Werktuigbouwkundige Adrian Bejan van Duke University in North Carolina gebruikte formules uit onder meer de stromingsleer. Het hete binnenste van een kampvuur zuigt namelijk lucht aan tussen de houtblokken door. Hoe efficiënt dat gaat, hangt volgens Bejan af van hoe steil je de piramide- of kegelvormige brandstapel maakt. De ideale verhouding blijkt te zijn: maak het bouwsel even breed als hoog. Dan valt bij een gegeven gewicht aan hout de hoogste warmte-opbrengst te verwachten. Hoe heet precies? Dat verschilt per materiaal, kampvuurgrootte en windkracht.

Nieuw is deze vorm van opbouwen niet volgens de hoogleraar: van de oude Egyptenaren tot de huidige padvinders, velen gebruiken uit zichzelf al deze gouden één-op-één-verhouding.

Wigwammodel

In het algemeen bouwen wij ook volgens het 'wigwammodel', laat een woordvoerder van Scouting Nederland weten. Verder hanteren ze bij de padvinderij geen harde wetenschappelijke richtlijnen. "We leren de kinderen vooral om veilig met het vuur om te gaan."

Uit Bejans formules komt overigens toch nog een verrassing: eenzelfde vuur in een hoger zwaartekrachtsveld - bijvoorbeeld op sommige andere planeten - zou heter moeten zijn. Al is het de vraag wat de mens daar bij het bouwen van kampvuurtje op de camping mee opschiet natuurlijk.