Hitte
Zo wapenen steden zich tegen temperaturen van tegen de 50 (!) graden
Het aantal steden waar het extreem warm is, zal de komende decennia verdriedubbelen. Bij temperaturen tegen de 50 graden zijn maatregelen van levensbelang. Aan de slag dus, met stadsplanning, groen en kokoshaar.
Zodra de temperatuur boven de 45 graden kruipt, valt alles stil. De hemel is wit en de lucht trilt. Ademhalen is onaangenaam; alsof je met open mond voor een blazende föhn bent gaan zitten. Kinderen, vogels, straathonden: iedereen zoekt een plekje in de schaduw en wacht.
Vergeleken met de hitte in andere delen van de wereld, is de temperatuur die Nederland voor de kiezen krijgt relatief. Zo werd het in juni in Churu, een stad met hondderdduizend inwoners in het noorden van India, 50,8 graden Celsius. Mensen bezweken, asfalt bleef aan voetzolen kleven en elektrische apparaten gingen stuk, doordat het plastic smolt. Maar niet alleen India wordt deze zomer opgegeten door extreme warmte: ook de Verenigde Staten zuchten onder een hittegolf. En Afrika en het Midden-Oosten, die niet bepaald onbekend zijn met hitte, noteren steeds langduriger hogere temperaturen.
De toename van het aantal hittegolven was voor de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan, een van de grootste hulporganisaties die er zijn, reden om deze maand een gids uit te geven voor alle burgemeesters ter wereld, met daarin tips om zich voor te bereiden. Want extreme warmte kost mensenlevens, en in de steden stijgt de temperatuur nog meer dan daarbuiten – iets wat de komende decennia een enorm probleem dreigt te worden voor honderden miljoenen mensen.
Waarom is het zo heet in de stad?
Steden zijn hitte-eilanden: uitgestrekte kilometers vol beton, asfalt en staal die de hele dag warmte opzuigen, om dat vervolgens weer uit te stralen. Auto’s staan vast in het verkeer en wasemen hitte uit, en er bestaat zoiets als ‘stadsravijnen’: rechte wegen met aan beide zijden hoge gebouwen. Deze zorgen wel voor schaduw, maar tegelijkertijd kan de warme lucht nergens heen. Een studie uit 2018 van het Massachusetts Instituut voor Technologie wees uit dat steden met een plattegrond als Chicago en New York (strakke lijnen, wolkenkrabbers) vele malen heter zijn dan steden met een rommelige lay-out en veel meer laagbouw.
Het fenomeen werd voor het eerst beschreven in de vroege 19de eeuw door de meteorologische pionier Luke Howard. In zijn boek Het Klimaat van Londen noteerde hij dat de temperatuur van de stad ‘kunstmatige warmte genereert, vanwege haar structuur, de bevolkingsdichtheid en de consumptie van brandstof’. De verschillen zijn aanzienlijk: op warme dagen kan het in de stad 9 graden warmer zijn dan op het omringende platteland.
Die hogere temperaturen zorgen ervoor dat mensen de airconditioning een tandje harder zetten, en dat helpt een gemene vicieuze cirkel op gang. Door de lucht binnenshuis op die manier te koelen, wordt er nog meer warmte naar buiten geblazen. Bovendien kost het enorm veel stroom: een vijfde van alle energie die in gebouwen wereldwijd wordt verbruikt, is voor airconditioners. Dat is bij elkaar opgeteld tweeënhalf keer de totale hoeveelheid elektriciteit die in Afrika wordt verstookt.
Het probleem groeit
Het aantal steden waar het extreem warm is, zal de komende decennia verdriedubbelen. Volgens de studie Future We Don’t Want, die is uitgevoerd door C40, een alliantie van de 94 grootste metropolen, hebben 354 grote steden nu te maken met een gemiddelde temperatuur van meer dan 35 graden. Vanwege de klimaatverandering is dat aantal in 2050 gestegen tot 970 steden.
En deze steden zijn dan veel drukker. Sinds een paar jaar wonen er wereldwijd meer mensen in de stad dan op het platteland, en dat proces zet door: volgens de Verenigde Naties leeft 70 procent van de wereldbevolking in 2050 in de stad. Met die cijfers is de C40 ook aan de slag gegaan. Ze concludeert dat het aantal inwoners dat in 2050 moet leven in extreme hitte, met 800 procent is gestegen tot 1,6 miljard mensen.
Amerikaanse wetenschappers waarschuwden twee jaar geleden al dat delen van India, Pakistan en Bangladesh (één van de dichtstbevolkte regio's ter wereld) onleefbaar worden als de opwarming van de aarde onverminderd doorzet. Maar ook elders kruipt de temperatuur steeds vaker in de richting van die ondraaglijke 50 graden. Vorig jaar werd het in Sidney 47 graden, in Chino (nabij Los Angeles) 48,9 graden, en in Madrid en Lissabon steeg het kwik tot voorbij de 45 graden.
Wie lopen er gevaar?
Bij 50 graden, halverwege het kookpunt, en meer dan 10 graden boven een normale lichaamstemperatuur, is hitte ronduit gevaarlijk. Mensen kunnen bezwijken aan een hitteberoerte, omdat het dan hart op hol slaat, organen falen, de bloedstolling verstoord raakt en spieren afbreken. ‘Sterven tijdens een hittegolf voelt alsof je langzaam wordt gekookt’, zei professor Camilo Mora in 2017 bij de publicatie van een onderzoek naar dodelijke hitte. ‘Het is een marteling. Vooral jonge kinderen en ouderen lopen gevaar, maar extreme hitte doodt ook soldaten, atleten, iedereen.’
Zeker de armen vormen een kwetsbare groep. Voor de honderden miljoenen inwoners van sloppenwijken, is de boodschap dat je bij hitte binnen moet blijven, en zoveel mogelijk water moet drinken, niet zo simpel. Zij hebben thuis geen stromend water, maar in tijden van droogte een lege of vervuilde bron. En dagloners die een paar centen verdienen voor elke dag dat ze zich afbeulen, kunnen het zich niet veroorloven om thuis te blijven. Bovendien: thuis hebben zij geen airconditioning, maar een golfplaten dak.
Wat kunnen steden doen?
Plannen, plannen, en nog eens plannen. Daar waar steden groeien, moeten zowel architecten als planologen de hitte in het achterhoofd houden. Dus: geen urbane kloven en geen materiaal gebruiken dat warmte vasthoudt. Zorg dat de plattegrond van de stad er van boven uitziet als een hand met vingers, en niet als een vuist, met groenstroken tussen de wijken in. In Azië bouwen ze al steden met windcorridors, een open strook tussen de gebouwen in lijn met de meest voorkomende windrichting.
Enorme glazen puien zijn een doodzonde, en een goede zonwering (aan de buitenkant) is noodzakelijk. Dat hoeven niet van die lelijke rolluiken te zijn zoals je veel in Duitsland ziet: in Abu Dhabi hebben de Al Bahr-torens wonderschone bewegende panelen, geïnspireerd op de decoratieve mashrabiya die in de regio traditioneel voor de ramen waren bevestigd.
In steden die al af zijn, zijn bomen een redmiddel. Ze geven schaduw en verdampen opgeslagen vocht, wat een koelend effect heeft. Maar ook andere vegetatie helpt: de stad Singapore telt nu al 100 hectare aan groen in de lucht, en bouwvoorschriften stimuleren dat dit oppervlakte groeit. Sommige nieuwe panden gaan zelfs verder dan de minimumeisen: de buitenwanden van het Oasia Hotel lijken wel verpakt in uitbundig groeiende planten, en het gebouw doet denken aan een enorme boom in de stad.
LA is testing a reflective street surface designed to reduce pavement temperatures, which skyrocket during summer https://t.co/rrY1lhgy07
— NBC Los Angeles (@NBCLA) 23 mei 2017
In New York is 500 duizend vierkante meter aan donkere daken wit geverfd, in LA krijgt het zwarte asfalt van de snelwegen een lik lichte verf, en in een aantal steden in India worden de daken in sloppenwijken vervangen door een materiaal dat is gemaakt van kokoshaar en papier. En dan zijn er natuurlijk de tips die de burgemeesters al kregen: laat de bevolking op tijd weten dat er een hittegolf aankomt, zorg dat de ziekenhuizen paraat zijn, distribueer water en zorg dat mensen die thuis geen airconditioning hebben, ergens naartoe kunnen om af te koelen.