ColumnDe megastad
Zelfs bij -10 wagen Russen zich aan een magisch ijsbad
Metropolen bieden een groeiend deel van de wereldbevolking onderdak. Hoe houden de mensen het daar leefbaar? Correspondenten doen wekelijks verslag vanuit hun eigen megastad. Deze week: Jarron Kamphorst in Moskou, Rusland.
Vanaf de weg klinkt in de verte al het geluid van klotsend water, dat af en toe wordt overstemd door een hoge gil of een diepe oerkreet. Aan de overkant van de bevroren vijver in een klein park in het zuiden van Moskou staan mensen achter dranghekken. Ze kijken toe hoe een stel waaghalzen in badkleding vanuit tenten op de oever richting een gat in het ijs loopt, waar houten trappen het steenkoude water in leiden. Aan de leuningen bungelen ijspegels en rondom de bijt ligt een dik pak sneeuw op het ijs. Over een ondergrond van stro en dennentakken lopen de onverschrokkenen blootsvoets en vastberaden op hun doel af. Borst vooruit, blik op oneindig.
Een gezette man van in de vijftig met een bouwvakkersdecolleté houdt vlak voor de trap stil. Hij richt zijn blik ten hemel voordat hij eerst zijn grote teen en vervolgens de rest van zijn lijf in het water dompelt. De weer-app op mijn telefoon geeft -10 aan, gevoelstemperatuur -15. Drie keer gaat hij kopje-onder, en elke keer als hij bovenkomt slaat hij een kruis. Zijn buurvrouw komt bij de tweede keer half hyperventilerend boven, waarop een verzorger in een oranje hesje naar de trap snelt om haar uit het water te begeleiden. Door de kou spert ze haar mond zo wijd open dat ik even bang ben dat haar mondhoeken doormidden scheuren.
De twee zijn zeker niet de enigen die zich vandaag aan een ijsbad wagen. In Rusland gaan op 19 januari elk jaar honderdduizenden mensen kopje-onder bij temperaturen die ver onder het vriespunt liggen. Op die dag viert de Russisch-orthodoxe kerk dat Jezus gedoopt werd en dat de heilige Drie-eenheid zich aan de mens toonde. Volgens de overlevering krijgt het water in de nacht van 18 op 19 januari daarom magische krachten, en kunnen gelovigen met een duik in het heilige water hun zonden wegwassen.
Samen met Kerstmis en Pasen behoort deze zogeheten Epifanie of Openbaring tot de belangrijkste feestdagen van de Russisch-orthodoxe kerk. Maar in plaats van een speciale mis of dis dompelen Russen zich net als Jezus onder in water. Met het belangrijke verschil dat de christelijke messias dat in de comfortabele, warme stroom van de Jordaan in het Midden-Oosten deed, terwijl Russen het met een gat in het ijs moeten doen.
Toch houdt de kou maar weinigen tegen. Naar schatting wagen jaarlijks zo’n twee miljoen mensen in het land zich aan een natuurlijk ijsbad in een van de vele bijten die overal in de vorm van een christelijk kruis worden uitgehakt.
Ook in Siberië, waar de temperatuur in deze tijd van het jaar makkelijk 40 graden onder nul duikt. Wat dat betreft hebben de ruim 100.000 deelnemende Moskovieten het nog makkelijk.
Dat vindt ook de vijftiger die ogenschijnlijk onbewogen en stomend van de bevriezende waterdamp het gat in het ijs uitstapt. “Het is helemaal niet koud”, lacht hij breeduit naar de toeschouwers die het ritueel vanonder dikke jassen, sjaals en bontmutsen vastleggen met hun telefoon. Zijn blik glijdt over de menigte en stopt uitgerekend bij mij. “Gaat u er niet in meneer? U staat al een tijdje te kijken.”
“Nee, bedankt”, antwoord ik. “Ik ben mijn zwembroek vergeten.”