NieuwsDekolonisatie
Werkgroep Brusselse dekolonisatie: ‘Standbeeld Leopold II op Troonplein moet weg’
Neen, niet alle koloniale symbolen in het Brusselse straatbeeld moeten per se verdwijnen. We bekijken die beter geval per geval. Dat staat te lezen in een nieuw rapport. De makers ervan pleiten wel voor een herdenkingsdag en -monument voor slachtoffers van kolonisatie.
Een werkgroep van zestien Brusselse experts, allemaal academici en vertegenwoordigers van het middenveld, boog zich de afgelopen maanden over de koloniale symbolen in de publieke ruimte in de hoofdstad. Denk aan straatnamen of standbeelden. Daarover was de afgelopen jaren heel wat te doen. Na de dood van George Floyd in mei 2020 dijde de Black Lives Matter-beweging vanuit de Verenigde Staten uit naar Europa. Dat wakkerde ook in ons land de discussie aan over de manier waarop we met het Belgisch koloniaal verleden omgaan.
In de nasleep van de BLM-beweging werden verschillende symbolen van het koloniaal verleden onder handen genomen. Het ruiterstandbeeld van Leopold II op het Troonplein werd meermaals beklad. Een petitie vroeg om zijn verwijdering. Er kwam ook een openlijke spijtbetuiging van koning Filip aan de Congolezen voor de wandaden tijdens de koloniale periode.
De kwestie bleef de gemoederen beroeren. Voor de een was het evident dat die koloniale symbolen verdwenen, anderen roepen dan weer op om ze te behouden en er meer context bij te geven. De Brusselse regering riep daarom een werkgroep in het leven om het beleid mee te adviseren.
Die werkgroep vindt nu dat de koloniale symbolen in het straatbeeld niet noodzakelijk allemaal moeten verdwijnen. In hun rapport, dat ze donderdag in het Brusselse Parlement voorstelden, pleiten ze voor een masterplan waarbij geval per geval bekeken wordt. Wel doen ze een aantal concrete aanbevelingen voor een selectie gedenktekens. Zo zou het fameuze ruiterbeeld van het Troonplein volgens de werkgroep wel degelijk beter verdwijnen. Op die meest symbolische en omstreden plaats willen ze graag een gedenkteken voor de slachtoffers van de kolonisatie.
Bij andere monumenten adviseren ze om ze weg te halen en over te brengen naar een museum waar de context meer geduid kan worden. Ook in het Jubelpark kunnen een aantal koloniale beelden verzameld en becommentarieerd worden, zodat de plaats kan uitgroeien tot een herinneringsplaats.
De werkgroep vraagt ook om alle pleinen, straten, haltes en tunnels die verwijzen naar zogenaamde ‘koloniale helden’ te hernoemen naar namen van vrouwen of personen van kleur die gelinkt kunnen worden aan de Belgische kolonisatie. “Aangezien straatnamen een grotere invloed hebben op het leven van de bewoners dan monumenten, zien we hierin een historische kans om te komen tot een meer evenwichtige vertegenwoordiging wat betreft geslacht, herkomst en thema’s in de openbare ruimte”, klinkt het.
Debat
Brussel staatssecretaris voor Stedenbouw en Erfgoed, Pascal Smet (one.brussels), zei “verheugd te zijn over het genuanceerd verslag”. Het rapport zal nu aan de Brusselse regering en aan de leden van het Brussels Parlement worden voorgelegd. “Op basis van dit rapport zal nu zowel een parlementair als een maatschappelijk debat volgen”, liet Smet weten. “De elementen die hier uitkomen zullen samen met de aanbevelingen de basis vormen voor een actieplan dat aan de regering zal worden voorgelegd.”
Hij mikt daarvoor op september. De eerste ingrepen in het straatbeeld moeten dan tegen het eind van dit jaar volgen.
Ook in Nederland verscheen deze week een nieuw rapport over wangedrag van militairen in de voormalige Nederlandse kolonie Indonesië. Daaruit blijkt dat de militairen zich schuldig maakten aan “structureel en extreem oorlogsgeweld” tijdens de onafhankelijkheidsstrijd, nu ruim zeventig jaar geleden. Er zou sprake zijn van “buitenrechtelijke executies, mishandeling en marteling, detentie onder inhumane omstandigheden, brandstichting van huizen en dorpen, en veelal willekeurige massa-arrestaties en -interneringen”. De toenmalige politieke elite wist daarvan, maar greep niet in.
De Nederlandse premier Mark Rutte bood donderdag in naam van de regering de Indonesiërs dan ook ‘diepe excuses’ aan.