Vrijdag 24/03/2023

Wie zegt dat hulpniet werkt?

Bob Geldof zit ongemakkelijk in een dor grasveld, schijnbaar willekeurig bezaaid met brokken steen. Maar de schijn bedriegt, er is geen willekeur. Onder elke steen ligt een massagraf, waarin acht tot twintig mensen rusten.Tienduizenden kinderen, vrouwen en meestal oude mannen werden in de velden van Korem begraven toen het uitgedroogde hoogland van Ethiopië in 1984-1985 door hongersnood werd geteisterd. Ongeveer een miljoen mensen zouden omgekomen zijn. Velen van hen stierven hier op de vlakte, waar een kamp stond met 300.000 mensen die uit hun huizen waren gevlucht en dagen en weken door de kale bergen waren gestapt. Ze kwamen naar Korem in de hoop dat ze er voedsel zouden krijgen. Maar vaak vonden ze alleen maar een plekje om in lome, zwijgende, doffe apathie op hun dood te wachten. In die tijd kwam Bob Geldof voor het eerst naar Korem, enkele weken nadat hij de popwereld had gemobiliseerd voor Band Aid, de grootste inzamelactie uit de geschiedenis van de mensheid. Het publiek gaf 100 miljoen pond (111 miljoen euro) voor de geteisterde volkeren van Afrika.En nu Geldof hij er terug. Op de plaats waar zoveel mensen stierven, staat hij voor het eerst oog in oog met overlevenden. “Ik herinner me vooral de ongelooflijke waardigheid die de mensen ondanks alles opbrachten”, zegt hij tegen hen. Ze glimlachen flauwtjes en bedanken hem. Maar zij herinneren het zich anders. “Je kunt het je niet voorstellen”, zegt Gebremedhin Alemu, die nu 60 is en indertijd met zijn vrouw en zes kinderen 100 kilometer stapte op zoek naar voedselhulp die pas twee jaar later in voldoende hoeveelheden zou arriveren. “Het was mensonwaardige. Als iemand stierf en we hem gingen begraven, was er alweer een andere dode wanneer we terugkwamen.”“Mensen werden als dieren in de grond gestopt”, zegt Haile Melicot, nu 50. “Er was geen systeem. Geen eer. Mensen werden in massagraven gedumpt en niemand wist wie waar lag. We waren zo verzwakt dat de hulporganisaties mensen moesten betalen om de lijken van het kamp naar de begraafplaats te dragen.”“Ons respect voor jou, onze broeder in moeilijke tijden, is grenzeloos”, zegt Gebremedhin tegen Geldof. “Toen wij onze waardigheid verloren, kwam jij naar hier en betaalde je mensen met de kracht om onze doden te begraven.”Dit is niet wat Geldof had verwacht, maar de golf van dankbaarheid overweldigt hem en maakt hem nederig. “Wij zijn alleen maar naar hier gekomen om jullie eer te bewijzen”, zegt de zanger tegen de mannen. “Vertel de broeders en zusters buiten Ethiopië dat wij hen dankbaar zijn”, zegt Alana Abraham, 52, die met drie broers naar Korem kwam en het als enige overleefde.“Kunnen wij iets voor jullie doen?”, vraagt Geldof. Bij wijze van antwoord vertellen de mannen hem over hun leven, over jaren van goede oogsten, de economische bloei van hun stadje, over overvloed en welvaart. “Een van de boeren heeft zelfs een minibus”, zegt Alana Abraham trots.

Voedsel- en waterschaarste

En toch is er iets wat ze missen, iets wat geen prioriteit is voor de overheid of voor de hulporganisaties. Ze zouden graag een omheining rond de twee zones met massagraven zien - een voor de christenen en een voor de moslims - zodat dieren niet langer de waardigheid van de doden kunnen vertrappelen.Geldof belooft dat Band Aid ervoor zal zorgen. Er is geld: 25 jaar later druppelen er nog altijd royalty’s binnen. De vreugde van de overlevenden verrast hem. Ze schreeuwen van plezier, omarmen de Ier, lopen weg om het goede nieuws aan de rest van de omstanders te vertellen.“Als wij ons gevoel van gedeelde menselijkheid vergeten, gaat er iets in ons dood”, mompelt Geldof, terwijl hij naar het kerkje naast de begraafplaats wandelt.Sommige mensen beweren dat Band Aid en alles wat het heeft voortgebracht tijdverspilling was. Meer dan twintig jaar later worden miljoenen mensen in Ethiopië en elders in Oost-Afrika opnieuw geconfronteerd met ernstige voedsel- en waterschaarste, na drie jaar van schrale regens. Vorige maand vroeg de Ethiopische regering de internationale gemeenschap 159.000 ton voedselhulp om dit jaar 6,2 miljoen mensen te kunnen voeden. Het Wereldvoedselprogramma zegt dat 14 miljoen mensen hulp nodig zullen hebben en waarschuwt dat de rijke wereld opnieuw treuzelt. De voorraden zijn zo laag dat de rantsoenen van 15 tot 10 kilo graan per persoon en per maand verminderd zijn. Voor de hongerlijders betekent dat twee kommen pap per dag in plaats van drie.De hogere cijfers van de hulporganisaties veroorzaken spanningen met de Ethiopische regering. Geldof merkte dat bij het begin van zijn bezoek tijdens een ontmoeting met premier Meles Zenawi, met wie hij in 2005 in de Commissie voor Afrika zat.“Band Aid was in die tijd nodig. Het staat buiten kijf dat jullie een verschil hebben gemaakt. Jullie hebben Afrika echt geholpen”, zei Meles na afloop van een vergadering van twee uur tegen Geldof. “Maar als een samenwerking betuttelend wordt, is dat slecht voor de vader en zal de zoon nooit opgroeien. Sinds het einde van de laatste hongersnood hebben wij alles gedaan om te voorkomen dat het opnieuw zou gebeuren. Wij hebben systemen ingevoerd om ons te waarschuwen, mechanismen om de oorzaken aan te pakken. In de voorbij achttien jaar hebben we verscheidene droogten gehad maar geen enkele hongersnood.”Wat is er echt veranderd? Om daar achter te komen, maakte Geldof een rondreis van een week naar de projecten die Band Aid gesteund heeft.De moeders in de schaduw van een doornboom in het dorp Abinet, in Wollo, ongeveer 500 kilometer ten noorden van Addis Abeba, kijken nauwelijks op wanneer Geldof aankomt. Ze bestuderen een prentenboek voor kinderen, met boodschappen die je ook begrijpt zonder te kunnen lezen. Aan een boomtak hangt een weegschaal. Baby’s worden om de beurt in de schaal gelegd en gewogen.In het boekje staat een grafiek waarop de vrouwen het gewicht van hun baby kunnen noteren. Twee lijnen tonen de gemiddelde evolutie van jongens en van meisjes. Als ze het gewicht van hun kind ermee vergelijken, weten ze of het voldoende groeit. Als de baby onder de norm blijft, wordt de moeder naar de dorpskliniek gestuurd. Daar legt Nazret Hilot, een dorpsvrouw van 25, een meetbandje om de biceps van elk kind. Als het resultaat onder 11 centimeter ligt, krijgen de kinderen extra voeding. Het voedsel heet Plumpynut, en is een verrijkte pindapasta in een zakje van aluminiumfolie. Er zijn amper negen moeders in de kliniek. Ze vertellen Geldof hun verhalen. Een van de vrouwen zegt dat haar borsten niet genoeg melk maken omdat ze zelf te weinig eten krijgt, want er is geen regen en dus geen oogst. Een andere moeder heeft een tweeling en kan geen twee gulzige mondjes voeden. Weer ander vrouwen hebben een tweede kind en merken dat het broertje of zusje dat een jaar ouder is niet genoeg te eten krijgt.“Dit is een echte revolutie in de kinderzorg”, zegt Ted Chaiban, de vertegenwoordiger van Unicef die met geld van Band Aid het voedselprogramma runt. “De gezinnen komen niet naar de gezondheidszorg, de zorg gaat naar hen toe. De regering heeft 30.000 mensen opgeleid, twee voor elk dorp.” Plumpynut moet bovendien niet met water worden verdund, zodat er geen gevaar bestaat op besmetting door vuil water. In 1985 was dat een groot probleem. “En wij maken hier in Ethiopië zelf 200 ton van dit voedsel. Dat is een enorm voordeel wanneer je met ernstige acute ondervoeding te maken krijgt.”De man van Unicef legt Geldof uit dat het allemaal een grote vooruitgang is. “Er zijn nog altijd problemen - het gebeurt bijvoorbeeld dat de gezondheidswerkers complicaties niet snel genoeg herkennen om de mensen naar het ziekenhuis te sturen. Maar in 95 procent van de gevallen is het een enorme verbetering. En dat is belangrijk in een land waar de armste 1 of 2 procent van de bevolking het zelfs in de beste jaren moeilijk heeft. Er gaan nu veel minder kinderen dood.”Dat is een nationale trend: 35 procent van de Ethiopische kinderen is ondervoed en 40 procent heeft tegen de schoolleeftijd een groeiachterstand. Maar het aantal kinderen die sterven voor ze vijf zijn, is 40 procent lager dan vijftien jaar geleden. Vorig jaar stierven 381.000 kinderen een vermijdbare dood, een schokkend aantal. Maar het gaat duidelijk beter. Het aantal malariagevallen is met tweede derde gedaald sinds 2006, omdat de regering een miljoen huizen heeft laten besproeien en het Global Fund en de Gates Foundation 20 miljoen muskietennetten hebben uitgedeeld.“Wie zegt dat hulp niet werkt?” moppert Geldof terwijl hij de kliniek verlaat.

Aparte toiletten

Op weg naar de volgende halte is het Band Aidgezelschap wat lacherig. Ze gaan een school bezoeken die als “kindvriendelijk” wordt aangekondigd. Hoe ziet een kindonvriendelijke school eruit?, vragen ze aan Indrias Getachew van Unicef. “Dat is een school waar de kinderen op de vloer zitten in plaats van aan tafels”, zegt hij scherp. “Waar de vloer van modder is in plaats van beton dat je goed kunt schoonmaken, waar de kinderen stil moeten zitten en luisteren in plaats van op een interactieve manier te leren, waar er geen speelgoed en geen speeltuin is, en waar er geen gescheiden toiletten zijn voor meisjes en jongens.”Het is een ontnuchterende les. Alles wat je normaal vindt aan een school in Europa, is in Ethiopië niet vanzelfsprekend. “Aparte toiletten voor de meisjes zijn heel belangrijk”, legt Indrias uit. “Het feit dat ze de toiletten met de jongens moeten delen, is een van de belangrijkste redenen waarom meisjes niet meer naar school komen als ze ouder worden.”De kinderen zijn massaal uitgerukt om Geldof te verwelkomen in Hentalo Wajirat, op een uur rijden van Mekele, de hoofdstad van Tigray en een van de epicentra van de hongersnood van 1984. Hun enthousiasme is spontaan. Ze zijn trots op hun school, die zo populair is dat ze met een ploegensysteem moet werken om alle 1.300 kinderen aan bod te laten komen. Zesentwintig leerkrachten werken een hele dag lang, zodat de klassen beperkt blijven tot 30 à 50 kinderen, in plaats van de plaatselijke norm van 80 tot 100.De vindingrijkheid is enorm. “Kijk daar eens”, zegt Geldof, en hij wijst naar een televisie gemaakt van een oude kartonnen doos waar een rol papier door glijdt. Ze bezitten geen microscoop, maar hebben er een van karton gemaakt, zodat de kinderen een echte zullen herkennen als ze hem zien.“Het was dus allemaal tijdverspilling”, zegt Geldof met veel ironie. “Dat negativisme doet me kotsen.” De boze jonge man van 1985 is een boze oude man geworden.Het blijft niet bij die ene school. Sinds de hongersnood en de omverwerping van de militaire dictatuur van Mengistu, in 1991, is het aantal schoolgaande kinderen verdrievoudigd. Na 2001 is het verdubbeld, zodat nu 71 procent van de Ethiopische kinderen onderwijs krijgt. 3,7 miljoen kinderen moeten het nog altijd zonder doen, maar in vele arme gebieden worden nieuwe scholen gebouwd. Het schoolgeld is afgeschaft. “Dat is allemaal te danken aan de campagne om de schulden kwijt te schelden”, zegt Geldof. “De jaarlijkse intresten die Ethiopië moet betalen zijn gedaald van 195 miljoen dollar in 2001 naar 86 miljoen in 2007. Het extra geld wordt aan scholen en ziekenhuizen besteed.”

Eerste uienoogst

Band Aid heeft in de voorbije jaren een aantal projecten gesteund die het goede voorbeeld moeten geven. In Tigray, in 1984 een van de zwaarst getroffen gebieden, financiert het een project om een gebied waar grondwater wordt opgevangen weer leefbaar te maken. Het is een initiatief van Rest, ooit de liefdadigheidsorganisatie van de rebellenbeweging van Tigray en nu de grootste binnenlandse ngo van de streek. Officieel heet het project ‘Managing Environmental Resources to Enable Transitions to More Sustainable Livelihoods’, maar iedereen zegt Meret. Geldof en co. gaan een kijkje nemen bij het programma, dat het leven van 1,4 miljoen mensen heeft verbeterd. De boeren krijgen voedselhulp en werken in ruil mee aan een project voor duurzaam beheer.Ibrahim Ali is een van die boeren. Maar zoals de meeste mensen was hij erg argwanend toen de vertegenwoordigers van Rest acht jaar geleden in de streek aankwamen. “Ze lieten ons niet eens op hun land toe om het te bestuderen”, zegt Teklewoine Assefa van Rest. “Ze waren bang dat wij het zouden afnemen.’s Nachts sneden ze de irrigatieslangen stuk. Ze richtten voor tienduizenden euro’s schade aan.”Acht jaar later is Ibrahim net klaar met zijn eerste oogst uien. “De opkopers boden 3,25 birr (17 eurocent) voor een kilo”, vertelt hij tegen Geldof. “Ik nam mijn mobieltje en belde iemand op de markt in Mekele, en daar kostten ze 4 birr. Ik heb voor 1.600 birr een vrachtwagentje gehuurd en ben ze daar gaan verkopen. Tegenwoordig kan ik kiezen waar ik verkoop. Of ik kan een paar dagen wachten, als ik denk dat de prijzen zullen stijgen.”Hij heeft een mooie winst gemaakt. Genoeg voor de aflossing van zijn lening bij de afdeling microkredieten van de nationale bank van Ethiopië (190 filialen in Tigray) en om de dagloners te betalen die hem met de oogst hebben geholpen. “Nu ga ik mijn huis verbouwen en mijn twee zonen naar school sturen. Abdurahaman, die 8 jaar is, wil piloot worden.” De andere boeren lachen om het idee, maar Geldof haalt de schouders op. “Met onderwijs zal hun leven helemaal anders worden dan de generatie van hun vader zich kan voorstellen”, zegt hij, terwijl Ibrahim zich klaarmaakt om het land op de volgende oogst voor te bereiden. “Ik ga tarwe planten”, zegt de boer. Hij wijst naar de vellen plastic tussen de rijen slangen, die het water naar de wortels van de planten brengen. “Met deze irrigatie krijg ik drie oogsten per jaar.”Het trieste is dat het project Meret, dat veel steun heeft gekregen van het Wereldvoedselprogramma, volgend jaar de helft minder subsidies zal krijgen. Waarom? Mohamed Diab, een waterexpert van het Wereldvoedselprogramma, maakt een grimas. Die vraag moet hogerop gesteld worden, vindt hij. “Het heeft tien jaar geduurd om 60.000 dollar te krijgen voor dit project. Om het tot de hele streek uit te breiden, zouden we 300.000 dollar nodig hebben in een periode van tien jaar.”Geldof is verontwaardigd. “De landen van de G8 hebben op de top van L’Aquila dit jaar 20 miljard dollar per jaar extra voor de landbouw beloofd”, zegt hij. “We moeten ervoor zorgen dat ze die belofte houden.”

Kinderen van Live Aid

Hoe knap alle modelprojecten ook zijn, uiteindelijk blijft het een kwestie van politiek. Geldof wordt op zijn reis vergezeld door Jamie Drummond, de strateeg van One, de organisatie die Bono en Geldof met geld van Bill Gates hebben opgericht om bij het Amerikaanse Congres te lobbyen. De Amerikaanse tegenhanger van Make Poverty History telt 2 miljoen leden.“Band Aid is veel meer dan een verzameling projecten”, zegt Drummond. “We hebben het denken over de ontwikkelingswereld veranderd. De aandacht is verlegd van liefdadigheid naar de onderliggende structuren van de armoede. Band Aid en Live Aid hebben Comic Relief voortgebracht, Jubilee 2000, Drop the Debt, Trade Justice en Make Poverty History. Er wordt nu gelobbyd om het politieke en economische beleid te transformeren.” Politici als Bill Clinton en Tony Blair zijn kinderen van Live Aid. De kwijtschelding van de schulden was het werk van organisaties die uit Band Aid voortkwamen. De beweging bereikte haar hoogtepunt op de bijeenkomst van de G8 in Gleneagles, waar voorzitter Tony Blair de deur opende en de campagnevoerders met de wereldleiders liet praten. “Dat was een rechtstreeks uitvloeisel van Band Aid.”Maar ook de binnenlandse politiek speelt mee. De factor die de droogte van 1984 in een hongersnood veranderde, was het onhoudbare landbeleid van de marxistische regering, dat het bruto binnenlands product jaar na jaar deed dalen. De huidige regering heeft ook fouten gemaakt. Ze moedigde de boeren aan om geld te lenen om beter zaaigoed en meststoffen te kopen, wat in 2001 een recordoogst opleverde. “Maar de wegen waren zo slecht dat ze hun oogst niet naar de markt konden brengen. Er waren geen pakhuizen en geen graansilo’s, zodat veel wegrotte”, zegt een voedselexpert van de VN tegen Geldof. “Toen de financiers hun geld terug wilden, konden de boeren niet betalen en bleven ze met schulden zitten. Zo verloren ze hun vertrouwen in de landbouwadviseurs die gezegd hadden dat ze moesten lenen.”De regering heeft haar les geleerd. Ze voert nu een grootschalig programma voor openbare werken uit. “Ik zie elke dag nieuwe wegen”, merkt Geldof op. Daar blijft het niet bij. Overal wordt er gebouwd: fabrieken, elektriciteitscentrales, dammen, waterkrachtcentrales, appartementsblokken. In Addis Abeba bouwt de stad 54.000 huizen. Ethiopië heeft nog nooit een dergelijke bouwwoede gekend.

Klimaatverandering

Als de wereld vandaag zou stilstaan, dan zou het er goed uitzien voor de nieuwe generatie die het verhaal van Afrika aan het herschrijven is. Maar de wereld staat niet stil. De wereldwijde recessie heeft ook Afrika getroffen. De stijgende olieprijzen maken het transport op het uitgestrekte continent duurder en de prijzen van het geïmporteerde voedsel schieten de hoogte in. De inkomsten uit koffie van Ethiopië zijn in een jaar tijd met 35 procent gedaald, als gevolg van de instorting van de grondstoffenprijzen op de wereldmarkt, ook al is de koffieprijs nu weer aan het stijgen.“Vroeger gaf buitenlandse hulp een arm land een beetje tijd om zijn economie op orde te brengen”, mijmert Geldof, terwijl hij aan het laatste stuk van de reis begint. “Dat is wat Ethiopië heeft gedaan. Maar opeens gebeuren er andere dingen, die de regels van het spel totaal veranderen.”Na een lange, hobbelige rit van twee uur door de heuvels rond Bhir Dar, in het noorden van Amhara, klautert een hijgende Geldof een helling op, naar een groep van een tachtigtal boeren die boven op hem wacht. Ze zijn uit de hele provincie Debre Tabour naar hier gekomen om hem te ontmoeten. Er zal over de klimaatverandering gepraat worden.“Het regenseizoen begint normaal gezien in juni en duurt tot in oktober”, zegt Ayano Damostolds. “Nu begint het pas in juli en stopt het al in augustus. De regen komt laat en gaat vroeg weg. Het wordt elk jaar erger. Onze streek is droog geworden, zoals de laaglanden in de tijd van onze grootvaders. Normaal gezien staat er tot in mei water in de beddingen van de rivieren en de stromen. Nu zijn ze in december al droog.”“Dat treft vooral de vrouwen, de kinderen en de oude mensen”, zegt Amoghu Zemadu, een boerin. “De vrouwen moeten lange afstanden lopen om water te halen. Zwangere vrouwen krijgen miskramen. De kinderen zitten wenend alleen thuis.”“Onze oudere kinderen vertrekken”, vertelt Haile Woldeya. “Mijn zoon is drie jaar geleden weggegaan, mijn dochter twee jaar geleden, om werk te zoeken in de stad, in Humera. Ze zullen niet terugkomen als het hier niet beter wordt.”“We doen nu aan geboortebeperking”, zegt Natua Saya, een vrouw achterin de groep. “Wat heb je aan veel kinderen als ze toch allemaal naar Humera gaan?”Een andere boer legt uit hoe ze de droogte proberen te bekampen: “We planten bomen, maken compost, leggen terrassen aan om bodemerosie te voorkomen, en we irrigeren waar het kan. In elk dorp zijn er plaatsen waar we bomen planten en waar geen dieren en mensen mogen komen. We laten het vee niet langer het hele jaar grazen: we verbouwen nu gras, maaien het en brengen het naar de dieren.”“Onze grootvaders begrepen niet dat het vellen van bomen slecht is voor het land”, besluit hij. “Net zoals jullie grootvaders niet wisten dat de uitstoot van jullie fabrieken ons weer kon veranderen. We zijn allemaal verantwoordelijk.”Geldof luistert en neemt dan het woord: “Wij zullen dit tegen onze politici zeggen. We zullen met hen praten over wat er moet veranderen”, zegt hij tegen de boeren.

Bomen planten

Geldof moet de politici ook vertellen over de nomaden van het zuiden, die de namen van de maanden hebben veranderd omdat ze naar het weer genoemd waren en er niet meer mee overeenkwamen.Hij moet hen over de 1.068 boeren van de coöperatie van Hafersa vertellen, waar de koffiebonen kleiner zijn geworden of de koffiestruiken geen vruchten meer dragen.Hij moet hen vertellen over de lopers van Asella, de gemeenschap die wereldberoemde atleten als Haile Gebreselassie en Deratu Tulu heeft voortgebracht. Vroeger konden ze de hele dag lopen, nu moeten ze om tien uur ’s ochtends stoppen omdat het dan al te warm is.“De klimaatverandering is geen toekomstdreiging”, zegt Geldof. “Hier is het al een harde realiteit. En ze treft de armsten het eerst en het zwaarst.”Men kan de armen helpen om zich aan te passen. In Debre Tabour zijn ze begonnen met een programma van vier jaar om bomen aan te planten en de bodem te beschermen. “We hebben al veel vooruitgang geboekt”, zegt Knut Huse van de Noorse Forestry Group, die ook aanwezig is bij het gesprek op de heuvel. Het percentage bossen is in het hele land van 3 naar 15 procent gestegen, omdat de regering in de voorbije jaren 800 miljoen bomen heeft geplant. “Als de plaatselijke bevolking het goed aanpakt, door bomen te planten en zuinig te zijn met bodem en water, kunnen ze het gebied heroveren”, zegt Yeshanew Ashagrie van Orda, een plaatselijke ngo in Amhara.In Korem mag Geldof nog een nieuw gebouw openen. De Band Aid Trust heeft er met geld van de Live Aid-dvd een nieuw ziekenhuis betaald dat 250.000 ambulante patiënten zal verzorgen.Er is een hele menigte opgedaagd om Geldof, de held, toe te juichen. “Geen hongerdoden meer”, zeggen de spandoeken. Overal waar Geldof deze week geweest is, heeft hij applaus gekregen. Op de markten, in de hotels, kantoren, restaurants. Zelfs de controletoren van de luchthaven van Mekele bedankte Geldof alvorens het vliegtuig van Band Aid de toelating te geven op te stijgen.In Korem is er nog een ander spandoek: “Onze toekomst ligt in onze eigen handen.” Dat had waar kunnen zijn, tot de klimaatverandering roet in het eten gooide. Het had waar kunnen zijn. Maar nu is het dat niet meer.

Nu belangrijker dan ooit: steun kwaliteitsjournalistiek.

Neem een abonnement op De Morgen


Op alle artikelen, foto's en video's op demorgen.be rust auteursrecht. Deeplinken kan, maar dan zonder dat onze content in een nieuw frame op uw website verschijnt. Graag enkel de titel van onze website en de titel van het artikel vermelden in de link. Indien u teksten, foto's of video's op een andere manier wenst over te nemen, mail dan naar info@demorgen.be.
DPG Media nv – Mediaplein 1, 2018 Antwerpen – RPR Antwerpen nr. 0432.306.234