Eurorapport
Welke landen zijn nog pro-Europees en welke niet?
Welke landen zijn er anno 2016 nog pro-Europees en welke staatsleiders geloven niet meer in de Europese droom? De Morgen maakte een eurorapport met scores tussen 1/10 (wat doet dit land nog in de Unie?) en 10/10 (Europa als nationaal geloof).
België: 6,5/10
Decennialang was stichtend lid België een van de voortrekkers van de Europese Unie. Onder de opeenvolgende regeringen van Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene, Guy Verhofstadt en Di Rupo ontwikkelde de Belgische diplomatie een sterke traditie als bruggenbouwer tussen de grotere lidstaten. De regering-Michel toont zich op Europees vlak minder ambitieus. Verschil in visie tussen meer voluntaristische liberalen en christendemocraten en de meer eurokritische N-VA maakt van België een onopvallende meeloper.
Verenigd Koninkrijk: 3/10
Misschien nog meer dan grexit en de vluchtelingencrisis zorgt de dreigende brexit voor onweerswolken boven Brussel. Door een bindend referendum over het EU-lidmaatschap uit te roepen, zorgde David Cameron ervoor dat de EU en haar instellingen in een angstkramp schoten. Zelfs de meeste kalme en beredeneerde analisten voorspellen dat een brexit bijzonder negatief zou zijn voor de internationale slagkracht van de Europese Unie.
Lees ook:
Ierland: 6/10
De Ieren zijn ontzettend blij dat ze met Europese hulp uit hun financiële crisis zijn geraakt, en stellen zich sindsdien eerder low profile op. De jongste maanden maken de Ieren zich vooral grote zorgen over de collateral damage die een mogelijke brexit voor hen zal meebrengen.
Frankrijk: 5/10
Samen met Duitsland was Frankrijk jarenlang de stuwende kracht van de Europese Unie. Maar dat euro-enthousiasme erodeerde snel. Frankrijk kampt al jaren met een hardnekkige economische crisis en is daardoor steeds meer in zichzelf gekeerd. Ook het succes van de rabiaat anti-Europese Marine Le Pen is veelzeggend. De aanslagen in Parijs zorgen er dan weer voor dat Parijs inzake veiligheid en grensbewaking steeds meer het heft in eigen hand ging nemen en de Europese samenwerking ging wantrouwen.
Spanje: 4/10
Geplaagd door een schijnbaar onoplosbare regeringscrisis en de onafhankelijkheidsdromen van Catalonië heeft Spanje weinig tijd om zich met Europa bezig te houden. Het Europa-beleid van Madrid bleef lange tijd beperkt tot het onderhandelen van financiële reddingspakketten. Inzake Griekenland en vluchtelingen blijft de ontslagnemende Spaanse conservatieve premier Rajoy low profile.
Portugal: 5/10
Ook Portugal is al bijna acht jaar een land in economische nood en dat maakt dat de relatie met de Europese Unie zich de jongste jaren vooral toespitste op economische reddingspakketten en bezuinigingen. Lissabon hangt al een tijdje in de touwen. Voor hogere Europese doelen of integratie-ideeën lijkt alleen hun ex-Commissievoorzitter, en huidig media-analist, José-Manuel Barroso nog energie te hebben.
Nederland: 4/10
In de jaren 90 vormde Nederland samen met België en Luxemburg een Europese kopgroep. Maar sinds de opkomst van wijlen Pim Fortuyn en later Geert Wilders ontstond er binnen de Nederlandse samenleving een sterke anti-Europese stroming: in 2005 stemde een ruime meerderheid tegen de Europese grondwet. Inzake de Griekse financiële crisis ontpopte Nederland met eurogroep-voorzitter Jeroen Dijsselbloem zich tot een hardleerse boekhouder. Het huidig EU-voorzitterschap van premier Mark Rutte maakte naam door de harde, omstreden, vluchtelingendeal met Turkije.
Duitsland: 6,5/10
Inzake Europa wordt Duitsland steeds meer een schizofreen land. Als het over de vluchtelingencrisis gaat, werpt bondskanselier Angela Merkel zich op als drijvende kracht om tot een humaan verantwoorde oplossing te komen. Inzake de Griekse crisis domineerde Berlijn de discussies met het motto 'Europa is goed op voorwaarde dat Duitsland gelijk krijgt'. Om zijn slag binnen te halen was financiënminister Wolfgang Schäuble zelfs bereid om Griekenland (tijdelijk) uit de Unie te duwen.
Denemarken: 3/10
Denemarken is een bijzonder welvarend EU-land en zal er alles aan doen om dat zo te houden: ook als daarvoor de Europese solidariteit moet worden doorbroken. Dat gebeurde toen Denemarken enkele maanden geleden eenzijdig aankondigde om kostbare bezittingen van asielzoekers in beslag te nemen.
Zweden en Finland: 7/10
Zowel Zweden als Finland probeerden tijdens opeenvolgende Europese crises een actieve bemiddelingsrol te spelen. Inzake asiel ontvingen beide landen per capita grote aantallen vluchtelingen. Zeker Zweden voerde lange tijd een ruimhartig beleid en zocht tijdens Europese toppen mee naar politieke oplossingen. Maar eind 2015 waren beide Scandinavische landen qua asielopvang aan het einde van hun krachten en kondigden ze beide een verregaande verstrenging af.
Baltische staten: 4/10
Estland, Letland en Litouwen lobbyen in Brussel vooral voor financiële middelen om hun infrastructuur en welvaartsniveau naar het Europees gemiddelde te doen evolueren. Voorlopig krijgt de EU weinig in ruil van deze landen: zeker niet als Brussel vraagt om deel te nemen aan het spreidingsplan voor vluchtelingen. Op dit vlak ontpopten de Baltische staten zich lange tijd als absolute dwarsligger.
Luxemburg: 8/10
Omwille van zijn minuscule grootte kan Luxemburg niet anders dan voluit de Europese kaart spelen. Ook Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker blijft de pan-Europese droom propageren. Maar na het uiteenvallen van het Benelux-front krijgt Luxemburg nog maar zelden de kans om zijn pro-Europese ideeën in beleid om te zetten.
Oostenrijk: 4/10
De rooms-rode coalitie in Oostenrijk doet het sociaal-economisch goed, met dank aan industriële buur Duitsland en de handel met de voormalige Oostblok-landen. Maar met de vluchtelingencrisis voelt de regering de hete adem van de opnieuw groeiende extreemrechtse Vrijheidspartij in de nek. Gevolg: vorige week kondigde Wenen eenzijdig een verregaande asielverstrenging aan waarbij Oostenrijk enkel nog vluchtelingen uit buurlanden zal erkennen.
Kroatië en Slovenië: 5/10
Beide lidstaten die deel uitmaakten van voormalig Joegoslavië verwachten van de EU vooral financiële steun voor infrastructuurwerken en economische ontwikkeling. Verder reikt de Europese corebusiness van deze kleine landen niet, tenzij er gepraat moet worden over de vluchtelingencrisis: dan proberen Zagreb en Ljubljana ervoor te zorgen dat er zo weinig mogelijk vluchtelingen op hun grondgebied blijven hangen.
Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Bulgarije en Roemenië: 3/10
Door de vluchtelingencrisis vormen Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije steeds meer front tegen Duitsland. Deze Visegrad-alliantie kant zich radicaal tegen het spreidingsplan dat vluchtelingen evenredig over Europa wil verspreiden. Onder aanvoering van de Hongaarse premier Viktor Orban beweren de leiders van de voormalige Oostblok-landen dat ze te arm en te katholiek zijn om moslimvluchtelingen uit het Midden-Oosten op te vangen.
Italië: 6,5/10
Italië gebruikte de EU de jongste jaren vooral als een instrument om de eigen belangen te dienen. Omdat de economisch-financiële situatie in Italië nog steeds onrustwekkend is en omdat het land ook veel vluchtelingen uit Afrika krijgt, beseft premier Renzi wel het belang om goodwill te creëren bij Berlijn & co. Renzi nam daarom recent het initiatief om de stichtende EU-leden meer apart te laten vergaderen over de Europese kernwaarden, waardoor hij ook wel het debat over het Europa van meerdere snelheden hoger schakelt.
Griekenland: 4/10
Griekenland kun je tegenwoordig als eurosceptisch omschrijven, maar dat heeft veel te maken met de blauwe plekken die de Grieken opliepen door het strenge Europese bezuinigingsprogramma. Athene kreeg de jongste maanden het verwijt tienduizenden vluchtelingen door te sturen naar Noord-Europa, Athene pareert de kritiek door te zeggen dat de economische rampspoed er mede voor zorgt dat er onvoldoende draagkracht is om de vluchtelingencrisis naar behoren te managen.
Malta: 5/10
Ministaat Malta is te klein om enig gewicht te hebben in de EU. De enige Europese discussie die het zuidelijke eiland echt interesseert, is het indammen van de vluchtelingenstroom vanuit Libië.
Cyprus: 4/10
Ondanks zijn kleine politieke gewicht is Cyprus er behoorlijk in geslaagd om een aantal Europese discussies verregaand te bemoeilijken. Met name de onderhandelingen over de vluchtelingdeal met Turkije werden door Cyprus gedwarsboomd.