AchtergrondDuitsland
Wie volgt Angela Merkel op: een conservatieve man, een conservatieve man of een conservatieve man?
Al sinds het begin van deze eeuw is Angela Merkel het gezicht van de Duitse christendemocraten. Het wordt voor niemand makkelijk het vaandel over te nemen. Drie mannen werpen zich op als nieuwe partijleider, en dus daarmee mogelijk nieuwe bondskanselier. Dit weekend zijn de verkiezingen.
“Man, man, man.” Met die uitroep geven Duitsers, net als Vlamingen, blijk van onthutsing over een ontstane situatie. Daarnaast is het een adequate samenvatting van de kandidatenlijst voor het voorzitterschap van de CDU, nu nog de partij van Angela Merkel.
Zaterdag strijden drie christendemocratische mannen, Armin Laschet (59), Friedrich Merz (65) en Norbert Röttgen (55) om de hoogste positie binnen de partij, maar vooral om het toekomstige bondskanselierschap, mochten de verkiezingen in september – zoals verwacht – door de CDU worden gewonnen.
Daarmee is het CDU-congres, vanwege corona voor het eerst in de geschiedenis digitaal, eigenlijk voor alle Europeanen belangrijk. Want de Duitse bondskanselier is immers ook het uithangbord van de EU in de wereld.
Toch moeten zelfs de Duitsers zichzelf in de arm knijpen om deze verkiezing het gewicht toe te dichten die ze heeft. Dat komt omdat corona het nieuws overschaduwt, en omdat de verkiezing een festival zonder hoofdact is.
Geen van de drie kandidaten steekt met kop en schouders boven de anderen uit. Er is geen vrouw, geen Oost-Duitser, geen Duitser met een migratieachtergrond. De keuze uit drie mannen, om precies te zijn drie katholieke juristen uit de deelstaat Noordrijn-Westfalen, roept bij veel Duitsers een hartgrondig ‘man, man, man’-gevoel op.
Open race
Binnen de partij, bij de 1.001 gedelegeerden die zaterdag gaan stemmen, ligt dat anders. Zij weten dat er, ondanks alle overeenkomsten, inhoudelijk echt wat te kiezen valt. Het wordt bovendien een open race, alle drie de kandidaten maken kans om te winnen.
Maar er was toch al eens een opvolger voor Merkel gekozen? Inderdaad. Ruim twee jaar geleden, in december 2018, won Annegret Kramp-Karrenbauer, beter bekend als AKK, de leiderschapsverkiezing nipt van Friedrich Merz. AKK gold als protegee van de bondskanselier, maar die had een inschattingsfout gemaakt. Het bleek onmogelijk voor de nieuwe partijvoorzitter om zich binnen de partij voldoende te kunnen profileren zolang zij, Merkel, nog kanselier was.
Dat werd duidelijk toen het AKK niet lukte de CDU-afdeling in de deelstaat Thüringen af te houden van samenwerking met de daar extreemrechtse AfD. Na dit gezichtsverlies besloot ze op het eerstvolgende partijcongres afstand te doen van haar leidende functie. Dat congres liet door corona ruim een jaar op zich wachten.
Conservatiever
Merz leek na het aftreden van AKK haar meest kansrijke opvolger. Hij gold, en geldt, als de perfecte anti-Merkel: overtuigd neoliberaal, een man die de partij de conservatieve ruk kan geven waar grofweg de helft van de leden zo naar verlangde.
Maar na bijna een jaar corona lijkt het verlangen binnen de partij om het radicaal over een andere boeg te gooien weggeëbd. Dat komt ook omdat de bedreiging van de AfD op de rechterflank kleiner is geworden, omdat die partij in een interne crisis verkeert.
Laschet, minister-president van Noordrijn-Westfalen, is altijd een Merkel-getrouwe geweest. Dat zette hem 1-0 achter, zag hij in. Dus koos hij vorig voorjaar een running mate, een ongewoon verschijnsel in de Duitse politiek. Jens Spahn, de ambitieuze gezondheidsminister, met 40 jaar voor CDU-begrippen nog jong, leek de ideale partner. Vooral omdat ook hij een conservatief signatuur heeft. Samen leken zij het van Merz te zullen winnen.
De pandemie deed de ster van Laschet dalen. De gematigde, als een vriendelijke oom ogende politicus, bleek niet de charismatische leider waarnaar veel mensen in crisistijd hunkeren. Er wordt gefluisterd dat Spahn spijt zou hebben van zijn keuze zich aan Laschet te verbinden. Maar het duo houdt stand, in elk geval naar buiten toe.
De derde kandidaat, Norbert Röttgen, leek kansloos op het moment dat hij zich vorig voorjaar kandidaat stelde. De ex-minister van Milieu in het tweede Kabinet van Merkel (2009-2012) gold voor het gemiddelde partijlid uit de provincie als te groen, vanwege zijn klimaatambities, en te intellectueel. Maar zijn kansen zijn vergroot door de tegen Laschet en Merz ontstane bedenkingen.
Het gat na Merkel
Er is ook nog iets anders gebeurd in het afgelopen jaar. Er is angst in de CDU geslopen – angst voor een diep Merkel-vormig gat, dat de partij in een existentiële crisis stort zoals zoveel grote, traditionele partijen in Europa die beleven. Zo’n crisis sluimerde begin vorig jaar al, totdat Merkels coronaleiderschap de partij naar een ongekende 37 procent in de peilingen stuwde. Maar de partij weet dat die cijfers bedrieglijk zijn. Dat ze kunnen kelderen als corona en Merkel verdwenen zijn.
Ook dat kan voor de gedelegeerden een reden zijn om niet op de polariserende Merz te stemmen. Want Merz zal ‘linkse’ CDU-kiezers naar de concurrenten jagen, vooral naar de Groenen, die met een stabiele 20 procent in de peilingen op koers liggen om de tweede partij van Duitsland te worden. De Groenen zijn, ondanks inhoudelijke verschillen, ook de meest voor de hand liggende coalitiepartner, maar mogen wat de CDU betreft niet nog groter worden. Want dan is er wellicht een coalitie op links mogelijk zonder de CDU.
Als de CDU zich aan haar aloude adagium houdt, Keine Experimente (bij de eerste vrije verkiezingen na het nationaal-socialisme was dat de campagneleus van Konrad Adenauer), dan zullen de gedelegeerden kiezen voor de veiligste kandidaat. En dat is Laschet, met Spahn in zijn kielzog. Zij gelden binnen het kandidatenveld als de verbinders tussen continuïteit en vernieuwing.
In dat geval, en ook in het geval dat Röttgen voorzitter wordt, bestaat een kleine kans dat de voorzitter afziet van het lijsttrekkerschap en dat de kanselierskandidaat van zusterpartij CSU komt. Marus Söder, minister-president van Beieren, is op dit moment de populairste politicus van Duitsland vanwege zijn, voornamelijk retorische sterke, coronaleiderschap.
Gevraagd naar het kanselierschap, houdt Söder de boot tot nu toe af. Maar mocht hij zich bedenken, dan heeft hij een goede kans. Want er is één ding dat de CDU/CSU belangrijker vindt dan welke inhoud dan ook. De macht.
Friedrich Merz
Wie wil begrijpen waarom Friedrich Merz (65) vooral buiten de CDU zo wordt gehaat, moet weten wat hij vorig jaar antwoordde op de vraag of hij bezwaar zou hebben tegen een homoseksuele bondskanselier. Zijn antwoord: “Nee, iemands seksuele oriëntatie gaat de openbaarheid niets aan, zolang het legaal is en geen kinderen betreft.” Die directe associatie met pedofilie leidde op sociale media tot de oproep of iemand Friedrich Merz wilde ophalen uit de jaren 50.
Toch is Merz, geboren in het Sauerland, meer dan ‘de man van gisteren’ die tegenstanders van hem maken. Hij gold rond de eeuwwisseling als het grote politieke talent van de CDU – totdat hij de strijd om het fractievoorzitterschap in 2002 nipt verloor, van Angela Merkel. Merz zei de politiek vaarwel, gekrenkt, en werd consultant in de wereld van het grote geld, iets wat hem bij ondernemers in de achterban meer geloofwaardigheid geeft dan iemand als Armin Laschet, die zijn hele leven beroepspoliticus is geweest.
Maar wat hem vooral populair maakt is zijn uitgesproken conservatisme, zijn blakende zelfvertrouwen en in zekere zin ook zijn mannelijkheid. Hij is de anti-Merkel-kandidaat.
Economisch is hij minder conservatief. Gedacht vanuit de concurrentiepositie van de Duitse economie ziet hij de noodzaak van verduurzaming en klimaatpolitiek en stelt zich zelfs open voor een coalitie met de Groenen, maar die flirt wordt niet beantwoord.
Armin Laschet
Armin Laschet (59), minister-president van Noordrijn-Westfalen (NRW), geldt als de meest degelijke kandiaat. Degelijk, maar ook een beetje sullig. Dat laatste komt omdat politieke tegenstanders hem altijd afschilderen als Merkel-volgeling, omdat hij haar kant koos tijdens de interne strijd over de vluchtelingenpolitiek.
Dat beeld van sulligheid klopt maar ten dele. Want Laschet is van de kandidaten de enige die al eens spannende verkiezingen gewonnen heeft, namelijk de deelstaatverkiezingen in 2017 waarin hij de zittende coalitie van SPD en Groenen versloeg.
Ook het linkse profiel van Laschet is betrekkelijk. Bij de keuze tussen het klimaat en de werkgelegenheid, en dat is in industrieland NRW nogal eens het geval, kiest Laschet altijd voor de werkgelegenheid. Vorige week waarschuwde hij nog voor ‘ruïnering’ van de Duitse industrie door ‘buitensporige’ klimaatmaatregelen.
Wat hem in de coronatijd opbreekt, is zijn gebrek aan charisma. (Hierin is hij de tegenpool van de Beierse Markus Söder, outsider voor het kanselierschap, die door zijn groteske crisisretoriek geldt als ‘coronakoning’, terwijl Beieren tot de zwaarder getroffen gebieden behoort.)
Toch is Laschet, door zijn ervaring, zijn netwerk en vooral door zijn verbintenis met Jens Spahn, die hem zowel in charisma als in conservatisme compenseert, alles behalve kansloos.
Norbert Röttgen
Onder Angela Merkel was de CDU een partij die steeds reageerde op gebeurtenissen in Duitsland en de wereld. Gebeurtenissen als de vluchtelingencrisis, of de kernramp in Fukushima. En eigenlijk was het niet de CDU die reageerde, maar Merkel persoonlijk.
Norbert Röttgen wil dat veranderen. De jongste van de drie kandidaten wil dat de Duitse christendemocratie voortaan anticipeert op maatschappelijke uitdagingen aan de horizon, zoals de klimaatcrisis. Zijn visioenen maken van de CDU een soort denktank, een toekomstlaboratorium. Hij wil de partij ‘politiseren’, de kloof tussen de Merkel-CDU en de mokkende conservatieve leden dichten door te debatteren.
En hij wil de partij jonger en vrouwelijker maken. Voor conservatieve leden, de traditionele partijbasis die bestaat uit oudere mannen in de provincie, moet dit klinken als een schrikbeeld. Ook omdat openlijk debat binnen in die kringen traditioneel wordt gezien als onenigheid, dus zwakte, dus de kans op machtsverlies.
Aan de andere kant zijn er genoeg partijgenoten die zich de afgelopen jaren hebben beklaagd over de ‘verlammende’ invloed van Merkel, over stilstand. Zij zullen van Röttgens ideeën gecharmeerd zijn, maar het blijft de vraag of ze op hem durven stemmen.
Röttgen is van de drie kandidaten het minst bekend, maar geen lichtgewicht. Hij was minister van Milieu in Merkels tweede kabinet en wordt gewaardeerd als buitenlandexpert in de Bondsdag.
Hoe stemt de CDU?
In tegenstelling tot Nederlandse partijcongressen, waar meestal alle leden een stem hebben, werkt de CDU met een systeem van 1001 kiesmannen. Het aantal afgevaardigden wordt vastgesteld op basis van het aantal leden dat de partij in een bepaalde deelstaat heeft. In de voormalige West-Duitse deelstaten is het aantal leden en dus het aantal kiesmannen veel groter dan in het oosten. De lokale partijbesturen dragen de afgevaardigden voor. In tegenstelling tot de Amerikaanse kiesmannen, geldt voor de Duitse gedelegeerden geen dwingend stemadvies.