Dinsdag 06/06/2023

InterviewIhor Vitenko

Belgische arts in Oekraïne: ‘Ik heb vrouwen met afgesneden borsten gezien, gecastreerde mannen’

Ihor Vitenko, arts van het Jan Palfijn ziekenhuis in Gent, strijdt tegen de troepen van Poetin. Beeld Wannes Nimmegeers
Ihor Vitenko, arts van het Jan Palfijn ziekenhuis in Gent, strijdt tegen de troepen van Poetin.Beeld Wannes Nimmegeers

Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak, was in België blijven geen optie voor de Gentse wondzorgspecialist Ihor Vitenko (56). Met doodsverachting trok hij drie keer naar zijn geboorteland om gewonde soldaten te verzorgen en zorgpersoneel op te leiden. Ondanks drama’s in zijn persoonlijke leven – Ihor verloor in 2022 zijn beide ouders – wil hij volgend jaar terug. ‘Ik heb geen keuze: te veel mensen hebben mijn hulp nodig.’

Sam Ooghe

Ihor Vitenko: “Ik ben geboren en getogen in Oekraïne. Ik werkte als jonge arts in een ziekenhuis en wilde chirurg worden, maar door de crisis in mijn land ben ik 23 jaar geleden naar België verhuisd. Ik woon hier met mijn vrouw en kinderen en werk als wondzorgspecialist in het Gentse Jan Palfijnziekenhuis. Sinds enkele jaren heb ik ook mijn eigen wondzorgkliniek.

“Oekraïne blijft voor altijd mijn vaderland. Toen in februari de raketaanvallen begonnen, heb ik meteen tegen mijn vrouw gezegd: ‘Ik moet vertrekken.’ Oekraïne had mijn hulp nodig. Ik was al eens teruggekeerd om te helpen: in 2014, toen de Russen de Krim annexeerden, ging ik ook soldaten verzorgen aan het front.”

Wat deed u dit keer?

Vitenko: “Van collega’s in Oekraïne hoorde ik dat er een nijpend tekort was aan medisch materiaal: pijnstillers, zwachtels, kompressen, operatieschorten, enzovoort. Ik ging op zoek en lanceerde een oproep. De solidariteit was overweldigend. Apothekers, dierenartsen, huisartsen, collega’s, bedrijven, voormalige patiënten, verre kennissen, volslagen onbekenden… Iedereen kwam met materiaal en geld aandraven. Na amper een week vertrok ik met enkele vrijwilligers en drie tjokvolle tweedehandsambulances naar mijn land. Omdat de mensen maar bleven doneren, reden er het hele jaar door ziekenwagens vol materiaal naar Oekraïne. Zo hebben we veel ziekenhuizen draaiende gehouden.”

Wat viel u op toen u in maart in Oekraïne aankwam?

Vitenko: “Dat mijn land écht in oorlog was. In 2014 heerste er een lokale strijd in de Krim, nu hing de sfeer van angst en terreur overál in de lucht. Ik dacht: dit is zoals WO II, maar dan in mijn eigen land. Ik vatte post in Vinnitsa, een stad in het hart van Oekraïne. Daar komen drie spoorlijnen samen en dus stroomden er in de eerste weken van de oorlog gewonde soldaten toe uit het noorden, het zuiden én het oosten van het land.

“De eerste weken waren chaotisch. Ik stond bijna altijd in het operatiekwartier en sliep veel te weinig. De strijd verloopt smeriger dan acht jaar geleden, dat kon ik zien aan de gruwelijke verwondingen. In 2014 hadden de militairen vooral schotwonden, nu dragen ze de sporen van granaatontploffingen en raketinslagen. Dat maakte mijn werk moeilijker: raketfragmenten veroorzaken niet alleen meer en grotere wonden, ze richten ook onzichtbare schade aan in het lichaam. Na een paar dagen kreeg een patiënt met een wonde onder de knie plots een abces in de lies. Ik heb me in sneltempo moeten inlezen, want ook voor mij was dat nieuw.”

Verzorgde u ook burgers?

Vitenko: “Niet veel, dat was me te zwaar. Ik word niet snel emotioneel als ik een gewonde militair zie binnenkomen, maar ouderen, vrouwen en kinderen: dat is wat anders.”

Wat is het verschil?

Vitenko: “Oorlog is iets tussen soldaten, vind ik, maar de Russen zien dat blijkbaar anders. Als ze dorpen veroveren, vallen ze doodgewone families aan in hun boerderijen en huizen. Ik zag in de burgerziekenhuizen mensen zonder oren of neus: de Russen hadden hun gezichten verminkt. Ik heb vrouwen met afgesneden borsten gezien, gecastreerde mannen, kinderen en senioren die geraakt waren door kogels… Toen ik die gruwel voor het eerst zag, was ik in shock. Ik heb een dag vrijaf moeten nemen om te bekomen.

“Ik sprak met een vrouw die verkracht was door meerdere Russische soldaten, zwanger was geraakt en de baby had verloren. Een afschuwelijk verhaal, maar ze vertelde het haast euforisch. Ze was zo getraumatiseerd dat ze zichzelf volledig kwijt was. Psychologisch was ze een wrak.

“Van de stress ben ik in de eerste maanden tien kilo afgevallen. ’s Avonds raakte ik soms moeilijk in slaap door alles wat ik die dag had gezien en meegemaakt.”

‘Ik heb vrouwen met afgesneden borsten en gecastreerde mannen gezien: de Russen hadden hen verminkt.’ Beeld Wannes Nimmegeers
‘Ik heb vrouwen met afgesneden borsten en gecastreerde mannen gezien: de Russen hadden hen verminkt.’Beeld Wannes Nimmegeers

U trekt in Oekraïne van stad naar stad.

Vitenko: “Inderdaad, ik doorkruis het land met mijn eigen, geïmproviseerde ambulance: een tweedehands Opel Zafira. Ik verdeel medisch materiaal, verzorg soldaten en leid het zorgpersoneel op. Dat laatste is ook nodig, want wondzorg is een vak apart. Dankzij mijn opleiding beheers ik technieken die veel Oekraïense verpleegkundigen niet kennen. Daardoor moeten we in sommige ziekenhuizen bijna geen lichaamsdelen meer amputeren. In samenwerking met het Oekraïense ministerie van Volksgezondheid heb ik intussen een opleiding tot wondzorgspecialist ontwikkeld.”

In een reportage van Rudi Vranckx is te zien hoe u ondanks het loeiende luchtalarm onverstoord blijft voortwerken in het ziekenhuis.

Vitenko: “Als je staat te opereren, kun je niet zomaar alles laten vallen en gaan schuilen. Ik was zelden echt in gevaar, want ik heb alleen in bevrijde gebieden gewerkt. Ik wilde wel dichter bij het front werken, maar de Oekraïense autoriteiten zijn zeer streng en lieten me niet passeren.

“Toch heb ik enkele bombardementen meegemaakt. De eerste keer wist ik nauwelijks wat me overkwam. Het was zes uur ’s avonds en ik was net klaar met werken. Ik wandelde het ziekenhuis uit en hoorde een rommelig geluid dat ik niet kon plaatsen. Ik was niet in paniek, maar toen ik rond me keek, zag ik patiënten en soldaten dekking zoeken. Zij kénden het geluid van raketten, maar ik niet. Een andere raket viel op amper tweehonderd meter van mijn verblijfplaats in Vinnitsa, maar ik was toen gelukkig niet thuis.

“Ik wil alles doen wat in mijn macht ligt om Vladimir Poetin te stoppen. Ik kan niet schieten, dus gebruik ik mijn handen voor dat wat ze het beste kunnen: wonden verzorgen.”

Hoe gaat het met uw familie en vrienden in Oekraïne?

Vitenko: “De meesten zijn het land ontvlucht. Ik heb dit jaar mijn beide ouders verloren, maar niet aan de oorlog. Mijn vader overleed begin dit jaar, mijn moeder enkele weken geleden. Ze kreeg een hersenbloeding. Ik ben naar Oekraïne gereisd voor haar begrafenis en ben nog enkele weken gebleven om soldaten te verzorgen. Sinds vorige week ben ik weer in België.”

Was dit allemaal niet te veel in een jaar tijd voor één mens? U moet toch ook rouwen?

Vitenko: “Iedereen rouwt op zijn manier. Ik zou alleen maar ongelukkig worden van thuis stil te zitten, zeker wanneer mijn landgenoten hulp nodig hebben. Het is mijn manier om het verlies van mijn ouders te verwerken.”

Sinds vorige week bent u wel terug in België.

Vitenko: “Ja, ik ben drie keer naar Oekraïne gereisd, in totaal was ik er bijna zes maanden. Mijn gezin staat gelukkig honderd procent achter mijn missie. Ook op de werkvloer voel ik veel steun: het ziekenhuis heeft me boven op mijn wettelijke verlofdagen drie weken betaalde vakantie geschonken en mijn collega’s hebben zonder klagen mijn shifts overgenomen. Maar ik heb ook véél onbetaald gewerkt in Oekraïne en mijn zware lening bij de bank is niet plots verdwenen. Maar dat zijn zorgen voor later. Ik heb geen keuze: te veel mensen hebben mijn hulp nodig.”

Wat brengt de nabije toekomst voor u?

Vitenko: “Ik zal de feestdagen en de eerste weken van het nieuwe jaar in België doorbrengen. Ik voel dat het voorbije jaar zwaar is geweest voor mij, fysiek en mentaal. Mijn land in oorlog, de gruwel, het verlies van mijn mama en papa… Ik moet rusten, even voor mezelf zorgen. In de lente hoop ik weer terug te keren.

“Maar écht stilzitten kan ik niet. Ik organiseer vrachtwagentransporten met medisch materiaal en generatoren, ik geef online opleidingen aan zorgverleners in de ziekenhuizen ter plaatse, en vanaf januari zullen er Oekraïense verpleegkundigen stage lopen bij mij. Zo kan ik ook vanuit Gent mijn steentje bijdragen.”

Intussen heeft het Oekraïense leger de Krim in het vizier. Rudi Vranckx zei in Humo dat hij zich zorgen maakt over de opmars, want bij een herovering van de Krim zou Poetin écht nucleaire ideeën kunnen krijgen.

Vitenko: “Ik heb één boodschap voor het Westen: als we nu één centimeter toegeven, zal Poetin nóóit ophouden. Deze oorlog bepaalt de spelregels voor de wereld van morgen. Als we nu toegeven, valt Poetin straks Moldavië binnen, dan Litouwen, en wie weet welk land daarna? Oekraïne is de enige buffer tegen zijn veroveringsdrang.

“Het patriottisme in Oekraïne is sterker dan ooit. Gewonde soldaten kermen het uit van de pijn, maar willen toch zo snel mogelijk terug naar het front. Ze zijn niet bang. Onze militairen vechten voor de vrijheid van iedereen, ook die van u en mij.”

Lees ook

Rudi Vranckx en fixer Anastacia Galouchka: ‘Soms word ik badend in het zweet wakker. Ik heb veel gezien en meegemaakt’

Wie Ihors missie wil steunen, kan terecht op www.ihorvitenko.org.

© Humo

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234