AchtergrondVastgoed
Wonen in een kantoorgebouw? Somers wil nieuwe invulling geven aan ongebruikte kantoorruimtes
Wonen in het penthouse van een leegstaand kantoorgebouw of een kunstatelier in hetzelfde gebouw als het OCMW? Als het van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) afhangt, krijgen leegstaande kantoorruimtes – privé én van de overheid – binnenkort een makeover.
Het was van moeten tijdens de lockdown, maar ook in het postcoronatijdperk lijkt telewerken – toch voor een paar dagen in de week – een blijver te worden. Maar dat betekent natuurlijk dat heel wat kantoorruimtes, vooral in grootsteden, leeg komen te staan. Afgelopen jaar werd bijna een kwart niet gebruikt. Dat doet Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open Vld) dromen om die ruimtes een nieuwe bestemming te geven, al heeft hij daar wel de hulp van de lokale besturen bij nodig. “Met een flexibel vergunningenbeleid kunnen lokale besturen die omslag stimuleren. Leg bijvoorbeeld geen te strenge voorwaarden op om de functie van een gebouw te wijzigen en ban bureaucratie zo veel mogelijk uit het vergunningenbeleid. Dan kunnen kantoorruimtes gemakkelijker omgevormd worden naar extra woningen, groene plekken, winkels of sportvoorzieningen.”
Het gaat dan niet alleen over gebouwen van het lokale bestuur zelf, zoals de administratiediensten of het OCMW, maar ook over kantoren van privébedrijven, zoals de Antwerpse KBC-toren. Wonen op ’t Schoon Verdiep, naast het kantoor van Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA), is dan weer niet de bedoeling.
Doodse wijken
Somers wil daarmee twee vliegen in één klap slaan. Grootsteden als Antwerpen en Gent kampen met een enorm plaatsgebrek: 55,1 procent van de steden is volgebouwd, bijna dubbel zoveel als in de rest van Vlaanderen (28,5 procent). Ook de bevolking groeide er de laatste 10 jaar met een kwart meer dan elders. Logischerwijs laat zich dat voelen op de openbare ruimte én de vraag naar woningen. Woningen die het afgelopen jaar ook nog eens een pak duurder zijn geworden. “Dit is dus een opportuniteit voor intelligente stadsontwikkeling”, meent Somers. “Het kan zorgen voor meer groen in de stad, maar het kan ook de druk op de lokale woningmarkt verlichten waardoor er meer jongeren naar de stad trekken.”
Lees ook
Kunnen twintigers en dertigers nog een huis kopen zonder de spaarpot van hun ouders open te breken?
Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs is alvast voor het idee gewonnen. “In de jaren 50 en 60 heeft men ervoor gekozen om wonen en kantoren in afzonderlijke delen van de stad te bouwen, maar zo ontstaan eigenlijk doodse wijken met veel leegstand. Die mengeling van werken, wonen, parken, winkelen en andere tijdsbestedingen vormt eigenlijk juist de charme van een stad”, zegt hij. Maar Wieërs heeft één bedenking. “Somers kan niet zomaar tegen de lokale besturen zeggen dat ze ‘maar soepel moeten zijn’. De Vlaamse overheid zal ook haar wetgeving moeten wijzigen om dat te stimuleren.”
Ook professor Stedenbouw Maarten Van Acker (UAntwerpen) juicht het idee toe, maar wijst erop dat herbestemming soms makkelijker gezegd dan gedaan is, “door de strenge regelgeving van de stad of een gebrek aan visie en creativiteit. Bovendien komt maar 20 procent van alle leegstaande kantoren in aanmerking om om te vormen tot woningen. Het is bijvoorbeeld niet echt aangenaam om te wonen op een industrieweg of langs een drukke ringbaan.” Van Acker pleit er ook voor om niet té veel kantoren om te bouwen. “Dat is een fout die we in de jaren 90 en 2000 hebben gemaakt, toen alle loodsen en pakhuizen omgevormd zijn tot lofts. Nu hebben steden enorm veel moeite om de essentiële economie terug in de stad te krijgen. Zorg dus voor een mengeling, dat is echt de toekomst.”
Besparingsoperatie
Niet alleen stedenbouwkundig heeft het voordelen, het kan ook een stevige duit in het zakje betekenen voor de Vlaamse overheid en privébedrijven als ze delen van hun kantoren kunnen verkopen. Het flexwerken betekent bovendien een serieuze besparingsoperatie voor de overheid. Wat het betekent als de 29.000 Vlaamse ambtenaren minstens twee dagen thuis werken is nog niet berekend, maar federaal staatssecretaris voor Begroting Eva De Bleeker (Open Vld) deed die oefening al wel voor de federale overheid. Als hun 65.000 werknemers 2 dagen per week thuis blijven, zou ze jaarlijks 38 miljoen euro kunnen besparen – mits een eenmalige besteding van 120 miljoen euro. Op lange termijn zou dat zelfs kunnen oplopen tot een besparing van 67 miljoen euro per jaar.