Zondag 26/03/2023

AchtergrondKlimaat

Zelfs na een supertyfoon verlaten de bewoners dit eiland niet: ‘Voor de jongsten is zwemmen in de straat doodgewoon’

 Filipppijnse eilandjes als dit Bilang-Bilangan laten de toekomst van de zeespiegelstijging zien. Beeld Julius Schrank
Filipppijnse eilandjes als dit Bilang-Bilangan laten de toekomst van de zeespiegelstijging zien.Beeld Julius Schrank

Met snelheden tot 260 kilometer per uur raasde tyfoon Odette op 16 december 2021 over vier eilandjes voor de kust van Bohol op de Filipijnen. De schade is nog altijd niet hersteld. Waarom verlaten de bewoners hun eilanden niet? Ze weten toch dat het er door klimaatverandering onleefbaar wordt?

Ben van Raaij

Steeds heviger werd de storm. Hoger en hoger kwam het water. Hele stukken dak en houten wanden gingen de lucht in. In paniek vluchtte de familie naar de bovenkamer van hun huis op het eiland Batasan. Zelfs de huis-tokeh (gekko) kwam er schuilen, zegt Hermes Cosicol. “We dachten dat ons laatste uur geslagen had. Ik weet nog dat ik tegen mijn broer riep: als het water nog verder stijgt, binden we onszelf vast aan de palen van het dak. Dan kunnen ze ons tenminste terugvinden als we verdronken zijn.”

Cosicol (48) en de andere inwoners van Batasan zijn op zich wel wat gewend. Elk jaar teisteren zo’n twintig tyfoons de Filipijnen, en enkele daarvan treffen ook Batasan – soms gelijktijdig met springtij, als de vloed toch al hoger komt dan normaal. Zo ook op 16 december 2021, toen tyfoon Odette (internationaal bekend als Rai) kwam aanrazen. Maar Odette bleek een tyfoon van de buitencategorie, met windsnelheden tot 260 kilometer per uur, die de metershoge vloedgolven in de Straat van Cebu nog eens extra opstuwden.

Binnen enkele minuten legde Odette Batasan volledig plat. Vrijwel alle huizen werden verwoest, sommige spoelden in hun geheel de zee in, het schaarse huisraad incluis. De familie Cosicol en hun buren wisten zich zwemmend over de enige straat van het eiland in veiligheid te brengen naar een stenen huis met verdieping dat het natuurgeweld leek te weerstaan. Wonder boven wonder vielen op het eiland geen doden. Maar een jaar later is de schade van Odette nog overal zichtbaar. Sommige huizen zijn - uit geldgebrek - nog niet herbouwd.

Hermes Cosicol huivert als hij aan die rampzalige nacht terugdenkt – pas na drie dagen kwam er hulp, de eilandbewoners overleefden door hun vechthanen op te eten. Ook zijn eigen huis, op nog geen vijf meter van zee, vertoont nog de sporen van Odette. Het huis ernaast, waar een oom woont, is helemaal een ruïne. Een deel van de muren en het dak ontbreken. De elementen hebben vrij spel in de voormalige woonkamer, waar naast de stilstaande klok in weer en wind verkleurde familiefoto’s aan de wand hangen en alles de klamme geur ademt van zeewater, schimmel en rotting.

Een meter boven de zeespiegel

De Filipijnen, een eilandenrijk in de Stille Oceaan, staan in de topdrie van de World Risk Index van landen die het kwetsbaarst zijn voor natuurrampen. Het land wordt bovengemiddeld getroffen door tyfoons, tsunami’s, overstromingen, aardverschuivingen, aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. De risico’s nemen door de klimaatontwrichting steeds meer toe (kader). En die kwetsbaarheid geldt eens te meer voor de arme dichtbevolkte archipel voor de kust van Bohol.

Eilandjes als Batasan, Pangapasan, Ubay en Bilang-bilangan steken amper een meter boven de zeespiegel uit, mede het gevolg van een forse aardbeving in 2013 waardoor de eilanden ineens meer dan een meter verzakten. Sindsdien lopen ze bij elk springtij (tweemaal per maand, enkele etmalen, bij volle en nieuwe maan) geheel of gedeeltelijk onder. Het maakt de eilanden tot een soort ‘fast forward’ in de toekomst van de zeespiegelstijging: ze laten nu al zien waar andere laaggelegen eilanden pas over decennia mee te maken krijgen.

Het is een macaber gezicht om het wassende water het eiland in bezit te zien nemen. Aan het begin van deze avond klinkt vanuit het kerkje nog vrouwenzang met smeekbeden aan Onze Lieve Vrouwe van Fatima. Maar tegen het springtij helpt geen rozenhoedje. Rond 11 uur bereikt het water kniehoogte. Het loopt de binnenplaatsjes en de huizen in, tot aan de fietsbanden op stokken waarop de vechthanen dutten. Vissen zwemmen op straat in de viezigheid. Rond middernacht slaat de dieselgenerator af en is heel Batasan in stille duisternis gehuld. Alles went blijkbaar, want de eilandbewoners slapen door alles heen.

Huizen op palen

Het is niettemin de vraag waarom de inwoners hun verdrinkende en verziltende eilanden niet ontvluchten. De lokale overheid van Tubigon wilde hen jaren geleden al herhuisvesten op het vasteland, maar de meeste mensen weigerden. Uit verknochtheid aan hun eiland en angst hun levensonderhoud te verliezen (het zijn vrijwel allemaal vissers). In plaats daarvan besloten ze hun huizen op palen te zetten, hun vloeren op te hogen met koraalpuin, hun planten en groenten in potten te zetten en regenwater op te vangen. Een enkeling kreeg gedaan dat hij het aangeboden huis aan de wal mocht gebruiken als ‘evacuatiehuis’.

De overheid liet het ontruimingsplan varen en koos voor een geleidelijke aanpak, waarbij het opgeven van de eilanden zich over enige decennia voltrekt en onderwijs en voorlichting een grote rol spelen. “Ons beleid is nog steeds dat alle eilanden vanwege het tyfoongevaar ontruimd moeten worden”, zegt Romeo Geronimo (47), hoofd milieu, kustbescherming en ramppreventie van Tubigon. “Maar mentaliteitsverandering blijft een strijd. Het is makkelijker de kluis van de Amerikaanse Fed binnen te komen dan de geest van de mensen hier.” Het compromis is dat ze voorlopig op de eilanden mogen blijven wonen, maar dat ze drie dagen tevoren worden geëvacueerd als er een zware tyfoon nadert. Al werkte bij Odette maar 30 procent van de mensen mee.

‘De val van onwetendheid’

De houding van de eilanders trok de aandacht van wetenschappers. Ma. (Maria) Laurice Jamero publiceerde in 2017 met anderen een studie in Nature Climate Change waarin ze stelde dat de inwoners van Batasan en de andere eilanden laten zien dat de even wijdverbreide als dystopische mass climate migration theory niet klopt: ze trekken niet massaal weg naar de hoofdstad Manila of het rijke Westen, maar kiezen ervoor op hun eiland te blijven en zich aan te passen, en hun gemeenschap en hun tradities in stand te houden. Ze zijn geen slachtoffers maar tonen weerbaarheid. Het werd een populair goednieuwsverhaal, in een tijd dat in westerse landen de angst voor enorme stromen klimaatvluchtelingen steeds meer om zich heen greep.

Maar niet alle eilandbewoners kunnen zich vinden in het beeld van weerbaarheid, blijkt als we praten met een groep jongeren op Pangapasan. Ze noemen zich de Young Island Heroes of Pangapasan en zetten zich in voor kustbescherming door koraalherstel en de aanplant van mangroven. “Dit is een traditionele gemeenschap”, zegt Jomelyn Entienza (24). “Als het water stijgt, passen de mensen zich aan. Maar als ze beter waren opgeleid, zouden ze zich bewust worden van hun situatie en vertrekken.” Mensen schikken zich omdat ze denken dat ze geen keuze hebben, vult John Lord Baja (17) aan. “Maar dat is een val.”

De jongeren zijn daarom enthousiast over het plan van een mondiaal klimaatschadefonds zoals onlangs afgesproken op de VN-klimaattop in Egypte. “Als rijke landen geld geven, kunnen onze mensen zich ontwikkelen en omscholen”, legt Entienza uit. “Nu weten ze alleen maar hoe ze moeten vissen, en daarom willen ze niet weg. Als ze andere middelen van bestaan hadden, konden ze het eiland verlaten.” In de tussentijd strijden de jonge eilandhelden – die de schrik van Odette nog in de benen hebben – voor een meer proactieve rampenpreventie. Nu heeft geen van de eilanden een storm shelter en is er geen deugdelijk vroegtijdig waarschuwingssysteem.

Afnemende visstand

Toch beseffen de meeste eilandbewoners wel dat er uiteindelijk geen andere keuze is dan te vertrekken. “We hebben geen huis op het vasteland, anders zouden we direct verhuizen”, zegt Ma Luz Dolera (59), die met haar dochter en schoonzoon (een visser) op Batasan woont. “We zijn bang sinds Odette, Odette veranderde alles.” Anderen aarzelen nog. Het is ook moeilijk, vindt Hermes Cosicol. “Veel ouderen willen hier blijven tot hun dood. Maar ze beseffen ook dat ze hun (klein-)kinderen moeten leren dat hun toekomst elders ligt. Ook al kennen de jongsten niets anders dan de overstromingen. Zwemmen in de straat is voor hen de gewoonste zaak van de wereld. En toch moeten ze hier een keer weg.”

Want de zeespiegelstijging, de bodemverzilting en de tyfoons zijn niet de enige problemen op de eilanden. Een grote bedreiging is ook de snel afnemende visstand, een gevolg van jaren van overbevissing, deels illegaal met dynamiet en cyanide. Het hele mariene ecosysteem kachelt achteruit, zegt Romeo Geronimo, door de opwarming van het zeewater (leidend tot koraalverbleking en wegkwijnende velden zeegras), vervuiling door zwerfplastic en ongezuiverd rioolwater en het illegaal winnen van koraal voor de bouw en zand voor de kunstmatige hotelstranden van Cebu.

De gevolgen zijn overal te zien. Zoals bij Bilang-bilangan, een piepklein volgebouwd eilandje dat getuige een scheefgezakt latrineblok in zee ook door Odette is geteisterd. De inwoners vissen in het omliggende water, maar de vangsten worden steeds minder, ondanks een al jaren geleden ingestelde ‘marine protected area’. Als we er met een gids gaan snorkelen zien we waarom. De meeste koraalformaties in het ondiepe, troebele water zijn verbleekt en afgestorven, of verpulverd door de storm. Er is bijna geen vis te zien. Tweemaal klinkt er in de verte een knal: illegale vissers van naburige eilanden gebruiken nog steeds dynamiet.

In de klas

Terug op Batasan lopen we het pad af naar de lagere school. Of liever gezegd, naar wat er sinds Odette van over is. Van de zes leslokalen, in twee blokken aan weerszijden van het basketbalveld (dat zijn overkapping verloor), zijn er vijf total loss – de ramen stuk, vloeren bezaaid met kapotte tafels en stoelen en beschimmelde schoolboeken. Een hoogwaterlijn van vuil op het plaveisel, met overal wenkkrabbetjes. In het ene min of meer intacte lokaal vinden we schoolhoofd Liza Oldenaria (52). Ze leest er twee kinderen voor, al is van echte lessen nog steeds geen sprake.

“We hopen dat de school voor het eind van het jaar wordt hersteld”, zegt Oldaneria, vermoedelijk tegen beter weten in. “Het wachten is nog op financiering.” En dan kunnen zij en haar zes leerkrachten weer aan de slag. Natuurlijk vertellen ze de kinderen over de klimaatcrisis, al hebben die al ervaring uit de eerste hand. “Maar ik leer ze ook dat ze altijd meteen bij het eerste alarmsignaal moeten evacueren, voor hun eigen veiligheid en die van hun familie. En dat hun toekomst ligt op het vasteland. Als ik deze baan niet had zou ik het eiland ook meteen verlaten.”

De klimaatkwetsbaarheid van de Filipijnen

De Filipijnen zijn een van de kwetsbaarste landen ter wereld voor klimaatrampen. Hoewel het land met 111 miljoen inwoners maar 0,31 procent van de mondiale emissies uitstoot, warmt het sneller op dan elders, met verschuivende moessons en meer en heviger extreem weer. Vooral de vele tyfoons (gemiddeld 19 tot 20 per jaar, waarvan er 7 tot 9 aan land komen) hebben steeds vaker destructieve gevolgen, zoals supertyfoon Haiyan / Yolanda in 2013, met 6.300 doden. Bovendien stijgt de zeespiegel in de Filipijnen sneller dan elders (nu al 15 centimeter, nog eens 48 tot 65 centimeter tot 2100). De combinatie van extreem weer, zeespiegelstijging en aantasting van beschermende koraalriffen en mangrovekusten betekent een groeiend risico op stormvloeden en overstromingen. Met name voor de overbevolkte kuststroken en de megastad Manila.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234