien van vrouwen. Hij werkt ook beter samen met vrouwen dan met mannen.”

Toch was dat incident het gevolg van maandenlang ellebogenwerk tussen beiden.

Michel: “Dat is niet waar. Maar op dat niveau moet je de limieten van je functie wel laten respecteren.”

De Croo: “Om conflicten binnen de regering te ­vermijden, zet Alexander sterk in op gesprekken onder vier ogen. Hij probeert elke moeilijkheid uit te spreken, zonder iemand onder druk te zetten. Zijn natuurlijke charme doet mensen overstag gaan.”

Michel: “Dat is ook de kracht van Charles. Als premier heeft hij vaak bemiddeld tussen de Vlaamse partijen. En nu slaagt hij erin om de 27 lidstaten bij elkaar te houden. Hij is een sterke onderhandelaar en een groot diplomaat.”

De Croo: “Alexander is soms eigenzinnig, hij is een ingenieur pur sang. Als mijn smartphone stuk is, repareert hij die. Hij maakt geriefzakjes voor zijn fiets met een 3D-printer. En als hij in zijn weide een houten crosspiste maakt voor zijn kinderen, berekent hij de hoeken. Hij is met grote onderscheiding afgestudeerd als handelsingenieur aan de Solvay Brussels School, behaalde in Amerika nog een master in de business administration, en heeft dan een succesvol bedrijf opgestart, Darts International, dat advies geeft in eigendomsrecht. Bij zijn overstap naar de politiek heeft hij zijn aandelen verkocht. Die late entree is zijn kracht. De politiek heeft hém niet gemaakt, hij maakt de politiek. Als hij morgen geen premier meer is, zal hij zich daar weinig van aantrekken. Dan doet hij iets anders.”

Michel: “Alexander voelt de mensen heel goed aan. Hij heeft empathie, dat is niet gespeeld. Je voelt dat hij meer een gewone mens is dan een beroepspoliticus.”

De Croo: “Hij is spontaan en volks, zoals ik. Zijn achternaam heeft hem destijds geholpen in de partij. Mijn politiek kapitaal heeft het pad geëffend. Maar daarna moet je het nog altijd zelf doen. Zijn voornaam is nu zijn merknaam. Hij is niet meer de zoon van De Croo, ik ben de vader van Alexander.”

Zijn zus Ariane zegt: ‘Sinds hij premier is, ben ik hem kwijt. Vroeger belden we, nu zijn het WhatsApp-berichtjes.’

De Croo: “De job slorpt hem op, maar ze blijven twee vingers van één hand.”

Verandert het leven hard als je premier wordt?

De Croo: “De bewaking is het ingrijpendst. Alexander fietst graag. Hij heeft tegen zijn bodyguards gezegd dat ze hem mogen volgen op de hellingen van de ­Vlaamse ­Ardennen. Ze wilden ook paarden laten komen, om hem te vergezellen tijdens het paardrijden. Dat is allemaal weggevallen. ­Alexander wil thuis zo weinig mogelijk lijden onder de beveiliging. Voor zijn vaccinatie is hij met de fiets van ­Michelbeke naar Zottegem gereden. Tien kilometer, zonder bodyguards. Ik vind dat gevaarlijk: er zijn overal zotten. Dit voorjaar werd de gevel van zijn huis beklad met hakenkruizen. Maar Alexander wil daar niet aan toegeven. Hij wil een zo normaal mogelijk leven, voor zichzelf en zijn gezin.”

Michel: “Als Charles met de moto rijdt, gaan de bodyguards mee. Zelfs thuis is hij nooit alleen met zijn gezin. Zijn huis is beveiligd met alle nieuwste snufjes. Dat is een bunker. Straks gaan we samen op vakantie: ook daar ­zullen bodyguards zijn. Ze moeten weten waar hij gaat eten en welke uitstapjes hij wil maken.”

Krop in de keel

Jullie hebben beiden een indrukwekkende carrière gemaakt. Hoe is het om jullie zoon nóg verder te zien springen?

De Croo: “Dat vervult me met trots. Van jaloezie is geen sprake, als u daarop doelt. Ik ben een emotioneel man, ik schaam me daar niet voor. Ik ben twintig jaar burgemeester geweest, net als mijn vader en grootoom. In 2012 raakten Alexander en ik samen verkozen in de gemeenteraad. Hij werd titelvoerend burgemeester en ik mocht, als zijn vader, niet meer zetelen. Op de installatie van de gemeenteraad stond ik mijn zetel fysiek af aan mijn zoon. Ik krijg een krop in mijn keel als ik eraan terugdenk. (Geëmotioneerd) Op zo’n moment voel je alleen liefde.”

Michel: “Toen Charles volksvertegenwoordiger werd, bezorgde ik hem een brief van drie bladzijden in het parlement. Daarin sprak ik op een intieme manier alles uit wat ik hem nooit had gezegd. (Huilt) Er zat één zin in die hij achteraf nog vaak heeft herhaald tegenover anderen. ‘Vergeet nooit waar je vandaan komt. Wij komen uit de armoede. Als je moet kiezen: verdedig dan eerst de belangen van de armen.’ Hij heeft die brief altijd bijgehouden, maar hij heeft er tegen mij nooit over gesproken.”

null Beeld Saskia Vanderstichele
Beeld Saskia Vanderstichele

Ze reden allebei een opmerkelijk parcours om premier te worden.

Michel: “Charles heeft veel moed getoond door als ­enige Franstalige partner in de regering te stappen. De oppositie en de Franstalige pers hebben hem daar vier jaar lang voor verguisd.”

De Croo: “Bij Alexander lag de meest complexe ­situatie van de laatste decennia op tafel. We hebben meer dan zeshonderd dagen geen volwaardige federale regering gehad. Een triest record.”

Michel: “Tijdens de regerings­vorming van 2014 had Charles een lang gesprek met mij. ‘Ik zou premier kunnen worden, maar dan moet het met de N-VA.’ Dat lag moeilijk aan Franstalige zijde. Hij had wel bedongen dat het communautaire voor vier jaar in de frigo zou verdwijnen. Ik vertelde hoe ik in 1999 de kans had laten liggen om premier te worden. Als informateur wilde ik komaf maken met de vervelende traditie dat de CVP telkens kon kiezen met wie ze zou besturen. Ik had heel snel een akkoord met de socialisten, die mij graag als premier wilden.”

Waarom werd het dan toch Guy Verhofstadt?

Michel: “Ik wilde absoluut geen staatshervorming. Dat was mijn voorwaarde om ‘de Zestien’ aan Verhofstadt te geven. Ik vond hem ook een betere figuur om die regering te leiden. Ik heb als architect een kolossale rol gespeeld, maar de energieke en moderne uitstraling van Verhofstadt maakte een aantal hervormingen mogelijk die ik misschien niet had kunnen realiseren. Ik heb daar ­vrede mee.”

De Croo: “Eind september belde Alexander me op om te zeggen dat ze hem gepolst hadden als premier: ‘Ik denk dat ik het zal doen. Of het van mogen of van moeten is, moogt ge zelf kiezen.’ Volgens mij is het van moeten. Hij was tijdens die onderhandelingen de morele leider van die ploeg geworden. In de privésector zou hij tien keer meer kunnen verdienen, maar hij vindt deze taak te belangrijk.”

Michel: “Charles weet ook dat hij dit niet zijn hele leven kan doen. Bij de volgende verkiezingen van 2024 zal hij nog altijd maar 48 jaar zijn. Hoger klimmen is bijna onmogelijk geworden. Ik zeg niet dat hij zal stoppen met politiek, maar hij heeft alles bewezen. Misschien wordt hij weer gewoon advocaat.”

Kooi van Bouchez

Meneer Michel, uw andere zoon, Mathieu, werd door MR-voorzitter Georges-­Louis Bouchez aangesteld tot staatssecretaris voor Digitalisering. Daar kwam veel kritiek op.

Michel: “De essentie is dat Mathieu zijn job kent. Hij zit al twintig jaar in de politiek en heeft ervaring met digitalisering en smart cities. Op het moment van zijn aanstelling hadden wij net vernomen dat mijn vrouw kanker had. Die banale kritieken in de pers hebben ons echt gekwetst.”

Uw familie heeft Bouchez sterk gesteund om partijvoorzitter te worden. Vindt u hem nog altijd de juiste keuze?

Michel: “Meer dan ooit! We hebben in Brussel iemand nodig die het radicale DNA van de liberalen verdedigt. Hij aanvaardt de ­dominante, arrogante houding van de linkerzijde niet meer. Aan Franstalige kant zijn alle media links, er is weinig begrip voor onze standpunten.”

De Croo: “Ik ken de psychologie van Bouchez niet, maar de kooi waarin hij optreedt, lijkt soms te klein voor hem.”

U bedoelt dat hij van de MR soms een oppositiepartij binnen de regering maakt?

Michel: “Maar enfin! Als ­Bouchez de liberale waarden verdedigt, wordt dat gezien als een provocatie. Als PS-voorzitter ­Paul Magnette zegt dat hij de staking tegen de regering voor tweehonderd procent steunt, vindt iedereen dat normaal. Dat is niet fair. ­Bouchez is loyaal aan het regeerakkoord, maar hij moet de partijlijn in de verf zetten. Ik begrijp dat het voor Alexander vervelend is, omdat het nervositeit veroorzaakt in zijn regering, maar dit gaat over onze fundamentele waarden en vrijheden.”

Klopt het dat Bouchez een goede relatie heeft met Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert, maar niet hoog oploopt met De Croo?

De Croo: “Tegen mij heeft Alexander nog nooit over hem geklaagd. Dat thema is één van de vele problemen in de regering, maar hij heeft respect voor het standpunt van ­Bouchez.”

Michel: “Ik heb al tegen ­Bouchez gezegd dat hij meer moet investeren in persoonlijke relaties. Het is niet moeilijk om forse uitspraken te doen, maar hij kan toch zijn belangrijkste partners even bellen om het uit te leggen?”

De Croo: “Het probleem is dat elke partij zich bedreigd voelt in haar voortbestaan. Dat zorgt voor veel nervositeit.”

Krijgen we na de verkiezingen van 2024 opnieuw een schabouwelijk lange regeringsvorming?

De Croo: “Als Kamervoorzitter heb ik Vlaams-nationalisten ooit vergeleken met mentaal gehandicapten. Een slipper waarvoor de N-VA toen verontschuldigingen eiste. Ik ben opgestaan en heb me verontschuldigd tegenover de gehandicapten (Michel proest het uit). Als Bart De Wever mij ziet op een toespraak, zegt hij altijd: ‘Ik begroet meneer De Croo en wil hem waarschuwen dat nu een gehandicapte het woord zal nemen.’ Elke keer.

“De N-VA wil de ­Vlamingen overtuigen om hun autonomie te versterken en een staat te bouwen met een derde van het inwonersaantal van ­Kinshasa. Men heeft blijkbaar geen lessen getrokken uit de twee wereldoorlogen. Ik heb in 1970 in het parlement al voorspeld dat het rijke Vlaanderen over vijftig jaar het verpauperde Wallonië zou uitkopen, door de Walen de illusie te geven dat ze een generatie verder kunnen met dat geld. Ik zou het betreuren als de PS daar in trapt.”

Droomt u dan van een terugkeer naar het unitaire België?

Michel: “De MR wil gerust nog zaken aanpassen, maar wij vinden dat het gedaan moet zijn met de ontmanteling van België. Het doel moet zijn om de staat efficiënter te maken.”

De Croo: “Minder staat! En goedkoper!”

Michel: “Het plan van Magnette is duidelijk: premier worden. Hij zal onze ziel niet verhuren, maar verkopen. Met het Vlaamse geld wil hij de macht in Wallonië behouden. In Franstalig België wordt vooral links gestemd, waardoor de PS incontournabel kan blijven.”

De Croo: “De Wever heeft dezelfde motivatie: onmisbaar worden in een rechts ­Vlaanderen. Maar hij vergist zich in één zaak: hoe meer macht en geld er naar ­Vlaanderen komt, hoe meer het bij de zuilen terechtkomt. Vlaanderen wordt in grote mate bestuurd door een confederatie van zorgnetwerken, vakbonden, onderwijskoepels en mutualiteiten. Die hebben zelfs geen partij meer nodig om groot te blijven.”

Michel: “De zuilen zijn baas geworden over hun ­partijen.”

Nooit gewerkt

Bent u bang voor de dood?

De Croo: “Niet echt, maar ik heb nog zoveel te doen, terwijl mijn tijd stilaan opraakt. Ik heb zesduizend boeken en ontelbare voorwerpen in mijn huis die me herinneren aan mijn honderden reizen. Het zijn artefacten met een sentimentele waarde die een resumé van mijn leven vormen. Op een dag zal het voorbij zijn en verliezen ze hun betekenis. Wat zal er dan mee gebeuren? Dat stemt mij melancholisch. Ik vind het ook moeilijk dat ik niet weet wanneer en hoe ik zal sterven. Maar mijn grootste frustratie is dat ik niet zal zien hoe de wereld voortgaat.”

Michel: “Dat herken ik! Mijn vrouw noemt me Louis de Verzamelaar. Soms wil ik brol wegdoen, maar dan krijg ik mooie herinneringen en houd ik toch alles bij. Zelfs al is het een oude broek. Het zijn de materiële restanten van mijn leven. Ik heb nog veel zin om me nuttig te maken, maar telkens als ik een idee heb, zakt de moed me in de schoenen, omdat ik geen tijd meer heb om het uit te werken.”

Is er iets na de dood?

Michel: “Als je sterft, gaat de stekker eruit en is het gedaan. Ik zou graag gelovig zijn, zodat ik mezelf kan wijsmaken dat er nog iets volgt. Eigenlijk denk ik voortdurend aan de dood, ik ben erdoor geobsedeerd. Ik slaap maar drie à vier uur per nacht, omdat ik bang ben van een te ­diepe slaap. Schrik om niet meer wakker te worden en het leven te missen.”

U hebt ook veel gewicht verloren. Is dat in de hoop de dood uit te stellen?

Michel: “Ik heb mijn gezondheid te lang verwaarloosd. Niet dat ik veel op restaurant ging. Ik nam meestal sandwiches mee naar het werk. Maar ik at te veel brood, te veel frieten en cervela’s na late vergaderingen. Geen enkel dieet hielp. Ik verloor 10 kilo en twee maanden later kwam ik er 14 bij. Maar het voorbije jaar sloop de behoefte aan ­matiging en zelfzorg in mijn hoofd. Zo ben ik 25 kilo afgevallen. Ik waardeer elk uur dat ik win op de dood.”

Herman De Croo: ‘Ik durf niet meer alleen in ons zwembad. Daarom komt Alexander op zondag een halfuurtje met mij zwemmen. Prachtig toch?’ Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2021
Herman De Croo: ‘Ik durf niet meer alleen in ons zwembad. Daarom komt Alexander op zondag een halfuurtje met mij zwemmen. Prachtig toch?’Beeld Saskia Vanderstichele Humo 2021

Jullie slagen er ook niet in om te stoppen met werken.

De Croo: “Ik werk nog altijd 366 dagen per jaar. Ik ben al sinds 1959 verkozen in het partijbureau en bekleed nog altijd enkele bestuursfuncties in verenigingen en non-profit­organisaties. Niet werken is onmogelijk voor mij. Dan voel ik me schuldig.”

Michel: “Ik ook. Op vakantie heb ik een week nodig om los te laten. Als ik er eindelijk in slaag om te genieten, roept een stem in mijn hoofd dat ik iets nuttigs moet doen. Ten dienste staan van de samenleving is een verslaving, maar ik heb dat nooit beschouwd als werken.”

De Croo: “Mijn echtgenote zei onlangs dat ik mijn hele leven heb gewerkt. Ik ­antwoordde dat ik nooit heb gewerkt. Wij werken niet, wij zíjn en dóén.”

Michel: “Ik vind het pijnlijk dat onze samenleving steeds minder vriendelijk wordt voor oude mensen. Elke dag ontdek ik nieuwe ­problemen, in verband met mobiliteit, digitalisering, zorg en dienstverlening. Mensen hebben voor alles een computer of smartphone nodig, ze kunnen niet meer aan hun geld bij de bank, het postkantoor in hun dorp gaat dicht, er wordt een jacht op cashbetalingen ontketend… Dat maakt me kwaad.”

De Croo: “Ik ben al zeventig jaar klant bij mijn bank, maar plots vragen ze me idiote dingen. Ik moet een inventaris maken van mijn bezittingen, maar dat is onmogelijk. Moet ik alle tapijten en ­relikwieën laten schatten? Blijkbaar is de administratie van de bank voortaan ook ­verantwoordelijk voor fraudebestrijding. Ze moeten verdachte klanten en transacties melden. De ­inquisitie is begonnen.”

Michel: “Ik heb onlangs een nieuwe wagen gekocht. Het geld moest de ­volgende dag gestort worden, maar het bleek onmogelijk om de limiet voor die transactie te verhogen. Het kostte me bijna een dág aan de telefoon! Gek werd ik ervan. Telkens wanneer je een grote betaling doet, vraagt de bank om uitleg. Dat zijn hun zaken toch niet?”

De Croo: “Soms kunnen we iets leren van Afrika. In maatschappijen met veel jongeren, worden ­ouderen met respect behandeld. In maatschappijen met veel ouderen, is er meer afgunst. ‘Waarom krijgt De Croo op zijn 80ste nog een bureau in het parlement en ik niet? Waarom mag hij nog werken?’ In Afrika hebben ouderen meer invloed: niet omdat ze veel weten, maar omdat ze bijna alles zijn vergeten.”

Michel: “Mooi gezegd! In veel Afrikaanse landen is de helft van de bevolking jonger dan 25 jaar. Ze groeit elk jaar met dubbele cijfers.”

De Croo: “Die overbevolking baart me zorgen. De mens is zichzelf aan het vernietigen. Ten tijde van Christus waren wij met 100 miljoen, nu met 7,6 miljard. We zijn de wereld aan het opeten en bedreigen de overlevingskansen van de andere soorten. Vroeg of laat zal de planeet het evenwicht herstellen en ons vernietigen. De klimaatproblemen zijn maar een fractie van wat op ons afkomt.”

Michel: “Misschien wordt het tijd voor geboortebeperking, om te vermijden dat de aarde helemaal kapotgemaakt wordt.”

Wijlen Etienne ­Vermeersch waarschuwde daar zijn hele leven voor, maar werd weggehoond. Politici beweren telkens dat het probleem van de overbevolking zichzelf zal oplossen via onderwijs en anticonceptie.

Michel: “Dat heb ik nooit gezegd.”

De Croo: “Mensen ­willen geen drama horen en daarom verkopen politici dat ook niet. Wij hebben de ervaring, de leeftijd en de kennis om te zeggen dat ­Vermeersch gelijk had. Op mijn eerste reis naar ­Kinshasa was dat een stad van een half miljoen inwoners. Nu één van 17 miljoen! Tegen 2040 zal het ­Nigeriaanse Lagos meer dan 40 miljoen inwoners tellen. Dat wordt onze ondergang. De overbevolking put de planeet en alle natuurlijke rijkdommen uit. Op den duur zijn de mijnen en oceanen leeg. Dan krijgen we grote wereldconflicten. Zeker tussen India en China. De Amerikanen zullen dat uitspelen. Rusland zal verdwijnen als natie, daar zijn ze met te weinig. En onze kerk zal zwart, of minstens bruin worden en een stukje geïslamiseerd worden. Dat is de toekomst. Ik besef dat het dramatisch klinkt, maar het is wellicht een juiste voorspelling.”

Michel: “Ik zie het als een uitdaging. Eén van de ­oplossingen is een vrijhandelszone tussen Europa en Afrika. Dat is het enige continent waar wij echt invloed kunnen uitoefenen. Bovendien biedt het een oplossing voor de migratiecrisis die het voortbestaan van het ­Europese gedachtegoed bedreigt. Als je vrij verkeer van goederen en diensten toelaat, en je zorgt dat Afrika zich economisch ontwikkelt, heb je op termijn geen migratieprobleem meer.”

De Croo: “Maak u geen illusies: als Afrika aan de bedelstaf blijft, hou je die niet tegen. Daar zijn geen muren, zeeën of geluidskanonnen tegen bestand. De laatste keizers van Rome waren Germanen. Daarna werd hun beschaving onder de voet gelopen door zogenaamde barbaren.”

Michel: “Als we het paradigma niet veranderen, zal de geschiedenis zich herhalen. Europa heeft een gebrek aan werkkrachten dat de komende decennia alleen maar zal toenemen. In 2040 zal België 540.000 werknemers tekort hebben. Ook dat kan een vrijhandelszone met Afrika oplossen.”

De Croo: “Maar dan moet het racisme weg uit onze samenleving. Wij hebben thuis een zwarte dame die al twintig jaar voor ons werkt als meid. In het begin begrepen de mensen dat niet: ‘Burgemeester, ge gaat toch geen zwarte in huis halen?’ Nu denken ze: ‘Als zelfs De Croo een zwarte in dienst neemt, zal het wel oké zijn.’ Het goede voorbeeld geven is meer waard dan duizend woorden.”

Michel: “Ik bewonder je, Herman. Je bent een filosoof en één van de boeiendste vertellers die ik ken.”

Marnic De Meulemeester, de burgemeester van Oudenaarde, zei vorig jaar: ‘Herman blinkt uit in praten, Alexander in luisteren.’

De Croo (lacht): “Daar zal ik op antwoorden door te zwijgen.”

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234