Zondag 04/06/2023

Zo triest is de wereld

Mark Eitzel over hoedjes, muzikanten, liefde en die vervelende journalist

Zijn vorige plaat, West, een samenwerking met R.E.M.-gitarist Peter Buck, is slechts een half jaar uit en toch verscheen net al een nieuwe cd van Mark Eitzel: Caught in a Trap and I Can't Back Out 'Cause I Love You too Much, Baby. Deels solo, deels opgenomen met musici uit Sonic Youth en Yo La Tengo, is het een cd waarop de Amerikaan zijn kijk op de liefde en het leven in weinig opbeurende, doch pakkende liedjes giet. Een gesprek. Of moet ik zeggen: een hindernisloop.

Je hebt zo van die dagen. Bij het afrekenen in je hotel in Parijs maak je ruzie met de baliebediende, omdat je voor drank moet betalen die je nooit hebt gedronken. Op de luchthaven hoor je dat je vliegtuig naar Amsterdam is geschrapt wegens een sneeuwstorm. Je vangt gelukkig iets op over een vlucht naar Rotterdam die wel vertrekt, bemachtigt nog net een plaats en dan blijft het toestel enkele uren staan. Je mag er echter niet uit omdat het "dadelijk kan vertrekken". Als je dan eindelijk, met vele uren vertraging, in Nederland aankomt, word je verwelkomd door een journalist die je al zo vaak het hemd van het lijf heeft proberen te vragen. Er zijn zo van die dagen, moet de Amerikaanse muzikant Mark Eitzel begin december gedacht hebben, toen hij eindelijk toch in Amsterdam arriveerde om tekst en uitleg te geven bij zijn cd Caught in a Trap and I Can't Back Out 'Cause I Love You too Much, Baby (de prijs voor de mooiste titel van '98 is bij deze al vergeven).

Sinds hij in 1995 zijn band American Music Club opdoekte, is Eitzel productiever dan ooit. Zijn nieuwe cd is de derde in goed twintig maanden. In april 1996 kwam het in jazz gedipte 60 Watt Silver Lining uit. Afgelopen zomer verscheen West, een veeleer toevallige samenwerking met Peter Buck. In drie dagen schreven de heren een plaatvol songs, Eitzel de woorden, de R.E.M.-gitarist de muziek. Caught in a Trap was overigens al voltooid voor West op de markt kwam. De platenfirma dacht echter dat een samenwerking met Buck weleens een schot in de roos kon zijn, dus kreeg die cd voorrang. Verkeerd gedacht, zo bleek. "Niemand heeft die verdomde plaat gekocht," vertelt Eitzel. "Erg ontgoochelend. Hoewel, het geeft niet."

Het zou trouwens best kunnen dat Eitzels jongste werkstuk een stuk vlotter verkoopt. Caught in a Trap and I Can't Back Out 'Cause I Love You too Much, Baby is immers vintage Eitzel: een half zeurende, half croonende zanger met een bijzonder gevoel voor het marginale. In tweederde van de songs is Eitzel solo te horen, zichzelf begeleidend op een akoestische gitaar, met knappe songs als 'Are You the Trash' of 'White Rosary' als resultaat. Op vier nummers kreeg hij de steun van Sonic Youth-drummer Steve Shelley en James McNew, de bassist van Yo La Tengo. Drie keer voegde Kid Congo Powers een elektrische-gitaarpartij aan een liedje toe, wat vooral in 'If I Had a Gun' tot beklemming en dreiging leidt. Powers ("mijn New Yorkse drinkebroer," beweert Eitzel) is een voormalig lid van The Bad Seeds, The Gun Club en The Cramps en momenteel aan de slag met Congo Norvell. Als wederdienst is Eitzel te gast op de nieuwe cd van Congo Norvell, zo zingt hij met Sally Norvell een Nancy Sinatra-Lee Hazlewood-achtige versie van 'She Is Like Heroin to Me' (een cover van The Gun Club).

Eitzel gaat met zijn nieuwe langspeler duidelijk back to the roots. Al in de tijd van American Music Club speelde hij geregeld solo met akoestische gitaar (zie ook de live-cd Songs of Love) en de rocknummers van de nieuwe cd herinneren aan het oudere AMC-materiaal. Caught in a Trap was dan ook een reactie op 60 Watt Silver Lining. Jazz, allemaal goed en wel, vindt Eitzel, maar "als je niet met grote muzikanten kunt werken, genre Ornette Coleman, zijn concerten hopeloos". Naar eigen zeggen heeft hij zijn lesje geleerd. "Aanvankelijk wou ik de songs thuis met mijn draagbare DAT-speler opnemen. Tot ik bedacht dat het in een studio beter zou lukken. Daar wordt het meer een performance, it becomes more of a thing."

De samenwerking met de muzikanten verliep vlot. Het feit dat slechts de helft van de acht met begeleiders opgenomen songs op de cd staan, heeft volgens de zanger uitsluitend met de liedjes zelf of hun opnamekwaliteit te maken. Het maken van West, waarvoor de muzikanten grotendeels uit Bucks hobbygroep Tuatara kwamen, verliep daarentegen een stuk moeilijker. "Het zijn prima muzikanten en nu kan ik goed met ze overweg, maar de opnamen begonnen de dag nadat ik hen voor het eerst ontmoet had. Dat was een probleem, want ik communiceer niet goed met muzikanten. Ik zeg dingen als (steeds luider): 'Meer, meer, méér, méééér', en dan kijken ze meestal zo met een blik van: hallo, betaal je mij wel genoeg? Terwijl als ik tegen Kid zeg (schreeuwt): 'Evil, evil', dan weet hij perfect wat ik wil. Tja, hij is dan ook een vriend."

Eigenlijk heeft Eitzel de jongste twintig maanden geen drie, maar vier cd's uitgebracht. Het in eigen beheer verschenen Lover's Leap USA zal u echter vruchteloos in de winkel zoeken. Het is een compilatie met demo's en ruwe mixen. De plaat bevat enkele oudere songs die Eitzel vroeger al live speelde (bijvoorbeeld 'Dream in Your Heart' en 'Steve I Always Knew'), wat solosongs die niet aan het pas verschenen materiaal kunnen tippen en een handvol tracks voor het project dat hij met Bruce Kaphan opzette, de pedal steel-speler van American Music Club. Die muziek drijft op samples, soms versierd met wat gitaar, dan weer met een rustige piano. Zoals Eitzel vroeger al met een woordspeling zei: "There is a lot of tripping but no hopping." Lover's Leap USA was vorig jaar tijdens concerten te koop, net met de bedoeling om die optredens te financieren. Toch wil Eitzel de cd zo snel mogelijk vergeten. "Ik heb er flink wat geld mee verdiend, maar ik zie hem als een t-shirt uit klank. De plaat is niet bepaald iets waar ik erg trots op ben." Waarom dan niet gewoon t-shirts verkopen om zaad in het bakje te krijgen? "Daar voel ik me ongemakkelijk bij. Ik draag zelf nooit een t-shirt, tenzij met een hemd erover, begrijp je. Nou ja, iemand stelde voor om hoedjes te verkopen (zie foto), maar die dingen zijn zo duur. Trouwens, ik wil niet dat anderen zo'n hoedje dragen, want ík draag er al een" (lacht).

In 'Goodbye' zingt Eitzel: "Love fades like all things do." Ik wil weten of dat pessimistisch dan wel realistisch is. Hij zucht diep en kijkt me scherp aan. (Ik denk terug aan het begin van het interview, toen hij zei: "Ik ken je nog, jij bent mister in depth, mister serious question." Het klonk nèt niet als een belediging.) Weer een vraag in de prullenmand, veronderstel ik al, maar neen, Eitzel raffelt een antwoord af:

"Ik denk dat het realistisch is. Kijk, liefde heeft verschillende hoedanigheden. Een ervan, zegt het boek The Last Temptation of Christ, is die waarbij God een beest is dat je achternazit in de woestijn en het zàl je krijgen. Dan bezit liefde dus de hoedanigheid van het geheim van het onbekende en het mysterie van de dood. Andere vormen van liefde zijn dan weer gewoon romantisch, noem het een menselijke behoefte. Het is eigenlijk een transcendentale vorm van liefde, een doodsangst in onze geest. Het onderscheid tussen verschillende vormen van liefde vind ik belangrijk. Je hebt trouwens de tekst onvolledig geciteerd. Ik zing 'love fades like all things do into dust'. Dat is ook zo, althans in de relatie waarin ik me in die song bevind." Hij corrigeert meteen, alsof hij zijn mond heeft voorbijgepraat: "In de relatie waarin ik me in die song misschien bevind."

Bij een volgende vraag loopt het echter weer mis. Kunt u zich een situatie voorstellen waarin de interviewer met zijn voorhoofd tegen de tafel aanbonkt en in snikken uitbarst? Oké, zó erg was het niet, maar Eitzel wou op een troostende toon wel kwijt: "Er is niets mis met je vragen, maar ze brengen me in een vreemde situatie. Of ik klink als een idioot die zegt (met zachte, haast geaffecteerde stem): 'Weet je, ik denk dat mijn werk wonderbaarlijk en bijzonder is. Het handelt over schoonheid en genot.' Of anders wordt het iets als (met een rauwe, doorrookte stem): 'De mensen begrijpen me niet, godverdomme.' Dan klink ik dus als een verbitterde dronkaard."

Zonder stoppen vervolgt hij, een beetje onverklaarbaar na het vorige: "Het kan me niet schelen wat de mensen van mij denken. Als ik dat zou doen, dan was ik nog krankzinniger en paranoïder dan ik al ben. Ik schrijf mijn (onderbreekt zichzelf), kijk, de reden waarom ik zo van Bukowski houd is omdat hij altijd verwijst naar hoe triest de mensen wel zijn, hoe triest de wereld wel is. Dat heb ik ook altijd geweten."

Na het interview krijg ik van Eitzel desondanks een van de twee exemplaren die hij bij zich heeft van Lover's Leap USA. Je hebt zo van die mensen.

Caught in a Trap and I Can't Back Out 'Cause I Love You too Much, Baby is uit op Matador en wordt verspreid door De Konkurrent. Discografie: met American Music Club: The Restless Stranger (1986), Engine (1987), California (1988), United Kingdom (1989), Everclear (1991), Mercury (1993), San Francisco (1994). Solo: Songs of Love (Live at The Borderline 17.1.91) (1991), 60 Watt Silver Lining (1996), West (1997), Lover's Leap USA (1997), Caught in a Trap and I Can't Back Out 'Cause I Love You too Much, Baby (1998). Mark Eitzel maakte ook even deel uit van de Toiling Midgets. Hij is slechts op één plaat te horen: Son (1992).

(Foto Alex Vanhee)

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234