Caroline Gennez
Zijne Antwerpse hoogheid gaat voorbij aan de realiteit waarmee duizenden leerkrachten dagelijks te maken hebben
Caroline Gennez is Vlaams Parlementslid en onderwijsexpert sp.a
De voorstellen van het katholiek onderwijs om op zoek te gaan naar een nieuw evenwicht tussen het eigen katholieke project en de diversiteit in de samenleving, wekt hevige reacties op. Wat mij daarin vooral stoort, is de nood die sommigen voelen om goedkoop te scoren op de kap van het onderwijs, terwijl uit niets van hun woorden of daden blijkt dat ze het ook goed voor hebben met dat onderwijs.
Zo verwijt Bart De Wever Lieven Boeve al lang niet meer in een school te zijn geweest. Maar wanneer ik het opiniestuk van zijne Antwerpse hoogheid lees, vrees ik dat dat minstens evenzeer voor hem geldt. Als een volleerd klimaatnegationist gaat hij voorbij aan de realiteit waarmee duizenden leerkrachten dagelijks te maken hebben. De Vlaamse realiteit is superdivers, de samenleving is in grote mate ontzuild, mensen geloven niét of net wél, met in het wettelijke land 6 erkende levensbeschouwingen en in het werkelijke land nog een pak meer.
Volgens De Wever moeten we leerkrachten gewoon hun werk laten doen. Dat betekent dan klaarblijkelijk hen verder laten spartelen met steeds minder middelen. Want de realiteit op onze scholen is dan wel veelkleurig maar niet altijd en overal even rooskleurig. De cijfers liegen er niet om: te veel jongeren verlaten de schoolbanken zonder diploma, er is een te laag welbevinden bij leerlingen én leerkrachten, onderwijsresultaten weerspiegelen te veel de afkomst in plaats van het talent van elk kind. En ja, een onderwijssysteem dat vandaag te veel verdeelt in plaats van verenigt.
In plaats van te staan schreeuwen dat het Katholiek Onderwijs z'n ziel aan de Islamduivel verkoopt, zou men beter kijken naar de feiten en samen zoeken naar oplossingen. Nee, de voorstellen van de Guimardstraat zijn niet het ei van Columbus dat alle problemen oplost. Maar ze zijn wel het teken van een zoektocht. En die zoektocht verdient de steun van ons, politici. Want in tegenstelling tot wat Bart De Wever orakelt, is die authentieke zoektocht van velen geen ideetje van een blauwe maandag.
Zelf beschreef ik al het einde van de klassieke breuklijnen, ook in het onderwijs, in mijn boek De Verschilligen, uit 2014. In januari van dit jaar herwaardeerde het Gemeenschapsonderwijs haar pedagogisch project met de lancering van een sterk pluralistisch verhaal onder de noemer 'samen leren, samen leven'. Bovendien weet iedereen die in scholen komt dat leerkrachten, niet in het minst de leerkrachten godsdienst en zedenleer, dagelijks op verschillende manieren bezig zijn de diversiteit aan levensbeschouwingen, ideeën, persoonlijkheden, ambities, dromen en teleurstellingen van hun leerlingen te verzoenen.
Daarom stel ik voor dat wij politici helpen in die zoektocht, in plaats van alles meteen ongenuanceerd af te branden uit angst voor de diversiteit of uit nostalgie naar het verleden. De twee grote uitdagingen waar het onderwijs, over de netten heen, een antwoord moet op bieden zijn deze: hoe leren we leerlingen samenleven en welke plaats geven we aan religie in ons onderwijs? Mijn antwoord hierop is duidelijk: het oude principe van elk z'n net en elk z'n vak, heeft er toe geleid dat we jongeren opdelen op basis van de overtuigingen van hun ouders. Het onderwijs moet jongeren net zelf weerbaar maken om hun eigen keuzes te maken en hen samenbrengen. Laat ons dan ook werk maken van een gezamenlijk vak Burgerschapsvorming waar leerlingen actief leren samen leven, waar ze vanuit hun eigen overtuiging in discussie gaan met elkaar en de kunst van het compromis terug leren beoefenen én waarderen - dat vak zou trouwens in de Wetstraat ook niet misstaan.
Daarnaast overwegen we ook best om aan levensbeschouwingen een nieuwe plaats te geven. Naast de vrijheid van onderwijs via het pedagogisch project van elke school en het verplichte curriculum voor alle leerlingen, met het vak burgerschap doorheen het hele basis- en secundair onderwijs, moet er wat mij betreft ook in elke school, ongeacht het net, voor zij die dat willen ruimte zijn voor àlle vormen van levensbeschouwing. Binnen de schoolmuren maar buiten de schooluren. Net zoals er in het kader van de brede school overal ruimte moet zijn voor sport, creativiteit, muziek, spel, extra taal... binnen de schoolmuren. Het is toch de bedoeling om religie en levensbeschouwing weg te trekken uit de achterkamertjes van kerk, moskee, tempel en internet. De school kan en moet echt de spil worden van een buurt, wijk, dorp of stad. Naast een warm nest thuis, voor elk kind een veilige en leuke plek om te leren leven.
Het is mijn diepe overtuiging dat we de samenleving van morgen niet bouwen, verscholen achter de muren van ons eigen grote gelijk. Pas wanneer scholen die muren overstijgen en bruggen slaan over religies en levensbeschouwingen heen, dan pas bouwen we aan een gedeelde samenleving met de leerlingen van vandaag als sterke burgers van morgen.