Asielcrisis
Zo moeilijk is het voor een vluchteling om Belgische vrienden te maken
Bed, bad, brood: het lijkt in ons land allemaal prima geregeld voor de vluchteling. Moeilijker is het contact met locals. "Je komt natuurlijk geen Belgen tegen in de les Nederlands", getuigen Alaa Jbour (26) en Lotus Abou Saeb (20).
België is veilig, welvarend, stabiel en staat bekend om goed onderwijs. Toen Alaa Jbour de Syrische hoofdstad Damascus ontvluchtte richting België, was dat een weloverwogen keuze. Anderhalf jaar later zit hij met Lotus Abou Saeb koffie te drinken in de cafetaria van de Antwerpse universiteit. "Ze was mijn buurmeisje in Damascus. Nu wonen we allebei in Antwerpen."
Ze kwamen in de zomer van 2015 naar België, "via de normale weg". Ze bedoelen gesmokkeld per boot over de Middellandse Zee.
Het onthaal op het vluchtelingencommissariaat, de opvang, het regelen van sociale huisvesting en een leefloon: het verliep allemaal vlot. "Ik kan alleen maar van een positieve ervaring spreken", zegt Jbour. "Zeker als ik hoor hoe het de mensen is vergaan die later zijn aangekomen, toen de diensten tot over hun oren in het werk zaten." Alleen Belgische vrienden maken is moeilijk. "Die kom je natuurlijk niet tegen in de Nederlandse les. Daar spreken veel mensen Arabisch."
Op de cursus taal en inburgering leren ze alleen buitenlanders kennen. Door het verhuizen van opvang naar een eerste en later soms een tweede woning, is blijvend contact leggen nog moeilijker. Jbour heeft en tijdje in Kontich gewoond. "Veel oude mensen. Daar heb je weinig mee gemeenschappelijk. Op straat of in de supermarkt kun je echt geen contacten leggen."
Gretigheid
Onthaal en opvang zijn uitstekend geregeld. Na een eventuele erkenning volgen lessen Nederlands en inburgering, een activeringscoach stimuleert je om zo snel mogelijk werk te vinden. Maar er gaapt een kloof tussen verwachtingen van vluchtelingen en hulpverleners. Daardoor blijven een aantal prangende problemen lang onder de radar, zegt onderzoeker Robin Vandevoordt. Hij werkt aan een doctoraat over de ervaringen van vluchtelingen en sprak 39 voornamelijk Syrische asielzoekers. Syriërs hebben heel andere verwachtingen van solidariteit, ontdekte Vandevoordt.
"In ons land is hulpverlening vastgelegd in wetten en criteria, uitgevoerd door professionals. Syriërs hebben hoge persoonlijke verwachtingen van solidariteit. Het gaat bij hen om menselijk contact en waardigheid. Hier belanden zij in een maatschappij waar alles volgens strakke regels verloopt. Daar hebben ze soms moeite mee, waardoor ze bepaalde problemen niet aankaarten."
Schimmel op de muren in een garagebox die als kamer wordt verhuurd, neerslachtige gedachten door een traumatische vlucht of zorgen over vrienden en familie, sociaal isolement: het zijn taboes die moeilijk tot bij hulpverleners komen. "Zeker aan het begin van het traject is er een enorme gretigheid om mensen te leren kennen, om Belgische vriendschappen te sluiten. Soms is de taal een barrière, soms lukt het lokaal gewoon niet. Een Syrische man belandde in een West-Vlaams dorpje. Op straat lukte het zelfs niet om oogcontact te maken."
Afgelijnde kaders
Belgen maken vooral vrienden binnen strak afgelijnde kaders: werk, sportclub, studies, school. Vandevoordt: "Vriendengroepen zijn vaak vrij gesloten. Contact is er soms via vrijwilligerswerk, maar dat blijft nogal paternalistisch: ik leer jou Nederlands, ik toon jou hoe iets moet. Als Syriërs niet het geluk hebben om toevallig een aantal cruciale figuren tegen het lijf te lopen die hen op sleeptouw nemen - wat af en toe heus wel gebeurt - dreigen ze geïsoleerd te raken." Dus plooien zij uiteindelijk terug op de eigen gemeenschap en trekken ze vaak terug naar de stad.
De cultuurkloof is een moeilijk overbrugbaar probleem, beseft Vandevoordt. "Ik zie wel nieuwe goede voorbeelden, zoals buddyprojecten. Ook het spreidingsplan (doel van de regering om asielzoekers niet enkel in grote steden te vestigen maar over het hele land, SVL) kan werken voor lokale integratie. Maar dit onderzoek leert ook dat opvang in een kleine gemeenschap niet noodzakelijk beter werkt: het hangt er heel sterk van af welke mensen vluchtelingen lokaal leren kennen."
"Je kunt mensen niet dwingen om met elkaar te praten", zeggen Alaa Jbour en Lotus Abou Saeb. Dankzij hun hobby's - zij speelt viool, hij is betrokken bij vluchtelingencinema Ciné Maximiliaan - zijn ze er toch in geslaagd Belgische vrienden te maken. En dankzij die vrienden zijn ze allebei ingeschreven aan de Antwerpse universiteit: business management.
Jbour weet dat veel Syriërs het moeilijk hebben met het gebrek aan sociaal contact in hun nieuwe land. Maar van vrienden in het buitenland hoort hij ook: "In Duitsland of in Zweden is het nog een pak moeilijker om vrienden te maken."