Dinsdag 30/05/2023

Fietsen

Wielertoeristen vallen voor virtueel trainingsspel

Jordy Heymans rijdt op een turbotrainer. Als hij bergaf rijdt in het spel, voelt hij minder ­weerstand dan wanneer hij klimt. Beeld Franky Verdickt
Jordy Heymans rijdt op een turbotrainer. Als hij bergaf rijdt in het spel, voelt hij minder ­weerstand dan wanneer hij klimt.Beeld Franky Verdickt
Femke van Garderen

Femke Van Garderen

Entertainend, comfortabel, realistisch. Ook in ons land zwichten steeds meer wielrenners voor Zwift, een onlinespel dat je vanop een interactieve indoortrainer speelt. ‘Een betere training vind je niet.’

Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Vlaanderen, Gent-Wevelgem. Je kunt deze wedstrijden de komende weken vanuit je living bekijken. Maar wat als je ze vanuit je living zou kunnen rijden? Het is niet ondenkbaar in de nabije toekomst. Tenminste, als de mensen van Zwift de virtuele parcours uittekenen en online zetten.

Voor wie niet mee is: Zwift is een spel van het gelijknamige Californische bedrijf dat sinds 2014 steeds meer mensen op de fiets probeert te krijgen. Of beter: op de rollen. En daar lijken ze aardig in te slagen. Tienduizenden renners ontdekken vandaag, door middel van een interactieve indoor trainer, de Zwift-wereld.

Hyperrealistisch

Die leidt hen door het fictieve eiland Watopia, het WK-traject in Richmond of Londen. Hyperrealistisch, beweren gebruikers. Wie in het spel bergaf of in het peloton rijdt, voelt minder weerstand op de rollen en wie klimt of ontsnapt, moet bijschakelen. De sensoren in de ‘turbotrainer’ registreren ondertussen snelheid, wattages, hartslag. Hoe meer kilometers iemand maalt, hoe beter zijn of haar avatar wordt.

Ook in ons land raken steeds meer mensen aan het spel verslingerd, ziet recreant Jordy Heymans (40). Hij ‘zwift’ al meer dan een half jaar. “Toen ik mij in het begin inlogde, fietste ik op hetzelfde moment met zo’n duizend andere mensen. Nu zijn er al snel zo’n drieduizend actief.” Zijn medespelers zijn niet allemaal Vlamingen: ze komen van over de hele wereld. Het ene moment rijd je naast een Zuid-Koreaan, het andere naast een Duitser.

De Ninovenaar is vol lof: het spel is entertainend en vooral comfortabel. “Als je ’s avonds na je werk wilt trainen, hoef je het donker of de kou niet in.” Drie tot vier keer per week installeert hij zich achter zijn tv. Een aantal collega’s doen hetzelfde, zodat ze samen de baan op kunnen. “Een betere training vind je niet volgens mij. Je hebt zoveel variabelen: je kan aan wedstrijden deelnemen, kiezen tussen zware cols en vlakke stukken, in groep of alleen rijden.” En het is nog veilig ook. “Vind in België maar eens een goede plek om een sprinttraining te doen.”

Niet alleen recreanten zitten op Zwift, ook tal van professionals. Heymans zag Edvald Boasson Hagen, André Greipel en Jens Voogt al voorbijrijden. Evengoed zijn er een aantal bekende Belgen: Thomas De Gendt, Serge Pauwels, Edward Theuns.

Gebroken ruggenwervel

Die laatste logde zich vorig jaar voor het eerst in, nadat hij zijn ruggenwervel brak in de Tour de France. “Drie maanden heb ik een korset moeten dragen, en mocht ik de baan niet op. Zwift was een prima manier om te blijven trainen”, aldus Theuns. Hij beweert dat de tijd voorbijvliegt. “Normaal heb ik het na een uur op de rollen gehad. Nu raak ik zonder moeite aan twee uur.”

Theuns’ verhaal lijkt erg op dat van Matthew Hayman. De Australiër brak vorig jaar tijdens Omloop Het Nieuwsblad zijn spaakbeen. Het ­verdict: trainen op de weg mocht niet, trainen op de rollen wel. Zes weken en duizenden kilometers op Zwift later, won de man Parijs-Roubaix.

Een Zwift-overwinning heeft Theuns nog niet geboekt. “Voor mij blijft trainen toch vooral iets dat zich buiten afspeelt.” Maar hij combineert wel. “Een lange beklimming vind je bijvoorbeeld niet in België, maar wel op Zwift.”

Hoeveel Belgen inmiddels voor ‘zwiften’, is niet duidelijk. De Facebook-groep ‘Belgian Zwift Riders’ telt een kleine duizend leden. Jeroen Stragier, die aan de Universiteit Gent onderzoek doet naar sport en nieuwe technologie, is zeker dat hun aantal zal stijgen. “Het is een goede manier om mensen aan het bewegen te krijgen. Je traint niet langer saai in je eentje binnen, en het is erg sociaal.” Hij wijst erop dat het succes op andere sporttakken afstraalt. Zwift experimenteert momenteel met interactieve loopbanden. En er zijn andere bedrijven die kijken wat mogelijk is met interactieve roeimachines.

Risico op blessures

Dat door het spelelement het risico op blessures groter zou zijn, relativeert hij. “Offline heb je dat risico ook.”

Als er een kritische kanttekening gemaakt moet worden, dan is het volgens Stragier dat Zwift voorlopig toch iets voor de ‘happy few’ blijft. Je moet er namelijk meer voor over hebben dan alleen bloed, zweet en tranen. De turbotrainers als Wahoo Kickr en Tacx Neo, die nodig zijn om het spel te kunnen spelen, kosten al snel meer dan duizend euro.

“Uit de Sportmonitor, waarbij we in 2016 een kleine duizend Vlamingen werden bevraagd, blijkt dat slechts zo’n 3,8 procent van de sportieve fietsers zo’n trainer heeft”, weet de onderzoeker. Die wijst er ook nog op dat het spel ook niet gratis is: per maand kost het je sowieso tien dollar

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234