NieuwsZorgsector
‘Wolven in schaapsvacht’: hoe schijnvzw’s de privatisering van de zorg in de hand werken
Hogere prijzen in de woon-zorgcentra en een minder goeie zorg. Dat is wat er ons volgens tegenstanders te wachten staat als de Vlaamse regering haar nieuwe poging om de openbare zorgsector te privatiseren doorzet. ‘Commercie heeft geen plaats in de zorg.’
Het was voor velen toch wat schrikken. In het najaar van 2021 slaagde de Vlaamse regering er niet in om rusthuizen en andere zorginstellingen van OCMW’s en gemeenten te privatiseren. Het protest daartegen -van zowel oppositiepartijen, tal van middenveldorganisaties en het volledige werkveld- was te hevig. Maar dat belet de Vlaamse meerderheidspartijen, tot grote verbazing van velen, blijkbaar niet om nu een nieuwe poging te wagen.
De uitleg van de regering klinkt nochtans logisch. Die wil naar eigen zeggen de publieke zorgsector ‘redden’. De taxshift van de vorige regering-Michel geeft privéondernemingen namelijk voordelen die de openbare sector niet krijgt. Het zijn de lokale besturen die de eventuele verliezen van hun eigen zorginstellingen moeten bijpassen. Om die te ontzien, wil de regering de publieke zorg de mogelijkheid geven om private investeerders binnen te halen. Het plan kwam er vooral op vraag van Antwerpen. Het Zorgbedrijf daar heeft al geruime tijd een plan klaar om privaat geld binnen te halen, maar kan dat niet doorvoeren omdat er geen wettelijke basis is.
Hakken in het zand
Het vorige plan van de regering stootte op fel protest en dat is nu opnieuw het geval. Het gemeenschappelijk vakbondsfront én de zorgsector zelf zetten opnieuw hun hakken in het zand. Dat bleek vorige week nog tijdens een hoorzitting over de kwestie in het Vlaams parlement. De grote vrees is dat een privatisering vooral voor hogere prijzen zal zorgen, waarvan de toch wel erg kwetsbare rusthuisbewoners de dupe dreigen te worden.
“De publieke zorg heeft altijd garant gestaan voor toegankelijke zorg en betaalbaarheid”, zegt Jan Mortier van ACV Openbare Diensten in naam van het gemeenschappelijk vakbondsfront. “Kijk maar naar de rusthuisprijzen op de site van het Agentschap Zorg en Gezondheid. De prijzen in de publieke sector liggen gemiddeld lager. Meer nog: in regio’s waar geen publieke zorg meer aanwezig is, zijn de prijzen algemeen hoger dan in regio’s waar die wel nog aanwezig is.”
Bij Vadoz, de vereniging van directeurs van openbare zorgbedrijven, zien ze ook niet hoe het aantrekken van privé-investeerders de factuur voor de lokale besturen zou kunnen verlichten. “We durven te betwijfelen dat het binnenhalen van een private speler een positief effect zal hebben op de financiën van de gemeente”, zei Piet Vanwambeke, directeur Zorgbedrijf Meetjesland en voorzitter van Vadoz. “Want de private partner zal niet de verliezen willen dragen, dat zullen nog altijd de lokale besturen zijn. De vraag is dus: wie is hier eigenlijk vragende partij? Wij alleszins niet.”
En zelfs de lokale besturen zelf blazen warm en koud tegelijk. Bij de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) zijn ze niet gelukkig met het feit dat de publieke sector een nadeel heeft tegenover de private. Maar of een privatisering de juiste weg is, daarover zijn de meningen bij de lokale besturen erg verdeeld.
Enkel vzw’s
De Vlaamse regering maakt zich sterk dat er in de nieuwe regeling wel een belangrijke voorwaarde is ingebouwd. De openbare zorgbedrijven mogen één of meerdere privépartners aantrekken, maar dat moeten wel vzw’s zijn. Daarmee wil de regering naar eigen zeggen commerciële spelers weren. Wat volgens hen de kritiek moet doen bedaren.
Maar die voorwaarde overtuigt de tegenstanders helemaal niet. Want grote commerciële groepen in de zorgsector kiezen voor de uitbating van een woon-zorgcentrum nu al steeds vaker voor een vzw-structuur. Die vzw’s moeten dan vaak torenhoge huurgelden betalen aan die groepen en aan de achterliggende vastgoedfondsen, waardoor heel wat belastinggeld naar die commerciële spelers vloeit. Dat bleek in 2021 uit een onderzoek van De Morgen.
“Als we de cijfers van Zorg en Gezondheid bekijken, blijkt dat 9,25 procent van de vzw’s in de ouderenzorg ondertussen al een bovenliggende commerciële groep heeft”, stelde Piet Vanwambeke in de commissie.
Klaartje Theunis van Zorgnet-Icuro, de koepel van de private non profit zorginstellingen, noemde die schijnvzw’s zelfs ‘wolven in schaapsvacht’. “Er is een groot verschil tussen de private non profit en private vzw’s waar rendement primeert. Die laatste betalen inderdaad vaak niet-marktconforme huurprijzen aan de commerciële groep waartoe ze behoren. Daardoor kunnen ze minder personeel inzetten. Kijk maar naar wie er op de zwarte lijst van Zorg en Gezondheid staat.”
De aanwezigheid van schijnvzw’s die eigenlijk vermomde commerciële spelers zijn, wordt ook bevestigd door een onderzoek van de UGent, op vraag van het Agentschap Binnenlands Bestuur. De onderzoekers wijzen dat grote commerciële concerns sterke interesse blijken te hebben in de nieuwe regeling die nu voorligt. “Bij een marktbevraging door lokale besturen bleek dat ook commerciële groepen kandidaturen insturen”, staat te lezen in het onderzoek. “Dat bevestigt het beeld van een actief prospecterende commerciële markt die naar verdere groeimogelijkheden zoekt.” De onderzoekers adviseren de Vlaamse regering om de problematiek van de schijnvzw’s dan ook goed te onderzoeken.
De debatten in het Vlaamse parlement over de nieuwe regering starten deze week. Oppositiepartijen Vooruit, Groen en PVDA maken zich alvast op voor een hevige discussie. “We zullen dit voorstel opnieuw proberen tegenhouden: commercie heeft geen plaats in de zorg”, reageert Lise Vandecasteele, Vlaams parlementslid voor PVDA die het dossier al jaren op de voet volgt.