Zelfmoordlijn kreeg nooit meer oproepen dan vorig jaar

Nooit eerder kreeg de Zelfmoordlijn zoveel oproepen. De stijging is te verklaren door het grotere aantal vrijwilligers, een uitgebreid online aanbod en de samenwerking met Tele-Onthaal.

Hoewel de meeste oproepen nog altijd telefonisch gebeuren, neemt de online hulpverlening via chat toe. De stijging van het aantal beantwoorde oproepen is met 58 procent het meest uitgesproken op de chat. De voorbije vijf jaar verdubbelde het aantal online contacten. Sinds eind 2013 is de chat dagelijks bemand en zijn ook meer vrijwilligers tegelijk beschikbaar. Toch volstaat deze capaciteitsuitbreiding nog steeds niet, zegt Kirsten Pauwels, directeur van het Centrum ter Preventie van Zelfdoding.

"We merken dat heel wat mensen, vooral jongeren, de chat verkiezen voor een gesprek met de Zelfmoordlijn 1813. De drempel om online over zelfmoordgedachten te spreken, blijkt nog lager dan via de telefoon. Doordat chatgesprekken gemiddeld een uur duren, hebben we erg veel vrijwilligers nodig om aan de vraag te voldoen."

Mannen

Positief is dat meer mannen de stap zetten om hulp te zoeken, zegt Pauwels. In 2009 was een op de drie oproepers een man, vandaag is dat een percentage van 41 procent mannelijke oproepers aan de telefoon. "We weten dat mannen een grotere risicogroep zijn. Drie op de vier zelfdodingen gebeuren door een man. Dat meer mannen naar de Zelfmoordlijn bellen, is dus eigenlijk een goede zaak."

Aan de telefoon bereikt de lijn een ouder publiek. In 2009 was 23 procent van de oproepers ouder dan 50, nu is dat een derde. De 60-plussers zijn goed voor 11 procent van de oproepen, in 2009 was dit 8 procent.

Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de site zelfmoord1813.be.